examentraining 10

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • stappenplan bekijken
  • tekst maken aan de hand van stappenplan
  • info over woordenboek gebruik
  • inloggen LessonUP
  • oefenen met woordenboek

Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan
  1. Houd de tijd in de gaten.
  2. Kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver etc.
  3. Wat weet je al van het onderwerp?
  4. Lees de hele tekst door.
  5. Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.

Slide 3 - Tekstslide

stappenplan
  1. Lees alinea voor alinea - examenvragen.
  2. Let op de eerste en laatste zin van de alinea.
  3. Bevatten deze een aanwijzing?
  4. Wat is jouw eigen antwoord?
  5. Kies het antwoord wat het dichtste bij jouw eigen antwoord ligt.
  6. Open vragen kort en bondig beantwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Woordenboek

  1. Bekijk eerst of je de betekenis kunt raden door de andere woorden.

  2. Bekijk of het woord op een ander woord lijkt.
  3. Zoek het basiswoord. (slow ipv slowly, extend ipv extended)
  4. Let op :Er staan vaak meerdere betekenissen. 
  5. Oefen met het woordenboek dat je op je examen gaat gebruiken.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

beseech
A
zegenen
B
bestormen
C
overal bekend zijn
D
smeken

Slide 8 - Quizvraag

astute
A
ringvormig koraaleiland
B
scherpzinnig
C
godloochening
D
ontzetten

Slide 9 - Quizvraag

hub
A
middelpunt
B
brommen
C
bedrieger
D
scheepsromp

Slide 10 - Quizvraag

outwardly
A
klaarblijkelijk
B
zwaarder wegen dan
C
buitenwaards
D
buitenwijken

Slide 11 - Quizvraag

posterior
A
nageslacht
B
later
C
absoluut heerser
D
(lichaams)houding

Slide 12 - Quizvraag

seclusion
A
zich wegscheren
B
naadloos
C
afzondering
D
nauwgezet

Slide 13 - Quizvraag

torpid
A
toorts
B
stortvloed
C
marteling
D
gevoelloos

Slide 14 - Quizvraag

unfurl
A
ongeschikt
B
(zich) ontrollen
C
oneerlijk
D
onfeilbaar

Slide 15 - Quizvraag

inure
A
gewennen
B
ingeving
C
krachtig protesteren
D
(zich) binnendringen

Slide 16 - Quizvraag

girder
A
gordel
B
steunbalk
C
hoofdgedachte
D
duizelig

Slide 17 - Quizvraag

compel
A
concurreren
B
ceremoniemeester
C
(af)dwingen
D
medelijden

Slide 18 - Quizvraag

drawl
A
langer worden
B
kwijl
C
vreselijk ontzettend
D
lijzige manier van praten

Slide 19 - Quizvraag