6.5 V3a, Rekenen aan Lenzen

Pak je spullen:                                
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pak je spullen:                                

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
6.5 Rekenen aan lenzen

  • Quiz
  • Constructie van een virtueel beeld
  • 10 min. opgaven maken.
  • Rekenen met lenzenformule: Opgave 62 op bord
  • Begin aan de oefentoets

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
  • Je kunt rekenen met de lenzenformule.

  • Je begrijpt wat een negatieve beeldafstand is.

Slide 3 - Tekstslide

Welke grootheid in de lenzenformule kan negatief zijn (bij een bolle lens)?

v1+b1=f1
A
Alleen f.
B
v, b en f.
C
Alleen b en f.
D
Alleen b.

Slide 4 - Quizvraag

Uitwisselen:
De volgende persoon mag het uitleggen:

V3

Slide 5 - Tekstslide

Aan welke kant van de lens ligt het beeld, als b negatief is?
A
Aan de rechter kant.
B
Aan dezelfde kant als v, het voorwerp.
C
Aan de andere kant van v, het voorwerp.
D
Aan de linker kant.

Slide 6 - Quizvraag

Uitwisselen:
De volgende persoon mag het uitleggen:

V3

Slide 7 - Tekstslide

Hoe heet het beeld als b negatief is?
A
Een negatief beeld.
B
Een schijnbeeld.
C
Een virtueel beeld.
D
Een nepbeeld.

Slide 8 - Quizvraag

Uitwisselen:
De volgende persoon mag het uitleggen:

V3

Slide 9 - Tekstslide

Constructie virtueel beeld

Slide 10 - Tekstslide

Werken met zachtjes overleg
Opgaven:
Eerst, iedereen: opg. 62, blz. 205

Daarna: 57, 58, 63, 60

timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Nabespreken opg. 62






V3

Slide 12 - Tekstslide

Werken met zachtjes overleg
Opgaven:
Eerst: 57, 58, 63, 60

Daarna: Begin aan oefentoets, blz. 214.



timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk:

Oefentoets afmaken.

Slide 14 - Tekstslide

Hierna: 

Herhalingsslides H6.1 t/m H6.5

Slide 15 - Tekstslide

Stralengang tekenen:
1: spiegelbeeld
       van p tekenen
2: stippellijn van p' naar oog
3: lichtstraal van voorwerp naar spiegel,
waar stippellijn de spiegel snijdt.

4: lichtstraal van spiegel naar oog
p .
p' .

Slide 16 - Tekstslide

Lichtstralen tekenen
  • Echt lichtstralen: Doorgetrokken lijnen
  • Met pijltje in de lijn
  • Achter de spiegel is geen licht, dus alleen stippellijnen
  • Bij spiegelbeeld: Stippel je constructielijnen
  •  Laat zien wat loodrecht of wat even lang is

Slide 17 - Tekstslide

Lucht

Water,
of glas,
of plastic,
enz. ...

Slide 18 - Tekstslide

Onthoud: 
- Bij licht van lucht naar water: Breking naar de normaal toe.
- Bij licht van water naar lucht: Breking van de normaal af.

Want: De vis is dichter bij dan
hij lijkt te zijn!



        

Slide 19 - Tekstslide

                  Hol + Bol
Bolle lens = +lens:
Breekt altijd naar de optische as toe.
=convergeert

Holle lens = -lens:
Breekt altijd van de optische as af.
=divergeert

Slide 20 - Tekstslide

Brandpunt
Brandpunt = Het snijpunt van de stralen die evenwijdig op de lens vallen. 

Als je kijkt naar iets wat oneindig ver weg is, dan is komen de stralen evenwijdig aan bij je oog, dus: b=f;
beeldafstand = branpuntsafstand.

Sterkere lens heeft Kleinere brandpuntsafstand!!

Slide 21 - Tekstslide

Drie constructiestralen bij scherp beeld:
  1. Licht  midden door de lens gaat rechtdoor
  2. Licht evenwijdig aan de optische as gaat na de lens door het brandpunt.
  3. Licht dat door het brandpunt gaat,
    gaat na de lens evenwijdig aan de as.
1

2

2

3
3

Slide 22 - Tekstslide

N is de vergroting: Hoeveel keer groter is het beeld

N = B/V (L_b/L_v)

N = b/v 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Oudziend
  • Ooglens is minder elastisch
  • Je kunt niet goed meer accomoderen.
  • Je hebt een positieve lens nodig

Slide 25 - Tekstslide


Lenzenformule geldt alleen bij een scherp beeld.

b is dus de afstand van de lens tot het scherpe beeld.
v1+b1=f1

Slide 26 - Tekstslide

Bij een bolle lens kan in deze formule
alleen b negatief zijn.

Als b negatief is, 
dan is er sprake van een virtueel beeld.

Dat beeld ligt dan aan dezelfde kant van 
de lens als het voorwerp.

Dit is het beeld bij een loep of vergrootglas.        
v1+b1=f1

Slide 27 - Tekstslide

Bij constructie van een virtueel beeld, gebruik je dezelfde constructiestralen als bij een echt beeld.

1. Midden door de lens rechtdoor.
2. Evenwijdig aan optische as --> vanaf lens door brandpunt.
3. Alsof straal uit het brandpunt komt, en dan vanaf lens evenwijdig aan de optische as.

Enige verschil is dat je de stralen
na de lens teruguit moet stippelen,
totdat ze bij elkaar komen:
Daar is het beeld.

Slide 28 - Tekstslide