les 5 toets Quiz kennisvragen

• EHBO
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Toets 

Jullie maken de vragen over EHBO. 

Welke materialen heb je nodig voor het aanleggen van een vingerverband?

1. Handschoenen, steriele gaasjes, ontsmettingsmiddel, elastische zwachtel, kleefpleister, verbandschaar.
2. Handschoenen, steriele gaasjes, ontsmettingsmiddel, witte zwachtel, kleefpleister, verbandschaar.
3. Handschoenen, steriele gaasjes, ontsmettingsmiddel, hydrofiel zwachtel, kleefpleister, verbandschaar.
4. Handschoenen, steriele gaasjes, ontsmettingsmiddel, sport zwachtel, kleefpleister, verbandschaar.

Youssef werkt in de thuiszorg en fietst van het ene adres naar het andere adres. Zoals altijd heeft hij een kleine EHBO-koffer mee. Hij ziet een man lopen met één hand omhoog. Er blijkt een diepe snee in zijn wijsvinger te zitten; de wond is vies. Youssef wil een vingerverband aanleggen, maar hij ontdekt dat er geen betadine in de EHBO-koffer zit. Wat is een andere manier om de wond schoon te maken?

1. De wond met schoon water spoelen
2. Een extra steriel gaasje op de wond leggen
3. Een pleister op de wond plakken
4. Met handschoenen het vuil van de wond vegen

Welke maatregelen neem je om zo hygiënisch mogelijk te werken bij het slachtoffer?

1. Je mag verband gebruiken uit een geopende verpakkingen
2. Handen wassen/wegwerphandschoenen dragen.
3. Zorg voor een schone omgeving.
4. Geen handen wassen

Hoeveel basisregels van EHBO zijn er.

1. 3
2. 5
3. 1
4. 4

Noem de vijf punten van EHBO.

Waar staan de letters EHBO voor?

Wanneer 112 bellen?

Bij een levensbedreigende situatie

Bij twijfel

Bij spoed eisende gevallen

Wanneer het slachtoffer niet vervoerd kan worden

Welke antwoorden zijn onjuist.

1. Tijdens het aanbrengen van het vingerverband mag het slachtoffer blijven staan.
2. Handsieraden mogen om blijven.
3. Tijdens het wondspoelen loop je met het slachtoffer mee naar de kraan.
4. Tijdens het verband aanbrengen maak je een praatje met het slachtoffer.

Wanneer je 112 belt waar moet je dan op letten?

Waar controleer je op als je klaar bent met het verbinden van de vinger?

1. Het verband zit goed strak.
2. De materialen die over zijn leg je terug in de verbandtrommel.
3. Vragen hoe het slachtoffer zich voelt.
4. Het verband zit stevig maar niet te strak.

Noem drie soorten wonden

Noem drie soorten verband

Wat is een verslikking?

Welke soorten brandwonden ken jij? Noem ze alle drie.

Vooruitblik

Tijdens de volgende les maken jullie vragen over de eerder behandelde hoofdstukken.

Steriel/ hydrofiel. 

Bloedneus.
Werken aan EHBO en veiligheid.