Les 4K, les woordenschat H2

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even checken: 
Wat moet je verplicht meenemen voor iedere les:

  • Lesboek 
  • iPad 
  • Schrift
  • Pen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat 
Brugklas havo
Toetsweek zomer

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  •  Ik kan verschillende woordstrategieën benoemen en deze toepassen bij het opzoeken van de betekenissen van moeilijke woorden.

Lesdoelen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom
Pak je boek op blz 52,
 je schrift of een blaadje
en je pen 
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • Uitleg woordraadstrategieën
  • Voorlezen tekst 1 
  • Aan de slag met opdrachten

  • Quiz 
  • Vragen stellen
  • Evaluatie en afsluiting 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat H2
blz. 52 t/m 55

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je weet wat woordraadstrategieën zijn
- Je kan de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jasper heeft individueel pianoles,
omdat hij het best presteert als hij alleen les krijgt en zelfgekozen muziek kan spelen.
Overleg in tweetallen 
- Wat betekent individueel?
- Hoe weten jullie dit?
timer
2:00

Slide 10 - Tekstslide

Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis.
Hardloopster Dafne Schippers is een vedette,
een beroemd persoon, die altijd voor de winst gaat.
Overleg in tweetallen 
- Wat betekent vedette?
- Hoe weten jullie dit?

Slide 11 - Tekstslide

Een omschrijving legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit.
De oud-voetballer Arjen Robben
woont nu in een riante villa,
maar hij groeide op in een veel kleiner huis.
Overleg in tweetallen 
- Wat betekent riante?
- Hoe weten jullie dit?

Slide 12 - Tekstslide

Een tegenstelling kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen.
Woordraadstrategie

Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen:

  • synoniem;
  • omschrijving;
  • voorbeeld;
  • tegenstelling;
  • bekend woorddeel.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie synoniem
Zoek naar een synoniem: een ander woord met dezelfde betekenis.
  • Exact - Precies
  • vreemde snuiter - rare snijboon - zonderling

Vaak vind je als je even verder leest in de tekst een synoniem voor een moeilijk woord dat je niet weet.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van herkennen synoniem
'We gingen naar de opticien om een nieuwe bril uit
te zoeken. In de brillenwinkel was er veel keuze.'

Door de rest van de eerste zin begrijp je dat je
bij een opticien brillen kunt kopen. 

In de tweede zin staat een synoniem
voor opticien: brillenwinkel

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie definitie/ omschrijving:
De schrijver geeft al een omschrijving (definitie) van het woord.

  • Mijn oma is geholpen aan staar, een aandoening waarbij de lens is vertroebeld.
  • Misofonie: mensen die zich ergeren aan bepaalde, op zich onschuldige, geluiden, zoals luid ademen, kauwen en harde muziek uit oordopjes.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie: een voorbeeld zoeken:
Soms staan er in een tekst voorbeelden om onbekende woorden uit te leggen. Je weet dan meteen wat de schrijver bedoelt.
  • Bij een voorbeeld vind je vaak de volgende woorden: bijvoorbeeld, zo is er..., zoals, denk maar aan..., neem
  • Ook een dubbele punt kan aangeven dat er voorbeelden volgen: 'zij houden van balsporten: voetbal, volleybal, korfbal.'


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie tegenstelling vinden:
  • Tegenstellingen zijn woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.

  • Als je een onbekend woord tegenkomt, kun je soms de betekenis begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling staat.

  • Zoek je een tegenstelling? Let dan op de volgende woorden: maar, echter, toch, daarentegen.
Bijvoorbeeld:
Goedkoop - duur
begrijpelijk - onbegrijpelijk

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordraadstrategie: Bekend woorddeel
Soms lijkt een woord op een woord dat je wel kent, bijvoorbeeld uit een andere taal. 

Distantiëren --> distant lijkt op distance --> distantiëren betekent afstand nemen.



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We lezen deze tekst samen. 

Schrijf woorden die je nog niet kent of begrijpt
in je schrift. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken 
Woordenschat H2

We lezen met elkaar tekst 1 op blz. 53
Maak daarna opdracht 1 zelfstandig. 
Klaar? Ga dan verder met opdr. 2.3.4 en 6 
blz. 54 en 55. 
Woordenlijst staat op Magister, bij les van morgen. 
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenlijst Woordenschat hoofdstuk  2


  de aankondiging                                                                                 de bekendmaking
  de aanleiding                                                                                              de reden
  de bevestiging                                                                             bewijs dat het zo is
  het commentaar                                                                             opmerking over iets
  het concept                                                                                 voorlopige versie
  het element                                                                                      het onderdeel
  de financiën                                          wat met geld te maken heeft, de geldzaken
  de fraude                                                                             het bedrog met geld
  het kenmerk                                                                         bijzondere eigenschap
  het maximum                                               het hoogste aantal of gewicht van iets
  de opvatting                                                                                           de mening
  de toelichting                                                                                             de uitleg
  de toename                                                                                              de groei
  de variatie                                                                                     de afwisseling




Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitdrukkingen


  elk pondje gaat door het mondje                                               van te veel eten kun je dik worden
  goedkoop is duurkoop                                  Goedkope dingen gaan vaak snel kapot. Dan moet je                                                                               weer wat nieuws kopen en ben je weer geld kwijt.
  praatjes vullen geen gaatjes                                                             je moet werken en niet praten
  iemand uit de tent lokken                                            iemand overhalen iets te doen of te zeggen
  nou breekt mijn klomp                                     ik ben stomverbaasd, nu begrijp ik er niets meer van
  wie de schoen past, trekke hem aan                  als je denkt dat de feedback voor jou is, moet je                                                                                                                                 er wat mee doen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

uitdrukkingen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je vragen?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke strategie wordt hier gebruikt?
Als je op jezelf woont, krijg je te maken met allerlei instanties, zoals verzekeringsmaatschappijen, banken en scholen.
A
synoniem
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
omschrijving

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de synoniemen van onderstaande woorden bij elkaar. 
meteen
standpunt
voedsel
meestal
fabeltje
direct

verzinsel 
eten 
mening
doorgaans

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de betekenis van het aangegeven woord?
De AFSPRAAK tussen de beide meisjes wordt niet nageleefd; zij houden zich niet aan de overeenkomst.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

monster, sample, staaltje of voorbeeld zijn:
A
omschrijvingen
B
synoniemen
C
tegenstellingen
D
voorbeelden

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef zelf een voorbeeld van een tegenstelling.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik verschillende woordstrategieën moet benoemen en kan deze toepassen bij het opzoeken van de betekenissen van moeilijke woorden.

😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak opdracht 1, 2, 3, 4 en 6 en leer de 
woorden van 
de woordenlijst van H1 en H2. 


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je vragen?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat 
Brugklas havo
Toetsweek zomer

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel vandaag
- Ik kan de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden (of opzoeken in een woordenboek).
- Ik ken de betekenis van de woordenlijstwoorden en de uitdrukkingen uit deze paragraaf.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Woordenschat H1

Maken opdracht  5, 6 en 7
op blz 25

Opdracht 1, 2, 3 en 4 zijn af 
en staan in je schrift. 


timer
10:00

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenlijst H1
Citeren
claimen
Communiceren
functioneren
gedogen
introduceren
naderen
ontkennen
promoten
registreren 
stimuleren
uitwerken
verklaren
voorspellen 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag


Leer de theorie van Taalverzorging Hoofdstuk 1 en 2 (zie gekleurde kaders). 
Maak de bijbehorende opdrachten. Klaar? 
Kijk die na op Magister. 
timer
10:00

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies