2. Conserveren

Conserveren
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Conserveren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Na deze opdracht kun je:
  • uitleggen wat conserveren is.
  • de verschillende conserveermethoden benoemen en beschrijven.
  • zelf appelmoes maken en op de juiste manier conserveren.

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent conserveren?

Slide 5 - Open vraag

Definitie...
Het beschermen tegen aantasting door bijvoorbeeld organismen als bacteriën en   schimmels.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Micro-organismen (m.o.)
  • bacterien
  • virussen
  • schimmels
  • parasieten
  • gist

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn micro-organismen?

Slide 9 - Open vraag

Micro-organismen houden van

Slide 10 - Tekstslide

Conserveren is het langer houdbaar maken van verse producten
Dit doe je door de levensvoorwaarden van micro-organismen zo slecht mogelijk te maken

Slide 11 - Tekstslide

Methoden

Slide 12 - Tekstslide

Pasteuriseren
Dit is Louis Pasteur, 
hij is de uitvinder van dit proces:

Kort verhitten tot  72 graden
De meeste bacteriën gaan dood
Bewaar het nog wel in de koelkast!

Slide 13 - Tekstslide

Steriliseren
Kort verhitten boven 100 graden
Bacteriën gaan dood
Hoeft niet meer in de koelkast
Heel erg lang houdbaar
Andere smaak

Slide 14 - Tekstslide

Koelen
Remt de groei van bacteriën en schimmels

Slide 15 - Tekstslide

Invriezen

Bacteriën en schimmels kunnen niet voortplanten onder nul graden Celsius, dus invriezen verhindert bederven.
Na ontdooien wel weer voortplanting mogelijk!

Slide 16 - Tekstslide

Vacumeren
Zonder zuurstof geen groei mogelijk: 
luchtdicht verpakken
(vacuüm)

Slide 17 - Tekstslide

Drogen
Zonder vocht kunnen micro-organismen niet tot nauwelijks groeien. Het water wordt dan uit het voedingsmiddel gehaald.

Slide 18 - Tekstslide

Roken
Roken maakt een product droger, waardoor micro-organismen niet kunnen groeien. 
Vanouds wordt dit proces al toegepast bij vlees en bij vis. Er is een onderscheid tussen koud roken, wat uren duurt en waarbij de temperatuur vaak onder de 25°C ligt, en warm roken waarbij hogere temperaturen worden gebruikt. 

Slide 19 - Tekstslide

Toevoegen van zout of suiker

Veel toegevoegd zout of suiker onttrekt vocht aan het voedsel.  
Hierdoor zijn producten als jam (door suiker) of droge worst (door zout) lang houdbaar. Deze producten bevatten hierdoor echter wel heel veel calorieën of zout.

Slide 20 - Tekstslide

Toevoegen van zuur

Bijvoorbeeld azijn maakt producten langer houdbaar. De meeste micro-organismen houden namelijk niet van een zure omgeving. Zure haring is hiervan een voorbeeld. 

Slide 21 - Tekstslide

E-nummers toevoegen



Stoffen die toegevoegd worden. Kunnen natuurlijke stoffen zijn zoals suiker of zout. Maar kunnen ook chemische stoffen zijn.

Slide 22 - Tekstslide

E-Nummers
Hulpstoffen worden toegevoegd om houdbaarheid, geur, smaak en/ of kleur te verbeteren. Deze toevoegingen noem je additieven.

E-nummers komen uit de natuur of worden kunstmatig gemaakt in de fabriek!
(de E betekent dat de stof goedgekeurd is door Europa)

Slide 23 - Tekstslide





Pasteuriseren





steriliseren

Verhitten 
tot 72 graden
Verhitten 
boven 100 graden

Slide 24 - Sleepvraag

Om de temperatuur ongunstig te maken kan je twee dingen doen. Welke twee?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen pasteuriseren en steriliseren?

Slide 27 - Open vraag

Micro-organismen houden van vocht. Hoe kan je deze levensvoorwaarden slecht maken?

Slide 28 - Open vraag

Bacterien hebben zuurstof nodig?
Hoe zorg je ervoor dat de zuurstof uit het product is?
A
door in te vriezen
B
door te vacumeren
C
door steriliseren
D
door drogen

Slide 29 - Quizvraag

steriliseren
drogen
pasteuriseren
roken

Slide 30 - Sleepvraag

versuikeren
verzuren
vacumeren
invriezen

Slide 31 - Sleepvraag

Appelmoes
In de planner vind je de opdracht (en inleverknop) :


Lees de opdracht goed door, voer uit en maak het verslag volgens opdracht.
APPELMOES

Slide 32 - Tekstslide