6. Ontwikkeling wetenschappelijk denken deel 2

Ontwikkeling wetenschappelijk denken deel 2



Rationalisme, Empirisme, Verlichting
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkeling wetenschappelijk denken deel 2



Rationalisme, Empirisme, Verlichting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kent het verschil tussen empirisme en rationalisme
  • Je kunt uitleggen dat de Verlichting een gevolg is van de Wetenschappelijk Revolutie
  • Je kunt belangrijke thema's van verlichtingsdenken noemen, en daar voorbeelden bij geven


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)
  • Ze hadden de hulp van God niet meer nodig
  • Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
- Renaissance: er kwam weer interesse naar onderzoek en wetenschap uit de oudheid
- Wetenschappelijke Revolutie: mensen begonnen onderzoek uit te breiden, en deden steeds meer ontdekkingen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijke revolutie
"De wetenschappelijke revolutie is een periode in de geschiedenis van de wetenschap waarin klassiek-religieuze ideeën plaatsmaakten voor modern-wetenschappelijke ideeën. "

oftewel:
  • Geloof niet alles wat je ziet
  • Geloof niet alles wat je leert

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennis door onderzoek
Bijbel en Oude Grieken zeiden dat de aarde het middelpunt van het heelal was.  Copernicus ontdekt  door berekeningen en waarnemingen dat het de zon is.

Wetenschappelijke revolutie
Meer vertrouwen op waarnemingen/kijken, experimenten en logisch redeneren.





Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nicolau Copernicus 1473-1543
Nicolau Copernicus 1473-1543

Twijfel
aan geocentrisch wereldbeeld
Gevolg: observaties hemellichamen.
Conclusie: heliocentrisch wereldbeeld

Slide 7 - Tekstslide

Durfde zijn ideeen lange tijd niet te publiceren uit angst voor de katholieke kerk die de aarde als het middelpunt bleef zien
Basis moderne wetenschap
Rationalisme:                               Empirisme:
logisch redeneren                        zintuiglijke waarneming        (Descartes)                                   (Bacon)
                                                                         

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

            Rationalisme
Wetenschappers vertrouwden op hun eigen verstand in plaats van de klassieken na te volgen.
Rationalisme: Alleen het gebruik van het menselijk verstand (ratio) tot zinnige kennis kan leiden 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rationalisme
Rationalisme

Rene Descartes
. Nieuwe visie op God en de wereld
Mechanistisch wereldbeeld
 
Rationalist: alleen door denken verkrijg je ware kennis
Cogito ergo sum (ik denk dus ik ben)

Slide 10 - Tekstslide

Descartes: God grijpt niet direct in in de werkelijkheid, want hij heeft de wereld in gang gezet dmv natuurwetten.
Durf te twijfelen. Ontdoe je van oude gedachten , voordat je zelf begint met onderzoek doen. Hij twijfelde aan bijna alles. Ook aan het zintuiglijke, want je zintuigen houden je voor de gek, stelde hij. Denk maar eens aan een droom. Wat is werkelijkheid.
Cogito ergo sum. Wat we met de rede kunnen vatten is meer werkelijkheid dan dat we met onze zintuigen kunnen waarnemen.
Leuk feitje. Hij overtuigde zijn docenten op de universiteit ervan dat hij de hoogste cijfers haalde als hij niet naar college hoefde te komen maar in bed mocht studeren. Ze gaven hem de kans en prompt haalde hij de hoogste cijfers. Hij heeft dit het grootste deel van zijn leven volgehouden.
Werkte 20 jaar in De Republiek.
Kritiek op Descartes door Pascal. Descartes maakt de mens in zijn ogen tot een denkend ding die in een puur rationele verhouding tot de werkelijkheid staat. Het gevoel, de wil en het hart zijn volgens Pascal net zo belangrijk (het hart heeft zijn redenen die de rede niet kent) Hij was ook een rationalist, want probeert vanuit de rede aan te tonen hoe onredelijk het is om de grenzen van de rede niet te willen zien. Geeft de rede echt antwoord op alle levensvragen? 
Empirisme
Empirisme 

Theorie: elk onderzoek moet gebaseerd zijn op 
waarneming, 
ervaring en
experiment: goed kijken naar wat er om je heen gebeurt


Slide 11 - Tekstslide

Fundamenten al in de oudheid (Aristoteles en vanaf 14 eeuw gaat men steeds systematischer te werk.
en God dan?
Descartes: 
'mechanistisch wereldbeeld'
Trend:
'God is wel de schepper, 
maar niet (meer) de bestuurder'
belangrijk:
langzame veranderingen in denken
geen strikte scheiding tussen wetenschap en geloof

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijke
revolutie
Baruch Spinoza: god is geen opperwezen, god is in alles/ God bestaat alleen in filosofische zin

Grondlegger van de Verlichting: Rationalisme

Aantal publicaties verboden (ondermijning van de Bijbel)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spinoza
Vragen bij de video op de volgende slide:

1. Waarom kwam Spinoza in conflict met zijn Joodse gemeenschap? 
2. Hoe denkt Spinoza dat men een goed leven kan leiden?
3. Beargumenteer bij welke stroming Spinoza past: het rationalisme of het empirisme. 




Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstond een veranderings-idee?
  • De wetenschappelijke revolutie 1650-1800 (H3!)
  • Als gevolg van de wetenschappelijke revolutie
  • Zelf nadenken, niet alles zomaar geloven (ratio gebruiken)
De Verlichting
De ideeën van de Verlichting
  1. Mensen horen vrij te zijn en mensenrechten te hebben.
  2. Meer macht voor het volk (meer democratie en een grondwet)
  3. Scheiding van kerk, staat en rechtspraak
  4. Het verstand is belangrijk en moet goed gebruikt worden door iedereen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Verlichters en het geloof
Verlichters
  • God heeft de aarde gemaakt, maar grijpt niet in.
  • Er is niet 1 waar geloof

Gevolg
  • Voor godsdienstvrijheid
  • Tegen een grote invloed van de kerk
Voltaire. (Fr.1694-1778)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Verlichters en gelijkheid
Verlichters
  • Mensen zijn gelijk en vrij

Gevolg
  • Tegen standenmaatschappij
  • Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Verlichters en politiek I
Verlichters
  • Een koning is er voor het volk
  • Het volk mag een slechte koning afzetten
  • De echte macht ligt bij het volk

Gevolg
  • Tegen absolutisme
  • Voor democratie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Verlichters en politiek II
John Locke (Eng. 1632-1704)
Het volk geeft de koning macht en zij mogen een slechte koning afzetten.

Charles de Montesquieu (Fr. 1689-1755)
Trias Politica, de scheiding der machten

Jean Jacques Rousseau (Fr. 1712-1778)
Volksvertegenwoordiging doet wat het volk wil.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies