Didactische werkvormen

Sl als lesgever
7. Didactische werkvormen
LE11 Les 5
Tussenstand LessonUp 
na 4 lessen
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Sl als lesgever
7. Didactische werkvormen
LE11 Les 5
Tussenstand LessonUp 
na 4 lessen

Slide 1 - Tekstslide

Didactische werkvormen
Hoe laat ik ze leren?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe laat ik ze leren?
Sl als lesgever; Didactische werkvormen

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn didactische werkvormen ?
Een didactische werkvorm is een effectieve weg die de lesgever en deelnemers samen bewandelen om gewenste doelen te bereiken.
Het zijn manieren om leren in de zaal (veld, zwembad) zo te organiseren, dat deelnemers zoveel mogelijk leren.
Het zijn gedragswijzen van de lesgever, gericht op het tot stand brengen van leerervaringen, met het oog op het realiseren van bepaalde doelstellingen
Het geheel van didactische handelingen die in de groep door de lesgever worden gebruikt, met het oog op het bereiken van vooraf bepaalde doelstellingen

Slide 4 - Tekstslide

Met 'zoveel mogelijk leren' kun je bedoelen:
Het zijn manieren om leren in de zaal (veld, zwembad) zo te organiseren, dat deelnemers zoveel mogelijk leren
Bepaalde bewegingsvaardigheden
= motorisch
Bepaalde sociale vaardigheden
= sociaal affectief
Bevorderen van zelfstandigheid
Bevorderen van mondigheid
= sociaal affectief
= sociaal affectief
Bepaalde spelregels
= cognitief

Slide 5 - Tekstslide

In het Model van Van Gelder ?
Op basis van de beginsituatie en de doelstelling kies jij als lesgever voor een bepaalde inhoud van de les / training:

- hoe bouw ik mijn les op
- welke bewegingsvormen kies ik
- welke didactische werkvorm(en) gebruik ik
- hoe ga ik dat organiseren

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat zijn didactische werkvormen ?
Het zijn gedragswijzen van de lesgever, gericht op het tot stand brengen van leerervaringen, met het oog op het realiseren van bepaalde doelstellingen
De activiteit van de lesgever roept uiteraard een bepaalde reactie op bij deelnemers!
Activiteiten lesgever:

- informatie geven
- opdrachten geven
- uitleggen
- voorbeeld geven
Activiteiten deelnemers:

- antwoord geven
- luisteren
- nadoen
- oefenen
Voorbeelden

Slide 8 - Tekstslide

Wat is / zijn voorbeelden van acties van de lesgever / trainer ?
A
Nadoen
B
Oefenen
C
Voorbeeld geven
D
Opzoeken

Slide 9 - Quizvraag

Wat is / zijn voorbeelden van acties van de deelnemers ?
A
Uitleggen
B
Informatie geven
C
Voorbeeld geven
D
Nadoen

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn didactische werkvormen ?
Afhankelijk vd beginsituatie en de doelstelling,
kiest de lesgever de meest geschikte didactische werkvormen
om zijn lesdoelen te bereiken.
1. Met de keuze voor een bepaalde bewegingsvorm (oefening)
2. en de didactische elementen die hij/zij toevoegt
3. probeert de lesgever  te voorspellen
4. hoe de deelnemers reageren
5. om op die manier de deelnemers iets te laten leren

Slide 11 - Tekstslide

Onderstaand allemaal voorbeelden van acties van de deelnemers.
Welke hoort er niet bij?
A
Antwoord geven
B
Oefenen
C
Voorbeeld geven
D
Nadoen

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Didactische werkvormen kun je indelen op drie manieren.
Waaronder valt het uitgangspunt het geven van opdrachten ?
A
Organisatorisch
B
Wijze van aanbieden
C
Ruimte die de lesgever biedt
D
Open werkvorm

