h15.2 Snelheid en versnelling

Beweging!
H15.2 Snelheid en versnelling
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Beweging!
H15.2 Snelheid en versnelling

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Inventariseren vragen paragraaf 1
  • Instructie versnellen paragraaf 2
  • Leertekst lezen en begrippennet maken
  • maken opdracht 1t/m 9
  • Nakijken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt een (v,t)-diagram van een beweging maken.
Je kunt het (v,t)-diagram en het (s,t)-diagram van een eenparige beweging schetsen.
Je kunt berekeningen uitvoeren met de snelheid van een eenparige beweging.
Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met een eenparig versnelde beweging.
Je kunt de versnelling van een eenparig versnelde beweging berekenen

Slide 3 - Tekstslide

Versnelde beweging
De lijn in het diagram loopt steeds steiler omhoog.

Slide 4 - Tekstslide

s,t diagram

Slide 5 - Tekstslide

(v,t)-diagram maken
v - verticale as
t - horizontale as

0-4 s Beweging neemt eerst toe
versnelde beweging
na 4s dan is de beweging constant
eenparige beweging

Slide 6 - Tekstslide

Soorten bewegingen

Slide 7 - Tekstslide

st- en vt-diagrammen
Elke beweging heeft zijn eigen bijpassende grafiek. Aan de grafiek kun je dus al zien om wat voor een beweging het gaat. 

Let goed op als je een grafiek bekijkt of zelf maakt, dat je kijkt naar wat er langs de assen staat: afstand (s), en tijd (t) of snelheid (v) en tijd (t). 

Slide 8 - Tekstslide

Eenparige beweging

Slide 9 - Tekstslide

Eenparig versneld

Slide 10 - Tekstslide

Eenparig vertraagd

Slide 11 - Tekstslide

Versnelling 
Als er een gelijkmatige toename in snelheid is... b.v.
na 1 seconde 3 m/s, na twee seconden 6 m/s en na drie  9 m/s
dan is de toename in snelheid 3 m/s elke seconde
DUS de versnelling is 3 m/s2

Slide 12 - Tekstslide

Formule versnelling
1
2
3

Slide 13 - Tekstslide

Versnelling berekenen:



a - versnelling in m/s2
t - tijd in s
v - snelheid in m/s
a=ΔtΔv
Δv=veindvbegin

Slide 14 - Tekstslide

Een motor versnelt gedurende 4 seconden van 72 naar 144 km/h. Bereken de versnelling.
A
5 m/s2
B
5 m/s
C
18 m/s2
D
2 m/s

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de versnelling van deze auto?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Zwaartekracht
Een vallend voorwerp op aarde heeft altijd een valversnelling van 10 m/s².  

Dit is de zwaartekracht die aan het voorwerp trekt. 

Slide 18 - Tekstslide

Zwaartekracht en valversnelling
Zwaartekracht = massa x valversnelling

Fz = m x g 

Fz: zwaartekracht in N
m: massa in kg
g: gravitatiekracht (engelse gravity) 10 m/s^2

Slide 19 - Tekstslide

voorbeeldje met cijfers
100/5/5 = 100/5 = 20 en 20/5=5
Dat kunnen we ook schrijven als 100/(5x5)= 4
5 x 5 kun je ook schrijven als 5²
Dus 100/5/5= 100/5² en daar volgt dus uit:
10m/s/s = 10 m/s²

Slide 20 - Tekstslide

Snelheid omrekenen
Snelheid is vaak in km/uur en moet naar m/s
m/s               km/uur
: 3,6
x 3,6

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Eenparige versnelde beweging
1
2
3
4
5

Slide 23 - Tekstslide

Eenparige versnelde beweging
1
2

Slide 24 - Tekstslide

Eenparig versnelde beweging
Elke seconde neemt de snelheid evenveel toe,

dus neemt de snelheid gelijkmatig toe.

De versnelling blijft dus elke seconde hetzelfde.

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld opgaven 1

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Examen opgave 2016
Op de volgende slide zie je een examen opgave van 2016. Lees de opdracht. Vraag 7 hoef je nog niet te doen. Vraag 8 kun je wel al maken.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide