In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
2.8
Les 2
Slide 1 - Tekstslide
Toets
25 maart
Slide 2 - Tekstslide
Welk orgaan werkt er waarschijnlijk niet goed bij diarree? (let op de timer)
A
Maag
B
Dunne darm
C
Alvleesklier
D
Dikke darm
Slide 3 - Quizvraag
Door welk van deze organen komt als enige voedsel (let op de timer)
A
Maag
B
Alvleesklier
C
Lever
D
Appendix
Slide 4 - Quizvraag
Welke spijsverteringssappen kun je noemen? (anoniem)
timer
0:45
Slide 5 - Open vraag
In welk van deze sappen zitten enzymen om koolhydraten te verteren ?
Verteert koolhydraten
Verteert geen koolhydraten
Verteert niets
Gal
Maagsap
Darmsap
Speeksel
Alvleessap
Slide 6 - Sleepvraag
In welk van deze sappen zitten enzymen om Eiwitten te verteren ?
Verteert eiwitten
Verteert geen eiwitten
Maagsap
Darmsap
Speeksel
Alvleessap
Slide 7 - Sleepvraag
Wat doet gal? (anoniem)
timer
0:20
Slide 8 - Open vraag
De uitleg:
In dunne darm worden de (verteerde) voedingsstoffen opgenomen in het bloed. Natuurlijk zo veel mogelijk oppervlakte. De darmplooien en darmvlokken zorgen dat het oppervlakte van de darm groter wordt.