Slide 14 - Quizvraag

We delen de didactische werkvormen in op onderstaande drie gebieden. Wat hoort waar?
Organisatorisch
Wijze van aanbieden
Ruimte die de lesgever biedt
Vrij werken
Open werkvorm
Opdracht vorm
Vraagvorm
Werken in groepen
Spelvorm
Gesloten vormen
Klassikaal werken

Slide 15 - Sleepvraag

Waaronder valt:

Uitleg geven aan een groep studenten ?
A
De wijze van aanbieden
B
Organisatorisch
C
Ruimte bieden

Slide 16 - Quizvraag

Waaronder valt:

Vragen stellen n.a.v de uitleg ?
A
De wijze van aanbieden
B
Organisatorisch
C
Ruimte bieden

Slide 17 - Quizvraag

Vrij werken
- Deelnemers hebben een vrije keuze in bewegingssituatie en bewegingsvorm of...
- Twee bewegingssituaties hebben een vaste opdracht en overige zijn vrij
Vrij werken voordelen:
- op eigen niveau en interesse oefenen
- leren zelf op gang te houden
- bevordert zelfstandigheid
- bevordert samenwerking en rekening houden met
- bevordert creativiteit
Vrij werken betekent niet zomaar wat doen!
Maak afspraken over:
- hoe rekening houden met elkaar
- veiligheid
- iedereen MOET actief meedoen

Slide 18 - Tekstslide

Werken in groepen
- Deelnemers verdelen in aantal groepen
- Meestal één groep o.l.v. lesgever, overige groepen zelfstandig
Werken in groepen voordelen:
- gevarieerd aanbod activiteiten
- leren zelf op gang te houden
- bevordert zelfstandigheid
- lesgever kan gericht en met meer individuele aandacht lesgeven
Werken in groepen 
Maak afspraken over:
- hoe door wisselen
- veiligheid
- de mate van vrijheid bij overige onderdelen

Slide 19 - Tekstslide

Werken in een vaste volgorde
- Circuit, toestellenbaan, omgangsbaan, stations vormen
- Verschillende onderdelen op meerdere manieren te kiezen
Werken in vaste volgorde voordelen:
- gevarieerd aanbod activiteiten
- intensief

Werken in vaste volgorde 
Zorg voor:
- positie met overzicht
- voorkom opstoppingen
- bereidt eventuele veranderingsmogelijkheden voor

Slide 20 - Tekstslide

Klassikaal werken
- Alle deelnemers doen hetzelfde, de lesgever bepaalt
- differentiëren
Werken in vaste volgorde voordelen:
- deelnemers leren veel
- bewegingssituatie is overzichtelijk
- makkelijk controleerbaar
- versterkt groepsgevoel
Werken in vaste volgorde 
Zorg voor:
- positie met overzicht
- differentiëren moet mogelijk zijn
- bereidt eventuele veranderingsmogelijkheden voor

Slide 21 - Tekstslide

Open en gesloten
- Vormgeven a.d.h.v. vijf punten (zie onder)
- Alle vijf volledig vrij = open didactische werkvorm!
- Leg je alles vast = gesloten didactische werkvorm!
1 Materiaal: 
2 Ruimte en plaats: 
3 Technische uitvoering: 
4 Groeperen:  
5 De werktijd: 
verschillende materialen aanbieden of als lesgever bepalen wat gebruikt mag worden
zelf weten waar ze oefenen of als lesgever bepalen welke ruimte ze krijgen
zelf bepalen hoe uit te voeren of als lesgever voorschrijven hoe iets moet
varieert van individueel, tweetallen tot hogere aantallen of als lesgever voorschrijven
deelnemers laten werken zonder of juist met tijdsdruk

Slide 22 - Tekstslide

Waarom open didactische werkvormen?
Werken via de weg der geleidelijkheid.
Fouten maken mag!
Actievere rol van deelnemers in hun eigen leerproces.

