Week tegen pesten

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Humor is heel divers. Niet iedereen vindt hetzelfde leuk. De één kan keihard lachen als iemand uitglijdt over een bananenschil terwijl de ander juist de slappe lach krijgt van een goede, slimme woordgrap. En verschillende (sub)culturen hebben ook verschillende vormen van humor.

In deze les gaan we onderzoeken wat humor is, waar het vandaan komt en wat jullie zelf echt grappig vinden. Wanneer is iets een ‘goede’ of juist ‘slechte’ grap? Mag alles zomaar onder het mom van ‘grapje’, en wat doe je als je iets echt niet vindt kunnen? Zijn er eigenlijk ‘regels’ voor een grap? En zo ja… wie bepaalt die dan? We bekijken samen verschillende kanten van ‘humor’ en vertellen elkaar ook wat jij zelf écht grappig vindt, want (heel belangrijk!) lachen is hartstikke gezond!

Deze les is ontwikkeld voor de Week tegen Pesten 2022, met het thema: ‘Grapje? Moet toch kunnen?!’

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1. Wanneer vind jij een grapje te ver gaan?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Wat voel je zelf als een grapje te ver gaat voor jou? En hoe merk je dat aan iemand anders?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Wat kun je doen als je merkt dat een grapje niet meer leuk is?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Wat maakt het vaak zo moeilijk om een grens aan te geven als er een grapje over je wordt gemaakt?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Hoe kan de leraar hierbij helpen? Wat is volgens jou de rol van de leraar?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Wat vind jij belangrijk om af te spreken met de klas om het leuk te houden voor iedereen? Hoe zorg je samen voor een veilige sfeer?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Hoe kun je deze afspraken levend houden met je klas, gedurende het schooljaar?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Wat zegt het woordenboek over humor?

“Humor is het vermogen om iets wat als grappig, amusant of geestig wordt ervaren aan te voelen, te waarderen of tot uitdrukking te brengen. Humor kan ook een aanduiding zijn van de expressie van iets komisch of grappigs in woord, daad of geschrift.”*

*Webster's New World Dictionary of the American Language. Second College Edition, Simon and Schuster, 1982

Slide 11 - Tekstslide

Lachen is gezond!

Dat lachen leuk is en goed voelt, dat weet iedereen.
Maar wist je dat het ook daadwerkelijk goed is voor je lijf en je hoofd?
Lachen…

… is goed voor het immuunsysteem.
… vermindert stress.
… zorgt voor een verbetering van de conditie en betere ontspanning.
… maakt je knapper!
… zorgt voor verbinding met mensen om je heen!

Slide 12 - Tekstslide

Dezelfde humor?

Iedereen heeft een andere voorkeur van humor. Ook hebben verschillende (sub)culturen andere vormen van humor. Een simpel voorbeeld: jij lacht waarschijnlijk met je vrienden om andere dingen dan je familie. En die ene oom met die flauwe grappen waar je tante zo hard om lacht... die is toch echt niet grappig?

Iedereen heeft een voorkeur. Dat is niet zomaar, wist je dat die voorkeur ergens vandaan komt?

Slide 13 - Tekstslide

Hoe zit dat?

Die ene docent Frans snapt jullie grappen en memes helemaal niet maar ze doet zelf wel veel (freaky) tik-tokdansjes met knetterveel likes… iiieuw. Hoe zit dat?

Simpel, je voorkeur van humor komt ergens vandaan! Je kunt verschillende categorieën maken.

1.    Vanuit huis – Je bent opgegroeid met bepaalde vormen van humor. Je begrijpt die goed en kan die goed volgen. Het past bij je.

2.    Vrienden en omgeving – Op school maak je misschien wel andere grappen dan thuis. In je omgeving worden dingen grappig gevonden of niet. Wat op de ene plek en vooral op een bepaald moment grappig is verschilt. Soms kun je grappen ook niet echt navertellen. Het was alleen grappig op dat moment met die groep (in die context).

3.    Leeftijd – Humor is ook leeftijdsgebonden. Poep- en piesgrappen zijn leuk voor je neefje van drie, maar als je ouder bent niet echt meer. Politieke grappen zijn vaak ook leuker als je ouder bent.

4.    Persoonlijke voorkeur – Daarnaast past jouw voorkeur ook gewoon bij je persoonlijkheid! Wie jij bent, met jou normen en waarden, speelt ook zeker een rol. Je vindt dan dingen gewoon leuk of niet.

Slide 14 - Tekstslide

Maar let op… lachen kan ook buitensluiten!

Lachen is natuurlijk hartstikke leuk! Maar let op, lachen kan ook bedoeld of onbedoeld iemand buitensluiten.

Stel je voor:

Je loopt ergens binnen en achter je hoor je ineens gegiechel. Als je je omdraait zie je een groepje dat duidelijk aan het lachen is. Als een van hen dan ook nog eens heel duidelijk naar jou kijkt en je weet waar het over gaat (en ze je niet bij de grap betrekken)…

Hoe zou dat dan voelen?
Wat denken jullie?

TIP: Laat hier eventueel ruimte voor persoonlijke ervaringen/verhalen. Je kunt er naar vragen of juist zelf (eerst) een persoonlijk voorbeeld noemen om een veilige sfeer te bewaken.

Slide 15 - Tekstslide

Uitlachen en pesten

Wanneer is een grap dan pesten, of begint het daarop te lijken?
  • Als er sprake is van een machtsverschil (grap ‘omlaag’, uitleg volgt bij slide 17)
  • Als de intentie van de grap is om opzettelijk te kwetsen
  • Als de grappen steeds over een zelfde persoon gaan
  • Als het (te) vaak of heel regelmatig gebeurt