Les saisons - les mois

Le programme
-corriger les devoirs
- voca b et e à la page 40
-lire
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Le programme
-corriger les devoirs
- voca b et e à la page 40
-lire

Slide 1 - Tekstslide

les devoirs
Maak oefening 16 en 17 vanaf blz. 22. Sla de luisteroefening over.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel

Ik ken de maanden en seizoenen in het Frans op het einde van deze les

Slide 3 - Tekstslide

Sleep de Franse woorden naar de Nederlandse woorden
de lente
de zomer
de winter
de herfst
l'automne
le printemps
l'été
l'hiver

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Video

Geef de 4 seizoenen in het Frans

Slide 6 - Open vraag

Noem alle maanden in het Frans

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Sleep de Nederlandse woorden naar de Franse woorden
je
tu
il
nous
elles
vous
ik
jij
hij
wij
jullie
zij

Slide 9 - Sleepvraag

Geef de maanden van 'l'hiver' en français

Slide 10 - Open vraag

Hoe zeg je augustus in het Frans
A
auot
B
ouat
C
aout
D
oaut

Slide 11 - Quizvraag

Mois quatre de l'année (vierde maand van het jaar)
A
février
B
avril
C
mai
D
juin

Slide 12 - Quizvraag

Quel est le mois après aout (geef de maand die na augustus komt)?

Slide 13 - Open vraag

Mois dix de l'année (geef de tiende maand van het jaar)
A
novembre
B
juillet
C
mai
D
octobre

Slide 14 - Quizvraag

Noem de 4 seizoenen in het Frans

Slide 15 - Woordweb

Wat betekent "le mois"
A
het jaar
B
de maand
C
de dag
D
de eeuw

Slide 16 - Quizvraag

Le dernier mois de l'année (geef de laatste maand van het jaar)
A
janvier
B
juillet
C
novembre
D
décembre

Slide 17 - Quizvraag

Le mois après mai
A
mars
B
juin
C
aout
D
juillet

Slide 18 - Quizvraag

Hoe zeg je in de zomer in het Frans?
A
en automne
B
au printemps
C
en été
D
en hiver

Slide 19 - Quizvraag

Hoe zeg je 'in de lente' in het Frans?

Slide 20 - Open vraag

noem alle maanden en seizoenen in het Frans die je nu kent

Slide 21 - Woordweb

Aan de slag!
  • Maak oefening 9 t/m 12 vanaf blz. 16

Slide 22 - Tekstslide