7.4 Ideologie: anarchisme, nazisme en conservatisme

7.4 ideologie: anarchisme, nazisme en conservatisme
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

7.4 ideologie: anarchisme, nazisme en conservatisme

Slide 1 - Tekstslide

Weet je wat een politieke institutie is?
A
Ja
B
Nee
C
Ja, maar niet uit mijn hoofd

Slide 2 - Quizvraag

Politieke institutie
Complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is GEEN politieke institutie?
A
De Koning
B
Het Waterschap
C
Het juridisch systeem
D
A,B en C zijn alledrie WEL politieke instituties

Slide 4 - Quizvraag

Ik kan me wel iets voorstellen bij een Politieke Institutie.
A
Ja
B
Nee
C
Daar moet ik nog aan werken

Slide 5 - Quizvraag

Zijn Politieke Instituties wenselijk volgens jou?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Weet niet

Slide 6 - Quizvraag

Visies, Ideologieën en Stromingen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Anarchisten
A
zijn tegen de overheid
B
gaan ervan uit dat mensen goed en sociaal zijn.
C
zijn voor samenwerking
D
A,B en C zijn juist

Slide 9 - Quizvraag

Strijd en conflict zijn geen onderdeel van het anarchisme
A
Dit klopt
B
Dit klopt niet.

Slide 10 - Quizvraag

2

Slide 11 - Video

00:24
Het nazisme is samengesteld uit de woorden
A
Natie en liberalisme
B
Nationalisme en racisme
C
Natio en socialisme
D
Nationalisme en socialisme

Slide 12 - Quizvraag

01:03
Volgens Hitler zal de sterkste groep uiteindelijk overwinnen. Dit past bij het
A
Conflictparadigma
B
Rationele-actorparadigma
C
Functionalismeparadigma
D
Interactieparadigma

Slide 13 - Quizvraag

De overheid moet zich volgens het nazisme
A
Dienend opstellen
B
de besten bevoordelen
C
Gelijkwaardigheid bevorderen
D
Veel belasting innen

Slide 14 - Quizvraag

2

Slide 15 - Video

01:39
Conservatieven
A
komen op voor normen en waarden
B
vinden de overheid belangrijk
C
vinden dat mensen geneigd zijn tot kwaad
D
A,B en C zijn juist

Slide 16 - Quizvraag

03:09
FvD en VVD zijn conservatieve partijen
A
Dat klopt op veel punten
B
Nee
C
Alleen de SGP is conservatief
D
A,B en C zijn juist

Slide 17 - Quizvraag

Het anarchisme komt voor in de Nederlandse politiek
A
Dat klopt
B
Dat klopt niet

Slide 18 - Quizvraag

Het nazisme komt voor in de Nederlandse politiek
A
Dat klopt
B
Dat klopt niet

Slide 19 - Quizvraag

Het conservatisme komt voor in de Nederlandse Politiek
A
Dat klopt
B
Dat klopt niet

Slide 20 - Quizvraag

Welke partij is conservatief.
A
PVV
B
SGP
C
FvD
D
CDA

Slide 21 - Quizvraag

Een conservatieve houding hebben betekent
A
Geweld willen gebruiken
B
Niets zien in de overheid
C
Terug willen naar de samenleving zoals die was
D
De bijbel volgen

Slide 22 - Quizvraag

Een conservatieve houding kan voorkomen bij aanhangers van de
A
SGP
B
Groen Links
C
SP
D
A,B en C zijn juist

Slide 23 - Quizvraag

Maken:
10, 11 en 12

Slide 24 - Tekstslide