Slide 23 - Tekstslide

Waarom een actievere rol van van deelnemers in hun eigen leerproces ?
Mensen onthouden ongeveer:

10% van wat ze lezen
20% van wat ze horen
30% van wat ze zien
50% van wat ze horen en zien
70% van wat ze met anderen bespreken
80% van wat ze evalueren en nabespreken
90% van wat ze anderen uitleggen

Slide 24 - Tekstslide

Waaronder valt:

Gesloten of open lessituatie ?
A
De wijze van aanbieden
B
Organisatorisch
C
Ruimte bieden
D
Mond dicht of mond open

Slide 25 - Quizvraag

Welke didactische werkvorm kies je als je zo snel mogelijk een bepaalde techniek wilt aanleren?
A
Open werkvorm
B
Gesloten werkvorm
C
Organisatorisch
D
Wijze van aanbieden

Slide 26 - Quizvraag

Welke didactische werkvorm kies je als je een cognitief of sociaal affectief doel stelt?
A
Open werkvorm
B
Gesloten werkvorm
C
Organisatorisch
D
Wijze van aanbieden

Slide 27 - Quizvraag

Stelling 1 Bij een risicovolle bewegingsvorm kun je het beste een open werkvorm kiezen.
Stelling 2 Gesloten werkvormen zijn gericht op het zo snel mogelijk behalen van resultaat.

Welke stellingen met betrekking tot open en gesloten werkvormen zijn juist?
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Stelling 1 en 2 zijn beide juist
D
Stelling 1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Indeling didactische werkvormen ?
Hoe organiseer je het ?
Hoe bied je het aan ?
Welke ruimte geef je ?

Slide 30 - Tekstslide

Opdrachtvorm
De lesgever geeft een opdracht, deelnemers gaan aan de slag
Geeft opdrachten zonder al teveel aanwijzingen / instructies
- Opdrachten verbaal of visueel
- Open opdrachten = veel inbreng deelnemers
- Gesloten opdrachten = weinig inbreng deelnemers

Slide 31 - Tekstslide

Instructievorm
Eigenlijk een gerichte opdracht ter ondersteuning vh leerproces
Het geven van technische / tactische aanwijzingen
Lesgever moet de bewegingsuitvoering heel goed kennen
- Auditieve instructie (praatje)
- Visuele instructie (plaatje)
- Tactiele of manuele instructie (daadje)

Slide 32 - Tekstslide

Opdrachtvorm of instructievorm ?

"Stap met je rechtervoet op de balk, loop naar de overkant en spring er met een streksprong af".

Tot welke wijze van aanbieden behoort bovenstaande formulering?
A
Open opdrachtvorm
B
Gesloten opdrachtvorm
C
Visuele instructie
D
Manuele instructie

Slide 33 - Quizvraag

Opdrachtvorm of instructievorm ?

"Kom op een of andere manier op de balk, ga naar de overkant en doe een afsprong".

Tot welke wijze van aanbieden behoort bovenstaande formulering?
A
Open opdrachtvorm
B
Gesloten opdrachtvorm
C
Visuele instructie
D
Manuele instructie

Slide 34 - Quizvraag

Opdrachtvorm of instructievorm ?

Bij de uitleg van een tikspel het beeld schetsen van politieagenten die boeven vangen!

Tot welke wijze van aanbieden behoort bovenstaande uitleg?
A
Open opdrachtvorm
B
Gesloten opdrachtvorm
C
Visuele instructie
D
Auditieve instructie

Slide 35 - Quizvraag

Opdrachtvorm of instructievorm ?

Welke wijze van aanbieden laat bijgaan foto zien?


A
Open opdrachtvorm
B
Gesloten opdrachtvorm
C
Visuele instructie
D
Auditieve instructie

Slide 36 - Quizvraag

Vraagvorm
Lesgever stelt vragen, deelnemer wordt aan het denken gezet
Geeft positief effect op kwaliteit van het leerproces
Lesgever komt erachter wat deelnemer weet
Vragen kunnen gaan over techniek, tactiek, spelregels, samenwerking, etc
Info leerstijl deelnemer? Cognitief betrokken of juist oppervlakkig
Leerstijl deelnemer ?

