Schreibfertigkeit Periode B A5

Schreibfertigkeit A5
Periode B
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schreibfertigkeit A5
Periode B

Slide 1 - Tekstslide

Welke notatie van de datum in een persoonlijke brief is juist?
(Er kunnen meer dan 1 antwoord juist zijn)
A
Groningen, den 12. Januar 2021
B
Groningen, 12/01/21
C
Groningen, 12-01-2021
D
Groningen, 12.01.2021

Slide 2 - Quizvraag

Welke aanhef in een persoonlijke brief is juist?
(Er kunnen meerdere antwoorden zijn)
A
Liebes Anna
B
Liebe Anna
C
Lieber Jens
D
Liebe Jens

Slide 3 - Quizvraag

Na de aanhef begint de brief met een ... letter

Slide 4 - Open vraag

Na de groet komt
A
wel een komma
B
geen komma

Slide 5 - Quizvraag

Welk antwoord is juist?
A
Mit mir geht es gut
B
Mit mich geht es gut
C
Mir geht es gut
D
Mich geht es gut

Slide 6 - Quizvraag

Waren er viele Leute auf dem Fest?
Welk deel van de zin klopt niet? Schrijf deze woorden op

Slide 7 - Open vraag

Vul de juiste woorden in
... ... viele Leute auf dem Fest?

Slide 8 - Open vraag

Welke zin is juist (meerder antwoorden kunnen goed zijn)
A
Ich gehe in die 10. Klasse
B
Ich bin in der 10. Klasse
C
Ich gehe in der 10. Klasse
D
Ich sitzte in der 10. Klasse

Slide 9 - Quizvraag

Die Arbeit ... Spaß
A
ist
B
tut
C
macht

Slide 10 - Quizvraag

... auch Sport?
(meerdere antwoorden kunnen goed zijn)
A
machst
B
treibst
C
tust

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord klopt niet in de volgende zin:
Ich bin im der 10. Klasse

Slide 12 - Open vraag

im is een samentrekking van

Slide 13 - Open vraag

Ich bin im der 10. Klasse
Hier staat dus
Ich bin in dem der 10. Klasse
Ik zit in de de vierde klas

Slide 14 - Tekstslide

zur is een samentrekking van

Slide 15 - Open vraag

De samentrekking van zu dem is

Slide 16 - Open vraag

am is een samentrekking van

Slide 17 - Open vraag

Ich komme am Wochenende
Ich trainiere am Mittwoch

Slide 18 - Tekstslide

bei dem wordt samengetrokken tot

Slide 19 - Open vraag

in das wordt samengetrokken tot

Slide 20 - Open vraag

Ich hoffe ... (gauw) eine Antwort zu bekommen

Slide 21 - Open vraag

Ich hoffe bald eine Antwort von ... (jou) zu bekommen

Slide 22 - Open vraag

Ich hoffe bald eine Antwort von ... (u) zu erhalten

Slide 23 - Open vraag

Verschil Spezialschule (für Sport) en Sonderschule

Slide 24 - Tekstslide

Die Topsporttalent school ist eine Spezialschule ... (voor) Sportler

Slide 25 - Open vraag

Der Unterrict fängt ... (om) 11 Uhr an.

Slide 26 - Open vraag

Ich bin um 11.00 Uhr ... (klaar).

Slide 27 - Open vraag

Wir haben das Turnier gewonnen.
Vervang das Turnier
Wir haben ... gewonnen

Slide 28 - Open vraag

Wir haben den Wettkampf gewonnen.
Vervang den Wettkampf
Wir haben ... gewonnen.

Slide 29 - Open vraag

Ich habe die Auszeichung gewonnen.
Vervang die Auszeichnung
Ich habe ... gewonnen.

Slide 30 - Open vraag

Welk woord is fout in de volgende zin?
Wie war es Oktoberfest?

Slide 31 - Open vraag

Wie war das Oktoberfest?
Es war sehr interessant.

Slide 32 - Tekstslide

Vul de zin aan:
Es gefällt mit, weil
A
es ist spannend
B
es spannend ist

Slide 33 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
Das Spiel ist 3 Monate her
B
Das Spiel ist 3 Monaten her
C
Das Spiel war vor 3 Monate
D
Das Spiel war vor 3 Monaten

Slide 34 - Quizvraag

Dat is zoals die programma's werken
Das ist wie die Programme ...

Slide 35 - Open vraag

Die ... Lieder sind schön.

Slide 36 - Open vraag