1.3 Kernbegrippen bij maatschappijleer

1.3 kernbegrippen bij maatschappijleer
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1.3 kernbegrippen bij maatschappijleer

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Lesdoelen
  • Terugblik
  • Wat zijn waarden en normen: uitleg + filmpje
  • Werkboek

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze paragraaf kan ik:
  • Uitleggen wat waarden en normen zijn en hier een voorbeeld bij noemen.
  • Door middel van een voorbeeld uitleggen wat een belang en een belangentegenstelling is.
  • Uitleggen welke machtsmiddelen er zijn en welke volgens jou het best werken.
  • Begrip sociale ongelijkheid uitleggen en aangeven hoe dat in jou omgeving zit.

Slide 3 - Tekstslide

Waarden
Uitgangspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven.
Voorbeelden hiervan zijn:
  1. Gezondheid.
  2. Status.
  3. Vrijheid.
  4. Familie.
  5. Discipline.


Altijd omschrijven in één woord

Slide 4 - Tekstslide

Normen
Opvattingen / regels over hoe je je op grond van waarden behoort te gedragen.
Let op! Normen horen altijd bij een bepaalde waarde!

Slide 5 - Tekstslide

Welke norm hoort bij de waarde familie?

Slide 6 - Open vraag

Terugblik koppel de foto aan het juiste begrip
Waarde
Norm
gezondheid

Slide 7 - Sleepvraag

Aan het einde van deze paragraaf kan ik:
  • Uitleggen wat waarden en normen zijn en hier een voorbeeld bij noemen.
  • Door middel van een voorbeeld uitleggen wat een belang en een belangentegenstelling is.
  • Uitleggen welke machtsmiddelen er zijn en welke volgens jou het best werken.
  • Begrip sociale ongelijkheid uitleggen en aangeven hoe dat in jou omgeving zit.

Slide 8 - Tekstslide

Belang
Het voordeel dat iemand ergens bij heeft

Slide 9 - Tekstslide

Noem een belang wat je
als scholier hebt:

Slide 10 - Woordweb

Belangentegenstelling
Wanneer twee of meer belangen botsen noem je dit een belangentegenstelling.

Voorbeeld: rust en discotheek in dezelfde omgeving.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe kan je anderen beinvloeden?
  • Macht : Het vermogen om het gedrag of het denken
    van anderen te beïnvloeden.
  • Machtsmiddelen: Middelen waarmee je het gedrag
    van anderen kunt beïnvloeden.


Slide 12 - Tekstslide

Machtsmiddelen
- Functie of beroep
- Kennis of vaardigheden
- Aanzien of status
- Overtuigingkracht
- Hoeveelheid geld wat je hebt
- Aantal mensen die gezamenlijk iets willen
- Toegang tot media
- Toegang tot politici of belangrijk persoon
- Het gebruik van geweld

Slide 13 - Tekstslide

Welk machtsmiddel wordt bij iedere afbeelding ingezet?
Functie/beroep
kennis
aanzien/status
overtuiging
geld
media
geweld
invloedrijke mensen

Slide 14 - Sleepvraag

0

Slide 15 - Video

Welke belangen komen er voorbij in dit filmpje? (jongeren/overheid)

Slide 16 - Open vraag


In hoeverre is hier sprake van tegen gestelde belangen?

Slide 17 - Open vraag

Welk machtsmiddelen gebruikt de overheid om de feestjes te stoppen?

Slide 18 - Open vraag

Sociale ongelijkheid
Niet iedereen heeft dezelfde kansen in de maatschappij.

Discriminatie op de werkvloer
Inkomens verschillen
Man - Vrouw



Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten 1.3
1.3 Maken: 5, 6, 7, 14 en 15. 
10 minuten zelfstandig
Klaar? In stilte wat voor jezelf of opdrachten maken van 1.4 

Slide 20 - Tekstslide