10.5 Voortplanting zonder bloemen

Leerdoelen 10.5
  • Je kunt beschrijven hoe planten zich zonder bevruchting (ongeslachtelijk) kunnen voortplanten.
 
  • Je kunt uitleggen hoe je planten kunt veredelen en vermeerderen.

  • Je kunt van verschillende soorten planten aangeven hoelang ze leven.






1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen 10.5
  • Je kunt beschrijven hoe planten zich zonder bevruchting (ongeslachtelijk) kunnen voortplanten.
 
  • Je kunt uitleggen hoe je planten kunt veredelen en vermeerderen.

  • Je kunt van verschillende soorten planten aangeven hoelang ze leven.






Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

De stamper bestaat uit:
stempel
stijl
vruchtbeginsel

Slide 3 - Sleepvraag

De meeldraad bestaat uit:
helmdraad
helmknop

Slide 4 - Sleepvraag

Kelkbladeren
6
Helmknop met helmhokjes
8
Stuifmeelkorrel (mannelijke geslachtscel)
2
Kroonblad
1
Eicel
5
Zaadbeginsel
4
Vruchtbeginsel
13
Stijl
12
Stempel
11
Stamper
14
Helmdraad
9
Stuifmeelbuis (Pollenbuis)
3
Meeldraad
10
Leer de onderdelen van de bloem
Bloemsteel
7

Slide 5 - Tekstslide

In het vruchtbeginsel zitten acht zaadbeginsels.
Elk zaadbeginsel bevat
A
1 eicel
B
1 stuifmeelkorrel
C
8 eicellen
D
8 stuifmeelkorrels

Slide 6 - Quizvraag

Bij een bepaalde bloem bevat het vruchtbeginsel zes zaadbeginsels. In vier zaadbeginsels wordt de eicel bevrucht, in twee zaadbeginsels niet.

Hoeveel zaden ontwikkelen zich in dit vruchtbeginsel?
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 7 - Quizvraag

Het zaadbeginsel is...
A
vrouwelijk
B
mannelijk

Slide 8 - Quizvraag

Welke vorm van bestuiving?
Kruisbestuiving
Zelfbestuiving
(binnen eigen bloem)
Geen bestuiving
Geen bestuiving
Zelfbestuiving
Geen bestuiving

Slide 9 - Sleepvraag

Insectenbloem
Windbloem

Slide 10 - Sleepvraag

Hieronder zie je voorbeelden van verschillende zaden. Sleep de zaden naar de juiste manier van verspreiden.
Leerdoel 13
Je kunt uit afbeeldingen van delen van planten afleidien hoe de vruchten en zaden worden verspreid. 
Verspreiding door dieren
Verspreiding door de wind
Verspreiding door de plant zelf

Slide 11 - Sleepvraag

Check leerdoelen 
Als je deze vragen goed kan beantwoorden ga dan door naar de opdrachten 

Slide 12 - Tekstslide

Welke vorm van ongeslachtelijke voortplanting zie je hier?
A
stek
B
bol
C
uitloper
D
wortelstok

Slide 13 - Quizvraag

Waarmee kun je de afbeelding hiernaast mee vergelijken?
A
stek
B
bol
C
uitloper
D
wortelstok

Slide 14 - Quizvraag

De Hop sterft in de winter boven de grond af en komt in het voorjaar weer op.
De lobelia is meestal niet winterhard. Dat houdt in dat de plant de winter niet overleefd.
Geef aan of de plant:                     ,                      of 
is.
eenjarig
tweejarig
overblijvend

Slide 15 - Sleepvraag

Voortplanting bij planten
Geslachtelijke voortplanting - er is bevruchting en er ontstaan zaden.

Ongeslachtelijke voortplanting - een stukje volwassen plant groeit uit tot een nieuwe plant.

Slide 16 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting

Slide 17 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
bol (met klisters)
knol (met knoppen)
uitlopers
wortelstokken

Slide 18 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
  1.  Stek - stukje van de plant afsnijden. 
  2.  Deling
  3. Uitlopers - stengels boven de grond, bv. aardbeien.
  4. Bol - ondergronds stuk  stengel, met rokken, tussen de rokken groeien klisters, die groeien uit tot nieuwe bollen. 
  5. Knol - ondergrondse uitlopers van stengels, bv. aardappel.
  6. Wortelstok - uit verdikkingen op wortelstokken groeien nieuwe plantjes.

Slide 19 - Tekstslide

De mens kan dit ook zelf
stekken
veredelen

Slide 20 - Tekstslide

Planten vermeerderen: stekken
Je snijdt een stukje van de plant af.

Het stekje zet je in water en als er wortels groeien zet je het stekje in de grond.

Slide 21 - Tekstslide

Planten vermeerderen: veredelen
1. Het kiezen van een plant met de gewenste eigenschappen, die worden gekruist.
2. Uit de zaden worden nieuwe planten gekweekt.
3. De besten worden geselecteerd en gebruikt voor de volgende kruising.
4. De gewenste planten worden ongeslachtelijk vermeerdert.

Slide 22 - Tekstslide

Levenscyclus
Eenjarige planten: planten die maar 1 jaar leven. 

Tweejarige planten: zoals het voorbeeld hiernaast. Vormt in het tweede jaar pas zaden! 

Slide 23 - Tekstslide

Overblijvende of vaste planten
Overblijvende planten kunnen meerdere jaren bloeien. Overblijvende kruidachtige planten worden ook wel vaste planten genoemd. 

- Ieder voorjaar lopen ze opnieuw uit, bloeien en vormen zaden. 
- In de zomer slaan ze reservestoffen op in knollen of bollen. 
- Najaar sterven de bovengrondse delen, de ondergrondse delen overleven.
- In het voorjaar kunnen ze weer snel groeien. 

Slide 24 - Tekstslide

Eenjarige plant
Tweejarige plant

Slide 25 - Tekstslide

Alle opdrachten afmaken en nakijken

Slide 26 - Tekstslide