Sollicitatiebrief

Sollicitatiebrief
- opfrissen van de briefconventies
- indeling alinea's

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Sollicitatiebrief
- opfrissen van de briefconventies
- indeling alinea's

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les...
- weet je aan welke eisen een zakelijke brief moet voldoen.
- kun je zelf een zakelijke brief opstellen.
- weet je wat je in welke alinea van de sollicitatiebrief beschrijft.
- heb je een begin gemaakt met je eigen sollicitatiebrief.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Waar begint een zakelijke brief mee?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Opbouw sollicitatiebrief
  1. inleiding: leg uit op welke functie je solliciteert en hoe je weet dat het bedrijf iemand zoekt voor deze functie.

Probeer een creatieve openingszin te gebruiken en benoem vaardigheden die passen bij de functie.

Slide 6 - Tekstslide

Middenstuk/kern
  Alinea 2: vertel iets over jezelf en leg uit waarom de functie je leuk lijkt. Het is belangrijk dat je enthousiast overkomt.
Alinea 3: leg uit waarom de werkgever juist jou zou moeten aannemen. Vertel bijvoorbeeld welke eigenschappen jou geschikt maken voor de functie. Als je al werkervaring hebt, vertel je dat ook.

Slide 7 - Tekstslide

Slot

Houd het slot kort. Geef aan dat je je brief en cv graag komt toelichten.

Slide 8 - Tekstslide

Ga uit van jezelf!
Sociale vaardigheden kun je ook ontwikkelen achter de kassa van de Jumbo of tijdens een baantje in de horeca.
Samenwerken kun je ook leren tijdens de bootcamp of hockey.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Tips
Zakelijke brief, dus:
- aanspreken met 'u'.
- niet elke zin beginnen met 'ik'.
- zinnen niet te lang maken.
- verkoop jezelf zonder arrogant te zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Noem een USP van jezelf

Slide 13 - Woordweb

Opdracht
Maak opdracht 5 en de examenopdracht uit NU Nederlands.

Schrijven
Hoofdstuk 3
Paragraaf 4

Slide 14 - Tekstslide