oefen vragen media deel 1

Massamedia

oefenen voor het schoolexamen



1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Massamedia

oefenen voor het schoolexamen



Slide 1 - Tekstslide

Je klasgenoot vraagt aan jou van wie jullie les hebben bij Maatschappijleer.
'Van mevrouw Akkerman', antwoord je. Wat is 'mevrouw Akkerman' in dit geval?
A
Zender
B
Informatie
C
Middel
D
Ontvanger

Slide 2 - Quizvraag

Je stuurt een mail via je laptop naar de school omdat je het niet eens bent met de lestijden van de school. Wat is het middel in dit geval?
A
Jijzelf
B
De lestijden
C
De laptop
D
De school

Slide 3 - Quizvraag

Hieronder staan vier omschrijvingen van het begrip communicatie. Welke is de juiste?
A
Communicatie is altijd gesproken of geschreven.
B
Communicatie is een middel om informatie te versturen.
C
Communicatie is het doorgeven van informatie.
D
Communicatie is het reageren op de boodschap van de zender.

Slide 4 - Quizvraag

Blozen is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
Indirecte communicatie
C
Verbale communicatie
D
Non-verbale communicatie

Slide 5 - Quizvraag

Met je vriendin uit een andere klas stiekem appen tijdens de les.
A
directe, verbale en meerzijdige communicatie
B
indirecte, verbale, eenzijdige communicatie
C
indirecte, verbale, meerzijdige communicatie
D
directe, non-verbale, meerzijdige communicatie

Slide 6 - Quizvraag

Van welke soort communicatie is er sprake als je een e-mail stuurt?
A
directe en verbale communicatie
B
directe en non-verbale communicatie
C
indirecte en verbale communicatie
D
indirecte en non-verbale communicatie

Slide 7 - Quizvraag

Hier is sprake van:
A
Directe, eenzijdige communicatie
B
Indirecte, eenzijdige communicatie
C
Directe, meerzijdige communicatie
D
Indirecte, meerzijdige communicatie

Slide 8 - Quizvraag

Eenzijdige communicatie
Meerzijdige communicatie
Boek
Netflix
Ex on the beach
Youtube
Gesprek
Snapchat
Whatsapp

Slide 9 - Sleepvraag


Communicatie:

A
vindt alleen plaats als je met iemand praat.
B
B is altijd tweezijdig.
C
is het doorgeven en ontvangen van informatie.
D
is een ander woord voor massamedia.

Slide 10 - Quizvraag

Welke twee voorbeelden horen bij het begrip non-verbale communicatie?
A
Gebarentaal en symbolen.
B
Twitteren en verkeersborden.
C
Foto’s en krantenadvertenties.
D
Vloeken en schilderijen.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van massamedia?
A
TV
B
Krant
C
Radio
D
Verjaardagskaart

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste massamedium in de wereld?
A
TV
B
RADIO
C
Krant
D
Internet

Slide 13 - Quizvraag

1. Kwaliteitskranten en populaire kranten staan hieronder door elkaar. Wat zijn twee kwaliteitskranten?
A
De Telegraaf en Trouw.
B
NRC en de Volkskrant.
C
Metro en het AD.
D
Het AD en de Volkskrant.

Slide 14 - Quizvraag

2. Kwaliteitskranten en populaire kranten staan hieronder door elkaar. Wat zijn twee populaire kranten?
A
Trouw en de Volkskrant.
B
NRC en De Telegraaf.
C
NRC en het AD.
D
De Telegraaf en het AD.

Slide 15 - Quizvraag

3. Je vindt ……………. vaak in een kwaliteitskrant, maar minder vaak in een populaire krant.

Welk nieuws is hier weggelaten?
A
sportnieuws.
B
nieuws over criminaliteit.
C
politiek nieuws.
D
amusementsnieuws.

Slide 16 - Quizvraag

In welk rijtje staan alleen publieke omroepen?
A
SBS, RTL4, Qmusic
B
Radio538, 3FM, Slam
C
KRO, NCRV, Skyradio
D
VARA, EO, TROS

Slide 17 - Quizvraag

Commerciële omroepen hebben als doel om geld te verdienen. Een voorbeeld van een commerciële omroep is:
A
BNN/VARA
B
KRO/NCVR
C
RTL4
D
AVRO/TROS

Slide 18 - Quizvraag

Welke uitspraak over publieke omroepen is juist?


A
hebben als doel geld te verdienen
B
krijgen al hun geld uit reclame-inkomsten
C
ontvangen geld van de overheid
D
zenden geen reclame uit

Slide 19 - Quizvraag

juist of onjuist?

Radio 538 is een publieke omroep.


A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Zenden heel veel reclame uit
A
Commerciele zenders
B
Publieke zenders

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een commerciele omroep?
A
NPO 3
B
SBS6

Slide 22 - Quizvraag

Krijgen geld van de overheid en moeten programma's maken voor alle doelgroepen
A
commerciele zenders
B
publieke omroepen

Slide 23 - Quizvraag

Een belangrijk kenmerk van massamedia is
A
Willen zoveel mogelijk geld verdienen
B
Willen zoveel mogelijk mensen bereiken
C
Hebben een groot publiek
D
Hebben beeld en geluid

Slide 24 - Quizvraag

Voorbeeld van media met een meningsvormende functie is:
A
Talkshow
B
Reclameblok
C
Journaal
D
Soapserie

Slide 25 - Quizvraag

Soms lopen de zes functie van media door elkaar. Noem twee functies van het programma RTL Boulevard.
A
Contacten & Nieuws en informatie
B
Meningsvorming & Ontspanning
C
Reclame & Nieuws en informatie
D
Nieuws en informatie & Ontspanning

Slide 26 - Quizvraag

Massamedia hebben verschillende functies. Via journaals en nieuwssites krijg je ... over politiek of rampen.
A
Nieuws en informatie
B
Amusement
C
Meningsvorming
D
Cultuuroverdracht

Slide 27 - Quizvraag

Informatie
Leren
Meningsvorming
Amusement
Sociaal/Contacten
Emailen naar je beste vriend(in).
Het nieuws volgen.
Informatie zoeken voor school.
Youtube filmpje kijken over het maken van appeltaart
Foto op Insta
Muziek en films downloaden.
Chatten.

Slide 28 - Sleepvraag

Soms lopen de functies van media door elkaar. Noem twee functies van het Journaal
A
Meningsvorming & Informatie
B
Meningsvorming & Amusement
C
Reclame & Informatie
D
Informatie & Amusement

Slide 29 - Quizvraag

Klaar...
Check de begrippen
Lessonup
Samenvattingen

Leren!!

Slide 30 - Tekstslide