Wk39 Taalverzorging les 1: de werkwoordsvormen en de persoonsvorm

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Taalverzorging 1

De werkwoordsvormen en de persoonsvorm

Planning

• Tips: n.a.v. brieven
• Herhaling: werkwoordsvormen herkennen
• Oefenen
• Herhaling: de persoonsvorm
• Oefenen
• Lezen + werken aan fictieopdracht 
• Afsluitende opdracht 

Tips n.a.v. brieven

• Schrijf namen (ook achternamen) met een hoofdletter
• Getallen tot en met twintig schrijf je voluit (maar: havo 2)
• Hobbies = hobby's
• Maanden schrijf je met een kleine letter

Werkwoordsvormen

Er zijn vijf werkwoordsvormen:

1. persoonsvorm: verandert mee van tijd en staat in iedere zin
2. voltooid deelwoord: ge-, be-, ver-, vaak in combinatie met een vorm van zijn, hebben of worden.
3. onvoltooid deelwoord: jankend, lachend, mekkerend (-end)
4. infinitief: het hele werkwoord 
5. bijvoeglijk naamwoord: afgeleid van een voltooid deelwoord en er moet een zelfstandig naamwoord achter staan

Het verlaten terrein wordt volgende week leeggemaakt. 

Ik kan de verschillende werkwoordsvormen van elkaar onderscheiden

😒🙁😐🙂😃

    Plaats de werkwoordsvorm in de goede kolom.

infinitief

voltooid deelwoord

glimmen

draaien

gedacht

vragen

gewezen

gefloten

worden

voorspeld

voorspelt

draait

Oefenen

• Maken: opdracht 2 (blz. 3-4)

--> Let op: pvtt = tegenwoordige tijd, pvvt = verleden tijd

• Klaar?: extra opdracht op het bord.

Inf	pvtt (hij-vorm)	pvvt (hij-vorm)	vtdw
douchen
feesten
beloven

Nakijken

• Nabespreken: vul ondertussen opdracht 3 in (blz. 4)

Inf	pvtt (hij-vorm)	pvvt (hij-vorm)	vtdw
douchen	doucht	douchte	gedoucht
feesten	feest	feestte	gefeest
beloven	belooft	beloofde	beloofd

De persoonvorm vinden

• Tijdproef
• Getalproef
• Vraagzin maken

Samengestelde zinnen: zinnen met meerdere persoonsvormen

Ik kan me niet voorstellen dat je haar niet begrijpt. 

Ze had het naar haar zin in Helmond, maar ze is toch verhuisd.

Ze had het naar haar zin in Helmond, maar ze verhuist naar Weert. 

De persoonvorm vinden

1. Tijdproef
2. Getalproef
3. Vraagzin maken

Samengestelde zinnen: zinnen met meerdere persoonsvormen

Ik kan me niet voorstellen | dat je haar niet begrijpt. 

Ze had het naar haar zin in Helmond | , maar ze is toch verhuisd.

Ze had het naar haar zin in Helmond |, maar ze verhuist naar Weert. 

Welke proef werkt het beste bij de bovenstaande zinnen?

De persoonvorm vinden

1. Tijdproef
2. Getalproef
3. Vraagzin maken

Samengestelde zinnen: zinnen met meerdere persoonsvormen

Ik kon me niet voorstellen | dat je haar niet begreep. 

Ze heeft het naar haar zin in Helmond | , maar ze was toch verhuisd.

Ze heeft het naar haar zin in Helmond |, maar ze verhuisde naar Weert. 

Ik kan de persoonsvorm vinden in een zin

😒🙁😐🙂😃

Oefenen

• Maken: opdracht 4

--> Deze opdracht kijken we over 8 minuten samen na

• Klaar?: lezen

Aan de slag

• Lezen + werken aan fictieopdracht 1
• Let op: het is van belang dat je het boek                                                                      af- of aanraadt. Zorg dus voor drie positieve                                                              of drie negatieve beoordelingswoorden.

Boekbeoordeling

1. Wat vind je goed aan deze boekbeoordeling?
2. Wat vind je minder goed aan deze boekbeoordeling?

Welk argument is het sterkst? Naar mijn mening is dit verhaal erg treurig, want...

1. Ik werd er erg verdrietig van.
2. Er gebeurden verdrietige dingen, zoals het overlijden van Jans.
3. Soms kwamen er treurige situaties in voor.
4. Er kwamen veel gevechten in voor.