JFK: The Interview & WH-Questions

JFK: the Task
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

JFK: the Task

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Task (Interview) & Past Simple

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Question Words
WH-questions

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WH-Question Words
Wie
Van wie
Wat/welke
Welke
Waar
Wanneer
Waarom
Hoe
... de woorden beginnen met WH!
Who
Whose
What
Which
Where
When
Why
How

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de gele kaartjes naar de juiste vertaling
WAT
WELKE
WIE
WAAROM
WAAR
WANNEER
HOE
HOW
WHO
WHAT
WHY
WHEN
WHICH
WHERE

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

  1. ___________'s your phone number?
  2. ___________ are the museums open?
  3. ___________ have I put my phone?
  4. ___________ is your best friend?
  5. ___________ are you still in bed?
What
When
Where
Who
Why

Slide 7 - Sleepvraag

Which one is missing and why?
'How' does not start with WH, but is still a question word. 
WH-Question Words
"Welke" kun je op twee manieren vertalen in het Engels, namelijk met "what" en met "which".
"what" gebruik je bij een open vraag met géén specifieke keuze, dus elk antwoord is mogelijk.
"which" gebruik je bij een vraag waar er gekozen moet worden tussen gegeven dingen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WH-Question Words
"Welke" kun je op twee manieren vertalen in het Engels, namelijk met "what" en met "which".
What movie did you go see?
Which movie shall we watch? Batman or Spiderman?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct wh-question.
.... are my keys ?
A
When
B
Where
C
Who
D
What

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct wh-question.
.... do you visit your family ?
On Sundays.
A
Who
B
Which
C
Where
D
When

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the sentence with the correct WH-question
A
Which would you like for lunch?
B
What would you like for lunch?

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the right WH-question word:

____ is the nearest supermarket?
A
Whose
B
When
C
Where
D
Who

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the right WH-question word:

______ kind of sandwich is this?
A
Whose
B
Who
C
What
D
All three are possible.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct wh-question.
...... colour are your eyes ?
A
Where
B
When
C
What
D
Who

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

what
are
you
doing
tonight
at eight

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

What could you ask your teacher or classmates?

  1. Write down 1 wh-question to ask your teacher and/or classmate.

  2. Fold it into a tiny paper ball 

  3. Throw it to your teacher if it's your turn 




Make sure it's a kind and polite question

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Questions to ask a suspect during an interrogation

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the missing word:
____ you kill JFK?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the missing word:
____ you live in Russia?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Was or Were?
Het werkwoord 'to be' (zijn) werkt niet met de -ed regel. Je krijgt:
       I was at the supermarket yesterday.
       We were playing games this weekend.


was
were
I / he / she / it
We / you / they

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My sisters ____ at the hockey club this weekend
A
was
B
were

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

It ______ raining all day.
A
was
B
were

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

______ they at the party last weekend?
A
Was
B
Were

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Back on Topic: JFK
In your task:
  • you will use the past simple
  • you will use wh-questions
  • you will write in the correct
     English word order

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Who is your JFK murder suspect?

Slide 34 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

What kind of questions could the FBI ask your suspect?

Slide 35 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies