Laagland cursus 11 les 8

Laagland cursus 11
negentiende eeuw, les 8
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Laagland cursus 11
negentiende eeuw, les 8

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • antwoorden controlevragen
  • huiswerk bespreken
  • quiz over cursus 11
  • aan de slag met de taak

Slide 2 - Tekstslide

Antwoorden controlevragen 
51. Wat is het verschil tussen realisme en naturalisme? naturalisten: tekst moet zo neutraal mogelijk zijn en niet moraliserend (auctoriale verteller, objectief waarneembare werkelijkheid, behandeling van taboeonderwerpen)
52. Wat is determinisme? bij de mens is de vrije wil aan banden gelegd door erfelijkheidsfactoren en de invloeden van het sociale milieu
53. Wat zijn de drie determinerende factoren? erfelijkheid, woon-en leefomstandigheden/milieu, tijd

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden controlevragen 
54. Wat verstaan we onder temperamentenleer? ieder mens geboren met bepaalde temperamenten, medebepaald door erfelijke factoren
55. Welk temperament zien we vaak terug in naturalistische verhalen en romans? nerveus temperament
56. Wat is de afloop van veel naturalistische verhalen? ontnuchtering, desillusie, dood
57. Noem vier Nederlandse naturalistische schrijvers. Marcellus Emants, Lodewijk van Deyssel, Frederik van Eeden, Louis Couperus

Slide 4 - Tekstslide

huiswerk opdracht 7
a De verteller van Noodlot.
b “wat er verder gebeuren zou, zou gebeuren, onherroepelijk, noodlottig”. Bertie heeft geen vrije wil: “ik werd er toe gedwongen, door machten buiten me”.
c Nee, Bertie vindt dat machten buiten hem zijn gedrag bepalen.
d Het noodlot is onherroepelijk, er is niet aan te ontkomen.
e Bertie verschuilt zich achter de deterministische factor erfelijkheid (race). Dat blijkt onder andere uit: “Maar kan ik er iets aan doen, dat ik zo ben? Ik word geboren, zonder het te vragen; ik krijg hersens zonder het te willen…” of “ik ben zoals ik ben, ik kan het niet helpen, dat ik zo ben”.
f De vriendschap wordt geïdealiseerd in “Het offer der vriendschap”. De vriendschap wordt vooral in Noodlot als bedrog voorgesteld. Bertie heeft Frank bedrogen en misleid.

Slide 5 - Tekstslide

Laagland cursus 11
test jezelf

Slide 6 - Tekstslide

De negentiende eeuw wordt in zijn algemeenheid gekenmerkt door:
A
absolutisme en rationalisme
B
nationalisme en pragmatisme
C
nationalisme en imperialisme

Slide 7 - Quizvraag

Wie was de allereerste koning van het Koninkrijk Holland?
A
Lodewijk Napoleon
B
Willem van Oranje
C
Willem I
D
Willem Alexander

Slide 8 - Quizvraag

Wat deed Thorbecke?
A
nieuwe grondwet maken, NL parlementaire democratie
B
splitsing van NL en België voorkomen
C
nationaal gevoel versterken door Rijksmuseum te bouwen

Slide 9 - Quizvraag

Romantiek is:
A
uit verzet vluchten in nationalisme en fantasie
B
uit onvrede verzetten tegen of vluchten uit bestaande wereld
C
verzetten tegen bestaande orde en vluchten in drank en drugs

Slide 10 - Quizvraag

Sehnsucht, Weltschmerz, expressie van eigen gevoelens horen bij:
A
Romantiek
B
sentimentalisme
C
impressionisme

Slide 11 - Quizvraag

Dit schilderij hoort bij:
A
Romantiek
B
Impressionisme
C
Realisme

Slide 12 - Quizvraag

Dit schilderij hoort bij:
A
Romantiek
B
Realisme
C
Impressionisme

Slide 13 - Quizvraag

De Beweging van Tachtig wilde:
A
massalectuur voor burgers stimuleren
B
kunst vooral commercieel maken
C
literatuur losmaken van opvoedkundige en morele bedoelingen

Slide 14 - Quizvraag

Het 'terug naar het verleden' leidde tot nationalisme, wat je kunt herkennen in:
A
aandacht voor klassieke cultuur, ballades en sprookjes
B
aandacht voor de Gouden Eeuw, sprookjes, terugkeer van ballades
C
aandacht voor middeleeuwen, experimentele poëzie en ballades

Slide 15 - Quizvraag

Piet Paaltjens was een romanticus omdat:
A
hij de draak stak met liefde en vooruitgang
B
hij door middel van humor ontsnapte aan de tragiek van leven en liefde
C
hij een boek schreef over de Gulden Sporenslag van 1302

Slide 16 - Quizvraag

Max Havelaar. Wat is de echte naam van de schrijver?
A
Max Havelaar
B
Multatuli
C
Eduard Douwes Dekker
D
Batavus Droogstoppel

Slide 17 - Quizvraag

De leus van de Tachtigers was:
A
eerste de vorm, dan de vent
B
l'art pour l'art
C
vrijheid, gelijkheid, broederschap
D
liefde is lijden

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heette het tijdschrift van de Tachtigers?
A
De Gids
B
Forum
C
De Stijl
D
De Nieuwe Gids

Slide 19 - Quizvraag

Wat is geen determinerende factor?
A
erfelijkheid
B
opvoeding
C
karakter
D
tijd

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de thematiek van Couperus?
A
noodlot
B
verlatingsangst
C
liefde
D
desillusie

Slide 21 - Quizvraag

Wat is naturisme?
A
het verschijnsel dat mensen in hun vrije tijd bloot lopen
B
literaire stroming rond 1900
C
grote liefde voor de natuur

Slide 22 - Quizvraag

Aan de slag
  1. Stel een leeskring samen en laat een iemand mij een slack van de groepsleden sturen. 
  2. Ga aan de slag met taak 1 t/m 4: Lees de dichtbundel Snikken en grimlachjes van Piet Paaltjens (bieb of pdf op elo) en maak de verwerkingsopdracht (zie elo) in je schrift. 

Slide 23 - Tekstslide