Week 24 - les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Belangrijke data:

t/m woensdag 7 juli = lessen

donderdag 8 juli = sport- en speldag (info volgt), mentor is alleen in de ochtend aanwezig om aan te moedigen :)

vrijdag 9 juli = vrij

ma 12, di 13, woe 14 juli = onafhankelijke toetsen (1 of 2 toetsen per dag, rooster volgt)

donderdag 15 juli = vrij

vrijdag 16 juli = boeken inleveren op school + doei zeggen mentor

Le programme:

* Corriger les devoirs

* Répéter bloc G

* Introduction chapitre 7

* Bloc A: écouter

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.

* kan je nieuwe zinnen maken bij bloc G met het boek erbij.

* kan je zeggen welke overeenkomsten en verschillen er zijn bij sporten in Frankrijk en Nederland.

* kan je een gesprek volgen over sport en vrije tijd. 

Le programme:

* Corriger les devoirs

* Répéter bloc G

* Introduction chapitre 7

* Bloc A: écouter

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.

* kan je nieuwe zinnen maken bij bloc G met het boek erbij.

* kan je zeggen welke overeenkomsten en verschillen er zijn bij sporten in Frankrijk en Nederland.

* kan je een gesprek volgen over sport en vrije tijd. 

Ex. 11a (p. 135)

1. mon

2. ses

3. ne

4. sa

5. a

6. n'est pas

Ex. 11b 

1. comment

2. où

3. qui

4. comment

5. quand

6. pourquoi

Ex. 11c

2. Non, nous ne sommes pas au camping.

3. Non, je ne cherche pas Louise.

4. Non, elle n'est pas ouverte.

5. Non, il n'est pas français.

6. Non, nous n'allons pas à la plage.

7. Non, ils ne sont pas au cinéma.

8. Non, je n'organise pas beaucoup d'activités.

Ex. 28a (p. 73)

Hoe heb je de zinnen uitgeschreven?

(Antwoorden komen op het whiteboard te staan)

Corriger 'werkblad' p.c.

Oefening A

1. tu as = jij hebt

2. il a = hij heeft

3. elles ont = zij hebben

4. vous avez = jullie hebben/u heeft

5. nous avons = wij hebben

6. Pierre a = Pierre heeft

7. Sarah et Elise ont = Sarah en Elise hebben

8. J'ai = ik heb

9. Ils ont = zij hebben

10. On a = wij hebben/men heeft

Oefening B

1. mangé

2. aimé

3. parlé

4. acheté

5. travaillé

6. joué

7. visité

8. trouvé

Oefening C

1. j'ai regardé
2. on a regardé / nous avons regardé
3. tu as rêvé
4. ils ont rêvé
5. tu as acheté
6. il a acheté
7. vous avez chanté
8. elles ont chanté
9. tu as demandé
10. on a demandé / nous avons demandé 

Le programme:

* Corriger les devoirs

* Répéter bloc G

* Introduction chapitre 7

* Bloc A: écouter

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.

* kan je nieuwe zinnen maken bij bloc G met het boek erbij.

* kan je zeggen welke overeenkomsten en verschillen er zijn bij sporten in Frankrijk en Nederland.

* kan je een gesprek volgen over sport en vrije tijd. 

Répéter bloc G (p. 72)

Traduis:

1. Ik woon in Voorst.

2. Houd jij van Etten?

3. Ja, omdat het een klein dorp is.

4. Ja, wij gaan gitaar spelen.

5. Hoe gaan wij naar de bioscoop?

6. Wij gaan voetballen.

Corriger:

1. J'habite à Voorst.
2. Tu aimes Etten?
3. Oui, pare que c'est un petit village.
4. Oui, on va (of nous allons) jouer de la guitare. 
5. Comment on va au cinéma?
6. On va faire du football. (of: On va faire du foot.)

C'était comment, faire les phrases-clés?

😒🙁😐🙂😃

Le programme:

* Corriger les devoirs

* Répéter bloc G

* Introduction chapitre 7

* Bloc A: écouter

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.

* kan je nieuwe zinnen maken bij bloc G met het boek erbij.

* kan je zeggen welke overeenkomsten en verschillen er zijn bij sporten in Frankrijk en Nederland.

* kan je een gesprek volgen over sport en vrije tijd. 

Chapitre 7: Rendez-vous chez moi?

Qu'est-ce que c'est, un rendez-vous?

Introduction

* Doel = iets afspreken in het Frans

* Waarom is dat handig? ;)

* Vidéo

* Ex. 1 et 2b en classe (p. 86)

Le programme:

* Corriger les devoirs

* Répéter bloc G

* Introduction chapitre 7

* Bloc A: écouter

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.

* kan je nieuwe zinnen maken bij bloc G met het boek erbij.

* kan je zeggen welke overeenkomsten en verschillen er zijn bij sporten in Frankrijk en Nederland.

* kan je een gesprek volgen over sport en vrije tijd. 

Bloc A (p. 88/89)

* Ex. 4a: fais l'exercice à deux ou à trois! Après on va le discuter.

* Lire/écouter le texte sur p. 89. 

* Après: ex. 5a et 5b et corriger.

-> ex. 6ab et 7a (p. 90/91). 

Le programme:

* Corriger les devoirs

* Répéter bloc G

* Introduction chapitre 7

* Bloc A: écouter

* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.

* kan je nieuwe zinnen maken bij bloc G met het boek erbij.

* kan je zeggen welke overeenkomsten en verschillen er zijn bij sporten in Frankrijk en Nederland.

* kan je een gesprek volgen over sport en vrije tijd. 

La fin!

Qu'est-ce que tu as appris ce cours?

Pas de devoirs! :)