Ned Woordkunst

!
Wat gaan we doen?
Tijdens de les krijg je informatie over verschillende soorten gedichten (dichtvormen). Jullie gaan hier zelf mee aan de slag. Je gaat een tekst uitkiezen en beoordelen je gaat een foto maken van een gedicht en je gaat zelf 4 gedichten schrijven. Je mag in een groepje werken zodat je elkaar kunt helpen en samen kunt brainstormen. Jullie moeten wel allemaal een eigen eindproduct inleveren.
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

!
Wat gaan we doen?
Tijdens de les krijg je informatie over verschillende soorten gedichten (dichtvormen). Jullie gaan hier zelf mee aan de slag. Je gaat een tekst uitkiezen en beoordelen je gaat een foto maken van een gedicht en je gaat zelf 4 gedichten schrijven. Je mag in een groepje werken zodat je elkaar kunt helpen en samen kunt brainstormen. Jullie moeten wel allemaal een eigen eindproduct inleveren.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

1

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

  • acrostic poem
  • kennings poem
  • simile poem
  • book spine poem
  • black out poetry
  • cut out poetry
  • shape poem

Slide 17 - Tekstslide

!
Opdracht 1 - stiftgedicht
Een stiftgedicht wordt gemaakt door met een dikke zwarte stift in een bestaande, gedrukte tekst woorden of delen van woorden weg te strepen, net zolang tot wat overblijft een gedicht is. 
Vaak worden voor stiftgedichten artikelen uit bijvoorbeeld kranten of tijdschriften gebruikt of een bladzijde uit een oud boek.
Een aantal tips bij het maken van een stiftgedicht zijn:
Scan de bestaande tekst totdat je een zin of woord vindt dat je raakt.
Kijk of je vanuit dat woord of die zin naar enkele andere woorden of zinnen kunt springen, zodat je het begin van je gedicht krijgt. 
Je kunt ook een gedicht maken met twee verschillende artikelen.
Bedenk eerst het volledige gedicht in je hoofd. Omlijn daarna met potlood de passages die je wilt gebruiken. Op het laatst begin je pas met het daadwerkelijk wegstrepen.



Slide 18 - Tekstslide

stift gedichten

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

!
Opdracht 2 - straatpoëzie

Straatpoëzie vind je op plekken waar iedereen vrij mag komen (openbare ruimtes) In alle steden zijn er veel van zulk soort gedichten. Zoek op internet waar er bij jou in de buurt ergens een straatgedicht is. Je kunt ook familie of vrienden of kennissen vragen of ze iets weten. Maak hier een foto van. Deze opdracht is huiswerk. De foto maak je buiten schooltijd. De foto verwerk je in je eindproduct.

Slide 21 - Tekstslide

Straatpoëzie
straatpoëzie is poëzie die  is aangebracht in de openbare ruimte. Dit betekent dat de tekst dag en nacht gratis bereikbaar moet zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

!
Opdracht 3 - knipselgedicht
• Verzamel oude tijdschriften en folders.
• Knip stukken tekst uit , zinnen en woorden
• Leg uitgeknipte woorden en zinnen naast en onder elkaar.
• Bedenk daarbij welk gevoel je wilt overbrengen.
• Let ook op dat het er ook mooi uitziet
• Lees je knipselregels een aantal keer hardop.
• schuif tot je tevreden bent over je gedicht
• Neem een vel papier en plak je knipselgedicht op.
• Klaar is je knipselgedicht.
• Maak een foto van je gedichtcollage
• gebruik de foto voor je eindproduct

Slide 24 - Tekstslide

Knipsel gedichten

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

!
Opdracht 4 - stapelgedicht

• Je gaat met je groepje naar de mediatheek. Hiervoor vraag je eerst toestemming van je docent.
• Je bedenkt met je groep waar je een gedicht over wilt maken. Kijk goed naar de voorbeelden en de aanwijzingen in .
• Zoek boeken met titels of woorden in de titel die over jullie onderwerp gaan.
• Stapel de boeken zo op dat de woorden een gedicht maken.
• Als je een regel over wilt slaan, leg je een boek omgekeerd op de stapel. De bladzijden zijn dan de witregel.
• Ben je tevreden over jullie gedicht maak er dan een foto van.

Slide 28 - Tekstslide

Stapelgedichten

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

!
Opdracht 5 - vormgedicht

• Zoek op het internet naar een gedicht of songtekst die je wilt  gebruiken. Je mag natuurlijk ook zelf een gedicht schrijven.
• Kijk goed welke vorm bij de tekst zou passen. Overleg met de mensen in je groep en kijk goed naar de voorbeelden .
• Neem een vorm die makkelijk te tekenen is.
• Teken je vorm heel dun met potlood.
• Vul de vorm op met de woorden van het gedicht en gum de potloodlijnen uit.
• Maak een foto van je vormgedicht.

Slide 32 - Tekstslide

Een vormgedicht is een gedicht
waarbij de vorm ook een  belangrijke rol speelt!

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide