Les 3.3 Genotmiddelen

Genieten
Jongeren: alcohol, drugs en verslavingen


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Genieten
Jongeren: alcohol, drugs en verslavingen


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Wat zijn genotmiddelen?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
(1) Weet je waarom mensen genotmiddelen gebruiken
(2) Gevolgen van Alcohol, Roken en Drugs
(3) Weet je de effecten van genotmiddelen
(4) Weet je het verschil tussen recreatief gebruik en verslaving
(5) Na deze les weet je het verschil tussen Downers, Uppers en Trippers.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn genotsmiddelen?
Het zijn stoffen die door mensen worden gebruikt om zich beter te voelen.







Slide 4 - Tekstslide

Genot komt van genieten. 
timer
1:00
En op welke manier komen jongeren in aanraking met drugs, alcohol en roken?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Jongeren en genotmiddelen
(1) moeilijker met emotie omgaan
(2) minder goede dingen onthouden
(3) zich slechter concenteren
(4) moeilijker leren
(5) van karakter veranderen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort alcohol heb je al een keer geproefd?
Bier
Wijn
Whiskey
Vodka
Champagne

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Roken

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom roken mensen eigenlijk?
Rustgevend gevoel.
Gezelligheid.
Jongeren voelen zich volwassen.
“Stoer" doen.
...

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 belangrijkste stoffen in een sigaret

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de risico's en gevolgen van roken?
A
Longkanker
B
Hartinfarct
C
Blaasontsteking
D
AIDS

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Actief Roken
Passief Roken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drugs

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hard drugs
Soft drugs

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruiken mensen?
Drugs, alcohol en tabak vallen dus onder genotsmiddelen. 
Alle soorten hebben hun eigen invloed. 

Stimulerend (uppers)
Bij deze middelen krijgt de gebruiker het gevoel meer energie te hebben en alerter te zijn. De ademhaling en hartslag verhogen, de bloeddruk stijgt en de spieren spannen zich aan. Voorbeelden: cocaïne en amfetamine maar ook tabak en koffie. Stimulerende middelen worden soms ook wel ‘uppers’ genoemd.
Verdovend (downers)
Hierbij komt de gebruiker in een slaperige roes. Verdovende middelen hebben een kalmerende en ontspannende werking. De gebruiker kan in een slaperige roes komen. De ademhaling en hartslag worden langzamer en spieren ontspannen. Voorbeelden: heroïne en andere opiaten, ghb, maar ook alcohol en slaapmiddelen. Verdovende middelen worden soms ook wel ‘downers’ genoemd
Veranderend van bewustzijn (trippers)
De gebruiker van deze middelen gaat de wereld (heel) anders zien en beleven doordat deze middelen het bewustzijn tijdelijk veranderen. Voorbeelden: LSD, hasj en wiet, paddo’s. Bewustzijnsveranderende middelen worden soms ook wel ‘trippers’ of ‘tripmiddelen’ genoemd.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recreatief gebruik
  • Gebruik voor plezier en ontspanning. Gebruik voor de roes. 
  • Gebruik zonder dat het invloed heeft op werk/school/hobby’s of op contacten met familie en vrienden.
  • Gebruik waarbij men zich bewust is van de risico’s.
  • Gebruik dat matig en gecontroleerd is en dat weinig of geen tijd kost.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Downers
Dit zijn middelen met een verdovende werking. 

Denk hierbij aan alcohol, wiet, opium en slaapmiddelen.

Downers worden vaak recreatief gebruikt. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trippers
Dit zijn middelen die de zintuiglijke waarneming veranderen.
  
Denk hierbij aan paddo's, truffels en LSD.

Trippers worden vooral gebruikt om een verandering van de werkelijkheid waar te nemen. Trippers worden vaak uit nieuwsgierigheid gebruikt. Sommige mensen gebruiken trippers om meer inzicht in zichzelf te krijgen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uppers
Dit zijn middelen met een stimulerende werking. 

Denk hierbij aan cafeïne, nicotine, xtc, cocaïne en speed.

Ook uppers worden vooral recreatief gebruikt. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 manier om drugs in te nemen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fases
  • Experimenteren
  • Recreatief gebruik
  • Gewoontegebruik
  • Problematisch gebruik
  • Verslaving

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verslaafd zijn
Afhankelijkheid zijn van een bepaald middel (bijvoorbeeld drugs, alcohol, roken), waarbij er een enorme behoefte bestaat om dit middel te gebruiken.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwenningsverschijnselen 
 reacties die het lichaam afgeeft als het niet meer het middel binnen krijgt waar iemand aan verslaafd is.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen uppers, downers en trippers?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet je waarom mensen gaan gebruiken?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen recreatief gebruik en verslaving?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies