Temperatuurfactoren(klimaatfactoren) aardrijkskunde

Temperatuurfactoren op aarde
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Temperatuurfactoren op aarde

Slide 1 - Tekstslide

Over welke onderdelen van het klimaat kunnen we iets zeggen met behulp van de temperatuurfactoren?

Slide 2 - Woordweb

Wat zijn temperatuurfactoren?

Slide 3 - Open vraag

Welke temperatuurfactoren kennen we:

  1. Hoogteligging
  2. Breedteligging
  3. Ligging ten opzichte van zee (land-zee verdeling)
  4. Warmtetransport
  5. Ligging van gebergte 

Slide 4 - Tekstslide

(1)Hoogteligging
1. Hoe hoger hoe kouder
2. Elke 100m omhoog is 0,6°C kouder
3. Hoe hoger hoe minder begroeiing (of andere soort begroeiing dat beter tegen de kou kan)


Slide 5 - Tekstslide

Nederland heeft een gematigd zeeklimaat. Dit komt onder andere door de hoogteligging.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

Op welke manier beïnvloedt de hoogteligging het klimaat van een gebied?
A
Doordat er dan meer regen valt
B
Door er dan minder regen valt
C
Doordat het warmer is als je hoger in de bergen komt
D
Doordat het kouder is als je hoger in de bergen komt

Slide 7 - Quizvraag

Hoogteligging is in Spanje een belangrijke factor voor de verdeling van neerslag
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

(2)Breedteligging
1. Hoe dichter bij de evenaar hoe warmer, hoe verder hoe kouder

Schuine zonnestralen = weinig opwarming
Loodrechte zonnestralen = veel opwarming

Slide 10 - Tekstslide

Hoe-hoe regel Breedteligging:
Hoe verder van de evenaar, hoe...
A
Warmer het klimaat
B
Kouder het klimaat
C
Droger het klimaat
D
Natter het klimaat

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de breedteligging?
A
De afstand tot de noordpool
B
De afstand tot de evenaar
C
De afstand tussen twee breedtepunten
D
De ligging ten opzichte van een breedtelijn

Slide 12 - Quizvraag

Hoe hoger de breedteligging hoe ......... de temperatuur
A
Warmer
B
Kouder

Slide 13 - Quizvraag

Wat bedoelen we met breedteligging?
A
Een cirkel die plaatsen van gelijke breedteligging verbindt
B
De plek waar de breedste rivier ligt
C
een cirkel die twee plaatsen met elkaar verbindt
D
De plek waar je een plaats kunt vinden.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Breedteligging

Slide 16 - Tekstslide

Breedteligging

Slide 17 - Tekstslide

(3)Ligging land ten opzichte van zee
1. Aanlandige wind = komt van zee richting land, komt aan land waaien
-> vochtige wind, zorgt voor een mild effect in de winter en zomer
-> daardoor geen extreme temperatuurverschillen in die periodes

2. Aflandige wind = komt van land richting zee, gaat van het land af
-> Drogere wind, zorgt voor extremere temperaturen in de zomer en winter
-> daardoor wel extremere temperatuurverschillen in die periodes

Slide 18 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Warmtetransport - door wind en water

Slide 21 - Tekstslide

Warmtetransport

Slide 22 - Tekstslide

Koude zeestroom
Warme zeestroom
- weinig verdamping
- weinig neerslag
- koel effect
- vanuit de polen

- veel verdamping
- meer neerslag
- warmer effect
- vanuit de evenaar

Slide 23 - Tekstslide

Ligging van gebergte
Het gebergte dient als klimaatscheiding waarbij er een droge en natte zijde ontstaat

Loefzijde: zijde waar neerslag valt en begroeiing te vinden is
Lijzijde: zijde waar minder neerslag valt en geen tot weinig begroeiing te vinden is

Slide 24 - Tekstslide

Welke temperatuurfactor vind je moeilijk?
Breedteligging
Hoogteligging
Ligging ten opzichte van zee
Zeestromen
Ligging van gebergten
Geen eentje, is makkie
Ik vind ze allemaal moeilijk

Slide 25 - Poll