P3 les 6 Drogredenen en argumenteren

Lesdoelen
Je kunt:
  • je standpunt of conclusie ondersteunen met geldige argumenten;
  • een aantal drogredenen herkennen;
  • je tekst verlevendigen met figuurlijk taalgebruik;


Laatste deel van de les: Schrijven van een overtuigende e-mail
 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
Je kunt:
  • je standpunt of conclusie ondersteunen met geldige argumenten;
  • een aantal drogredenen herkennen;
  • je tekst verlevendigen met figuurlijk taalgebruik;


Laatste deel van de les: Schrijven van een overtuigende e-mail
 

Slide 1 - Tekstslide

Bouwsteen 6 
Argumenteren, schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Even herhalen
  • Je kunt je standpunt onderbouwen met argumenten. 
  • Met een argument zeg je waarom je iets vindt. Je geeft dus een reden. 
  • Een reeks van argumenten noemen we daarom ook wel een redenering of een argumentatie.

  • Je herkent argumenten aan de volgende signaalwoorden
    - want - daarom - omdat - namelijk -

Slide 3 - Tekstslide

Handig!
Soms is het lastig om te bepalen wat het standpunt is en wat het argument is. Je kunt dan de 'want-dus-proef' gebruiken.



Standpunt (want) argument
Argument (dus) standpunt


Slide 4 - Tekstslide

even oefenen
Bolletje 5 lezen luisteren en bolletje 1 van schrijven maken
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Geldige argumenten en drogreden
Een goed argument klopt: het is een objectief, feitelijk argument, of een subjectief argument (een mening) dat goed ingezet wordt.
 
Er zijn echter ook foute argumenten. Dit noemen we ook wel drogredenen (drog= bedrog + reden = argument). Drogredenen lijken geldige argumenten, maar zijn het niet.

Slide 9 - Tekstslide

Drogredenen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

De onjuiste oorzaak – gevolgrelatie
Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.



Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 12 - Tekstslide

Onjuiste vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar:


 

  • Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.
  • Denk maar dat ik mijn huiswerk maak, u kijkt toch niet na.

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

Overhaaste generalisatie
Op grond van een of een enkel voorval wordt er een conclusie
getrokken die voor alle gevallen geldt.



  • Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.

Slide 15 - Tekstslide

De cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.


 

Slide 16 - Tekstslide

De persoonlijke aanval
Je valt de persoon aan en niet zijn argument(en).



 

  • Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Het ontduiken van de bewijslast
Je zoekt een excuus om zelf geen argumenten te moeten zoeken.




  • Dat hoef ik niet te bewijzen, dat ís gewoon zo!

Slide 19 - Tekstslide

Het verschuiven van bewijslast
Je legt de tegenpartij woorden in de mond waarvan de onjuistheid moeilijk is te bewijzen.



  • Ik word later een goede piloot. Vertel mij maar eens waarom dat niet zo zou zijn. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap 
Bepaalde kenmerken of eigenschappen worden overgewaardeerd terwijl andere relevante kenmerken nauwelijks of niet worden genoemd.

 
  • Die leraar heeft altijd dezelfde kleren aan, dat moet wel een saaie leraar zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Het bespelen van het publiek
Je beweert zaken waartegen iemand moeilijk kan ingaan.





  • Je bent toch niet goed bij je hoofd als je daar wil wonen.

Slide 23 - Tekstslide

Een onjuist beroep op autoriteit 
Je beroept je op een bekend persoon, maar die persoon hoeft van het onderwerp helemaal niets af te weten of hij heeft belang bij de zaak.



  • De Amerikanen hadden nooit een atoombom op Japan moeten gooien. Einstein was daar ook fel tegen. 
    (als Einstein ergens tegen is, moet iedereen er tegen zijn?)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

even oefenen

Bolletje 2 van schrijven
(reclameteksten)
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Even nabespreken
opdracht 4 - 5 - 6 van schrijven

Slide 27 - Tekstslide

Herken de drogredenen
6 vragen

Slide 28 - Tekstslide

Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief.
A
Persoonlijke aanval
B
Overhaaste generalisatie
C
Cirkelredenering
D
Het ontduiken van de bewijslast

Slide 29 - Quizvraag

Wat weet jij nou van voetbal, je kan nog geen deuk in een pakje boter trappen.
A
Een onterecht beroep op autoriteit
B
Persoonlijke aanval
C
Cirkelredenering
D
Het ontduiken van bewijslast

Slide 30 - Quizvraag

Geschiedenisonderwijs kan maar beter afgeschaft worden. Je kan er niets meer aan veranderen en oude kleren gooi je toch ook weg.
A
Een verkeerde vergelijking
B
De persoonlijke aanval
C
Het ontduiken van bewijslast
D
Onjuiste oorzaak- gevolgrelatie

Slide 31 - Quizvraag

Er dreigt geen uitbraak van ebola. Als dat wel zo was zou ik geen oog dicht doen.
A
Cirkelredenering
B
Onjuiste oorzaak- gevolgrelatie
C
Het onjuist beroep op autoriteit
D
De persoonlijke aanval

Slide 32 - Quizvraag

Het bouwen van een kerncentrale is best gevaarlijk. Dat hoorde ik Famke Louise laatst nog zeggen.
A
Cirkelredenering
B
Onjuiste oorzaak- gevolgrelatie
C
Het onjuist beroep op autoriteit
D
De persoonlijke aanval

Slide 33 - Quizvraag

Iedereen weet toch dat alle autoverkopers oplichters zijn.
A
Persoonlijke aanval
B
Overhaaste generalisatie
C
Cirkelredenering
D
Het ontduiken van de bewijslast

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Video

Aan het werk

Bolletje 4 van schrijven
(overtuigende mail)
Naar jouw mening staan er te weinig bankjes op het plein voor jullie school. Je besluit hierover een overtuigende e-mail naar de directie te sturen.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Lesdoel gehaald?
Je kunt:
je standpunt of conclusie ondersteunen met geldige argumenten;

een aantal drogredenen herkennen;

een overtuigende e-mail schrijven.

Laatste deel van de les: Schrijven van een overtuigende e-mail
 

Slide 38 - Tekstslide

Afronding

Slide 39 - Tekstslide