hoofdstuk 2 paragraaf 1, 2 en 3

Hoofdstuk 2
paragraaf 1 en 2
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2
paragraaf 1 en 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

  • je kunt transactiekosten beschrijven en uitleggen hoe instituties transactiekosten verlagen. 
  • je begrijpt dat binnen een autarkie de welvaart lager is dan wanneer er wel geruild wordt.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Autarkie
Een economie waarin niet geruild wordt. Er wordt zelfvoorzienend geproduceerd. 

Slide 4 - Tekstslide

Ruilen
Iedereen gaat een ruil aan, omdat iedereen er beter van denkt te worden: er is een wederzijds voordeel

Beiden hebben voordeel aan een ruil. Anders komt een ruil niet tot stand. 

Slide 5 - Tekstslide

Ruil wederzijds voordeel, 2 voorwaarden
  1. Het moet vaststaan dat de aanbieder van een middel ook de wetmatige eigenaar is
  2. de transactiekosten van de ruil moeten lager zijn dat het wederzijdse voordeel van de ruil 

Slide 6 - Tekstslide

Transactiekosten
  • Kosten die je moet maken om een ruil tot stand te laten komen. Dit kan in tijd en geld zijn. Zoekkosten, reiskosten, parkeerkosten.
  • Als de kosten hoger zijn dan het wederzijdse voordeel, dan is er geen ruil.
  • Instituties maken ruilen gemakkelijker door de transactiekosten te verlagen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Instituties 
Doel van instituties:
  • Transactiekosten verlagen zodat wederzijds voordeel tot stand komt
  • Terugkerende transactiekosten voorgoed verlagen

Landelijke institutie
Bijvoorbeeld Autoriteit Consument & Markt (ACM)


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Eigendomsrechten
  • Ruilen is de overdracht van eigendomsrechten.
  • Officieel bewijs: van kassabon tot notarisakte
  • Patent/octrooi: eigendom van idee, innovatie
  • Auteursrecht: regelt intellectuele-eigendomsrechten (intellectuele eigendomsrechten). Thuiskopievergoeding: compensatie voor creatieve makers

Slide 11 - Tekstslide

paragraaf 3 scholing, specialisatie en organisatievormen
Waarom is specialisatie goed voor een economie?

Kernwoorden
Arbeidsproductiviteit
specialisatie


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Ruil, scholing en specialisatie
Als er geen sprake is van ruil, moet iedereen zelf produceren waar je behoefte aan hebt. Iedereen kan echter in meer behoeften voorzien als mensen zich scholen en specialiseren in iets waar ze goed in zijn en dan met andere mensen ruilen. 
Door scholing en specialisatie (en arbeidsdeling) neemt de arbeidsproductiviteit toe.


Slide 14 - Tekstslide

Arbeidsdeling en arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit is de productie per werknemer in een bepaalde tijdseenheid. 

De gemiddelde arbeidsproductiviteit 
in een bedrijf kan door arbeidsdeling 
omhoog.

Slide 15 - Tekstslide

Specialisatie
Door specialisatie en arbeidsdeling ligt de arbeidsproductiviteit hoger en de kosten dus lager. 
Het lijkt dus logisch je te specialiseren in iets waar je het best in bent en dan vervolgens met anderen te ruilen (die weer ergens anders het beste in zijn).

Slide 16 - Tekstslide