1k1 Woordenschat H1

Welkom 1k1!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom 1k1!

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag: 
1e uur: 
-Lezen/ twee leerlingen maken een toets. 
-Herhaling instructie 'Woordenschat' H1.
-Werken op de laptop aan 'Woordenschat' H1
2e uur: 
-Werken aan de opdrachten van 'Taalverzorging' H1. 
-Leren voor de SO. 

Slide 2 - Tekstslide


Veel plezier met lezen!

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen deze les:
-Je kunt vertellen wat een synoniem is. 

-Je kunt de betekenis raden van een onbekend woord met behulp  van een synoniem. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een synoniem? 
Dit weekend was mijn laptop stuk. Ik vond het spannend om mijn vader te vertellen dat mijn laptop kapot was.

Kun jij de synoniemen vinden? 

Slide 5 - Tekstslide

Synoniemen zijn: 
verschillende woorden die hetzelfde betekenen. 
Bijvoorbeeld:   
absent - afwezig
imiteren- nadoen

Slide 6 - Tekstslide

Tijd voor een quiz!
Het woord tussen de haakjes heeft een synoniem.  Zoek op basis van de context het synoniem. 

Slide 7 - Tekstslide

De docent vraagt wie er (ABSENT) is, maar er is niemand afwezig.
A
niemand
B
de docent
C
maar
D
afwezig

Slide 8 - Quizvraag

In deze fabriek (PRODUCEREN) ze badmode. Ze maken er badjassen en bikini's.
A
badmode
B
Ze
C
er
D
maken

Slide 9 - Quizvraag

Niet alleen Tim is (INTELLIGENT), maar ook zijn broer is erg slim.
A
ook
B
broer
C
slim
D
haar

Slide 10 - Quizvraag

De meeste (SCHOLIEREN) komen op de fiets. Sommige leerlingen komen per bus.
A
Sommige
B
komen
C
leerlingen
D
per

Slide 11 - Quizvraag

Ik wist welk antwoord ik moest (OPSCHRIJVEN), maar mijn zusje wist niet wat zij moest noteren.
A
zusje
B
noteren
C
moest
D
wat

Slide 12 - Quizvraag

De synoniem van 'absent' =
A
aanwezig
B
afwezig

Slide 13 - Quizvraag

De synoniem van 'waarschijnlijk' =
A
vermoedelijk
B
ooit

Slide 14 - Quizvraag

De synoniem van 'exact' =
A
snel
B
precies

Slide 15 - Quizvraag

De synoniem van 'gebrek' =
A
vorming
B
tekort

Slide 16 - Quizvraag

De synoniem van 'emoties' =
A
gevoelens
B
verbanden

Slide 17 - Quizvraag

Synoniemen zijn:
A
Twee verschillende woorden met dezelfde betekenis.
B
Twee woorden die je hetzelfde schrijft.

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Aan het werk
Wie? De leukste brugklas van het SCE.
Wat? De opdrachten die bij 'Woordenschat' van H1 horen.
Waar? Nieuw Nederlands op de laptop.
Wanneer? Dit lesuur.
Hoe? Individueel (= alleen).

Eerder klaar? Maak de opdrachten die bij 'Taalverzorging werkwoorden' horen.
Vragen? Aan mij of aan je buurman/ buurvrouw. 

Slide 20 - Tekstslide