Slide 37 - Tekstslide

Zelfontdekking
Leren door zelfontdekking is efficiënter!
Bevordert motivatie en zelfwerkzaamheid
Goed te combineren met vraagvorm!
Vergt nauwkeurige formulering van opdrachten

Slide 38 - Tekstslide

Wijze van aanbieden

Welke opdracht geeft het meeste leereffect?
A
Ga maar lekker zwaaien
B
Ga zwaaien en probeer zwaai te vermeerderen

Slide 39 - Quizvraag

Wijze van aanbieden

Wanneer is een deelnemer cognitief betrokken op het leerproces ?
A
Als de instructie nauwkeurig uitgevoerd wordt
B
Als de opdracht begrepen wordt
C
Als er wordt geantwoord op een vraag van de lesgever
D
Als er wordt geluisterd naar de vragen van de lesgever

Slide 40 - Quizvraag

Wijze van aanbieden
Stelling:

Tactiele instructie past bij zelfontdekkend leren...
A
Ja
B
Nee

Slide 41 - Quizvraag

 Spelvorm
Al spelend iets aanleren
Wedstrijdecht / game-like leren
Feedback: achteraf coachen
Aandachtspunten
- Info moet hoorbaar zijn
- Heb je weinig volume dan bevriessituaties gebruiken
- Info moet kort en krachtig zijn
- Gebruik non-verbale ondersteuning
- bevriezen = stoppen met bewegen (niet te vaak toepassen)

Slide 42 - Tekstslide

Wijze van aanbieden

De groep gaat de aanval/smash bij volleybal aan het oefenen. De accenten zijn: aanloopje, omhoog afzetten en zo hoog mogelijk raken.

De docent laat vervolgens een voorbeeldje zien.

Welke didactische werkvormen worden bij deze uitleg gecombineerd..?
A
Opdrachtvorm en instructievorm
B
Instructievorm en coachvorm
C
Spelvorm en vraagvorm
D
Instructievorm en zelfontdekkend leren

Slide 43 - Quizvraag

Wijze van aanbieden

De groep is de aanval/smash bij volleybal aan het oefenen. De accenten zijn: aanloopje, omhoog afzetten en zo hoog mogelijk raken.

De docent legt de oefening stil en vraagt aan Melle: op welke manieren kun je omhoog afzetten?

Welke didactische werkvormen worden hierbij gecombineerd..?
A
Opdrachtvorm en feed forward
B
Instructievorm en feedback
C
Coachvorm, vraagvorm en feed forward
D
Coachvorm, vraagvorm en feedback

Slide 44 - Quizvraag

Wijze van aanbieden

De groep is de aanval/smash bij volleybal aan het oefenen. De accenten zijn: aanloopje, met twee voeten afzetten en zo hoog mogelijk raken.

De docent legt de oefening stil en vraagt aan Melle: hoe moest je nou afzetten?

Welke didactische werkvormen worden hierbij gecombineerd..?
A
Opdrachtvorm en feed forward
B
Instructievorm en feedback
C
Coachvorm, vraagvorm en feed forward
D
Coachvorm, vraagvorm en feedback

Slide 45 - Quizvraag

Indeling didactische werkvormen ?
Hoe organiseer je het ?
Hoe bied je het aan ?
Welke ruimte geef je ?

Slide 46 - Tekstslide

Waar invullen op het LVF ?
Hoe invullen op het LVF ?
Wanneer invullen op het LVF ?

Slide 47 - Tekstslide

LE11 DIDACTIEK overzicht

- algemene doelstelling bepalen
- beginsituatie beschrijven
- specifieke doelstelling formuleren
- specifieke beginsituatie beschrijven
- consequenties lesgeven weergeven 
- bewegingsvormen kiezen
- didactische werkvormen beschrijven
Wat is er nog niet duidelijk
Waarom zijn die eerste vier stappen ook alweer in blauw beschreven?

Slide 48 - Tekstslide