TH1 Hoofdstuk 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Leerdoelen

* Kenmerkende aspecten: Herkennen en toepassen

*Leerdoelen blz. 38

Welk figuur uit de Griekse mythologie wordt vaak afgebeeld met een wereldbol op zijn schouders?

1. Athena
2. Poseidon
3. Atlas
4. Zeus

Hoe noemen we het wanneer je gelooft in meerdere goden?

1. Monotheïsme
2. Griekse mythologie
3. Polytheïsme
4. Jodendom

Wie was de oppergod in de Griekse mythologie?

1. Achilles
2. Zeus
3. Apollo
4. Hades

Wie is volgens de Griekse mythologie de god van zee?

1. Neptunes
2. Atlantis
3. Poseidon
4. Momoa

Hoe heette het gevleugelde paard uit de Griekse mythologie

1. Pegasus
2. Schimmel
3. Hercules
4. Gaja

Wat is de naam van dit fabeldier uit de Griekse mythologie? De Grieken geloofden dat het in staat was steeds opnieuw uit zijn eigen as herboren te worden.

1. Vogel
2. Feniks
3. Adelaar
4. Parus Major

In de Griekse mythologie was ze de godin van de overwinning. Haar beroemdste beeltenis is te vinden in het Louvre. Welke godin zoeken we?

1. Demeter
2. Persephone
3. Athena
4. Niké

Paragraaf 1 Griekse stadstaten

• Weinig landbouwgrond in Griekenland
• Vanaf 9de eeuw v.C. : Bevolkingsgroei
• Gevolg: op zoek naar koloniën (voor voedsel)
• Griekse cultuur in koloniën
• vb Napolis
  
• 
  

Griekenland en koloniën

Bestuur

• Griekenland bestond uit stadstaten = poleis / polis

•  Elke polis had eigen bestuur, leger en markt
• Voorbeeld Athene en Sparta
  

Bestuursvormen

• Monarchie - bestuur door koning
• Aristocratie - bestuur door adel
• Oligarchie - bestuur door kleine groep (bv Sparta)
• Tirannie - bestuur door alleenheerser
• democratie - bestuur door het volk
  

Atheense Democratie

• In 509 v.C. werd tiran weggejaagd
• nieuwe bestuursvorm = democratie
• Demos = volk / Kratein = macht. VOLKSMACHT
  

Hoe werkte de Atheense democratie?

• Alleen burgers mogen stemmen: 

1. mannen
2. vrij
3. geboren in Athene
4. ouder dan 18 jaar
   

Besturen

• Volksvergadering was 40 keer per jaar.

• Kiezen leiders vloot / leger, raad van 500 en rechters.
• Dagelijkse leiding door raad van 50.
  
• Atheense democratie was een Directe democratie
  

Ostracisme

• Schervengerecht
• 1 keer per jaar
• 1 persoon wegstemmen die teveel macht kreeg
• 10 jaar uit de stad verbannen
  

Iemand neemt met geweld de macht over.

Bestuursvorm waarbij een tiran de baas is

Monarchie

Aristocratie

Tirannie

Democratie

Alleenheerser

Bestuursvorm met een alleenheerser, koning

Enkele mensen de baas

Bestuursvorm waarbij weinig/enkele mensen de baas zijn, vaak rijke mensen

Volk kiest

Bestuursvorm waarbij het volk de eigen bestuurders kiest

Paragraaf 2 

1. Perzische oorlog: 5de eeuw v.C.

    Tussen Griekse steden en Perzië

2. Peloponnesische oorlog

    Tussen Athene en Sparta

Perzische oorlogen 5de eeuw v.C.

• Griekse poleis in Perzisch gebied komen in opstand.

•  Perzië verliest 2 keer:                                                                                  1. Slag bij Marathon                                                                                    2. Slag bij Salamis
  

www.google.com

Perzische oorlogen

1. Oorlog 490 v.C: Grieken tegen Darius I (Perzië). Grieken winnen.
   
2.  Oorlog 480 v.C: Grieken tegen Xerxes (Perzië).  Perzen winnen slag bij Thermopylae. Grieken winnen slag bij Salamis. GEVOLG: einde Perzische oorlogen.