Kaartgebruik

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Topo en kaartgebruik
- Aan de slag met B2 & C1

Slide 2 - Tekstslide

Ontdekkingsreizen

Slide 3 - Woordweb

Bekijk hiernaast op de afbeelding een wereldkaart uit de tijd van Columbus.
Sleep de namen van de werelddelen (continenten) naar de juiste plek
Let op: je hoeft maar 3 continenten te slepen!
Noord-Amerika
Europa
Australië
Azië
Zuid-Amerika
Afrika
Antartica

Slide 4 - Sleepvraag

Ontdekkingsreizigers maakten kaarten

Van nieuwe kusten

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opbouw
Een goede kaart is altijd opgebouwd uit drie onderdelen:

  1. Titel
  2. Legenda 
  3. Schaal


Slide 7 - Tekstslide

Titel
Geeft aan waar de kaart over gaat (gebied, klimaat, bevolking, landschap, bodemgebruik etc.)


Slide 8 - Tekstslide

Legenda
Hier worden alle symbolen en kleuren uitgelegd die op de kaart te zien zijn. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Schaal
Die geeft aan hoe vaak de werkelijkheid op de kaart is verkleind. 

Vaak wordt dit als volgt opgeschreven: 1:20.000. Dit betekent dat 1 centimeter op de kaart in werkelijkheid 20.000 centimeter is. 

Slide 11 - Tekstslide

De Noordpijl
De Noordpijl geeft op een landkaart aan waar het noorden ligt.
Staat er geen noordpijl op de kaart dan is de bovenkant van de kaart de Noordkant.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Onderdelen van een kaart
Titel
Legenda
Noordpijl
Schaal

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Overzichtskaarten
thematische kaarten

Slide 17 - Tekstslide

Thematische kaart
Overzichts
kaart

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Video

Titel
Schaal
Legenda

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Maak je eigen kaart
Maak zelf een kaart van een dorp. De naam van het dorp mag je zelf verzinnen en zet je bovenaan de kaart. 

In het dorp zijn natuurlijk veel gebouwen te vinden. Verzin icoontjes die terugkomen in de legenda. 
Jouw dorp heeft: 
3 parkeerplaatsen 
1 kerk
3 scholen
1 zwembad 
1 treinstation
4 dingen die jij zelf hebt verzonnen
Schrijf er zelf minimaal 7 straten in, die je een naam geeft. 
Denk aan de geleerde de opbouw van een kaart.

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag!
1.4 gevolgen ontdekkingsreizen

B2 & C1

Klaar? Werk verder in de leerpaden

Slide 25 - Tekstslide