Lesson 4

Match the cooking words
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Match the cooking words

Slide 1 - Tekstslide

Today's programme
- looking back at last week's lesson
- demonstrative pronouns
- reading and listening: ghost town
- vocabulary exercise the kitchen


Leerdoel: Je weet welke vier demonstrative pronouns er zijn en wanneer je welke moet gebruiken.
Je weet de betekenis van een aantal belangrijke woorden in de keuken.



Slide 2 - Tekstslide

Week 1
4 September
Introduction 
Week 2
11  September
Placement test listening
Week 3
18 September
Placement test reading
Week 4
25 September
Grammar: prepositions and working online
Week 5
2 October
Reading and working online
Week 6
9 October
Listening and working online
Week 7
16 October
Test during class
Week 8 
HOLIDAYS
Week 9
30 October
Electives
Week 10
6 November
Buffer week

Slide 3 - Tekstslide

Looking back at last week's lesson
- reading test in TOA

Slide 4 - Tekstslide

This

enkelvoud (1)
dichtbij
That

enkelvoud (1)
ver weg 
These

meervoud (2 of meer)
dichtbij
Those

meervoud (2 of meer)
ver weg

Slide 5 - Tekstslide


Kies het juiste aanwijzende voornaamwoord, kies uit: 
this / that / these / those

1. Wait a second! That is my shirt,………………. one here is yours.
2. Owen is going to talk to ………………………….. girls over there.
3. I liked ………………………. trainers you were wearing yesterday.
4. ……………….. cinema on Bond Street is much better than this one.
5. Stay inside, ……………..thunderstorm over there is coming our way.
6. ………….. guests here at the front desk have a complaint about their room.
7. Look out! …… road is icy!
8. ……………………….house here is mine.
9. The cats are running to ……………trees over there.
10. ………is my cousin, Elsa.

grammar demonstrative pronouns

Slide 6 - Tekstslide

Can you pass me _______ pen?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 7 - Quizvraag

_______ flowers smell lovely in the garden.
A
Those
B
This
C
That
D
These

Slide 8 - Quizvraag

_______ car over there is very expensive.
A
This
B
Those
C
These
D
That

Slide 9 - Quizvraag

What is a 'ghost town'?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Link

Officially, Monowi is
A
a ghost town
B
an unrecognized town
C
a small town

Slide 12 - Quizvraag

Eiler makes city plans because
A
she wants Monowi to be eligible for state money
B
she has a lot of spare time
C
she wants new people to move in

Slide 13 - Quizvraag

Eiler is happy living in Monowi because
A
she likes to be alone
B
she's hopeful that new residents will come
C
she gets to see visitors often

Slide 14 - Quizvraag

The kitchen

Slide 15 - Woordweb

Exercise 2
I will now hand out an exercise about kitchen vocabulary
the kitchen british english teacher

Slide 16 - Tekstslide

Je weet welke vier demonstrative pronouns er zijn en wanneer je welke moet gebruiken.

Slide 17 - Woordweb

Leerdoel: je weet de betekenis van een aantal belangrijke woorden in de keuken.

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekent cupboard?

Slide 19 - Open vraag

Wat betekent drawer?

Slide 20 - Open vraag

Wat betekent buttermilk?

Slide 21 - Open vraag

Wat betekent cooker?

Slide 22 - Open vraag

Wat betekent a carafe?

Slide 23 - Open vraag

Wat betekent shelf?

Slide 24 - Open vraag

Wat betekent bowl?

Slide 25 - Open vraag

Hoe zeg je 'witlof' in het Engels?

Slide 26 - Open vraag

Ananas?

Slide 27 - Open vraag

Zwarte bessen?

Slide 28 - Open vraag

Vla?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide