Hoofdstuk 16. Verkeersrecht

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 3

Hoofdstuk 16. Verkeersrecht

Verkeersrecht

Het verkeersrecht kent veel verbodsbepalingen. De meesten ervan vallen echter niet meer onder het strafrecht. Ze zijn overgeheveld naar het bestuursrecht om praktische redenen. 

Zo hoeft een strafrechter niet meer een oordeel te geven wanneer iemand zijn rijbewijs niet bij zich heeft. 

Centraal staat de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (WAHV)

Verkeersrecht

 Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (WAHV)

Geen strafrecht : Dus geen begrippen als verdachte, overtreding en opsporingsambtenaar  maar :

• Persoon
• Bestuurder
• Toezichthouder
• Gedraging
• Administratieve sanctie

Verkeersrecht

Zware verkeerszaken zijn strafbare feiten gebleven zoals : 

• rijden onder invloed 
• het veroorzaken van de dood of zwaar lichamelijk letsel
•  snelheidsovertredingen van meer dan 30 km per uur. 
•  verkeersovertredingen waarbij mensen gewond raken of waarbij schade aan auto’s of andere goederen ontstaat.

Verkeersrecht

Toezichthouder is o.a. de politie

Administratieve sanctie is de geldboete die de toezichthouder kan opleggen. Hij doet dat in een besluit dat een beschikking wordt genoemd. 

De bekeuring

Bekendste vorm van beschikking. (een officieel document of een schriftelijke uitspraak waarin een bepaalde beslissing wordt genomen door een bevoegde autoriteit) 

In het geval van een bekeuring, bevat de beschikking doorgaans informatie zoals:

• Overtreding: Een beschrijving van de overtreding of het wangedrag dat heeft plaatsgevonden.
  
• Boetebedrag: Het bedrag dat moet worden betaald als straf voor de overtreding.
  
• Betalingsinstructies: Informatie over hoe en waar de boete betaald kan worden.
  
• Termijn voor Bezwaar: Indien van toepassing, de termijn waarbinnen de persoon die de bekeuring heeft ontvangen bezwaar kan maken tegen de beschikking.
  
• Rechten van de Overtreder: Informatie over eventuele rechten van de overtreder, zoals het recht om bezwaar te maken of in beroep te gaan.

Toezichtbevoegdheden

WAHV valt onder het bestuursrecht. Voor de bevoegdheden van de toezichthouder moeten we dan ook naar de Algemene Wet bestuursrecht. In deze wet staan een aantal toezichtbevoegdheden. 

Belangrijke bevoegdheid is die om inlichtingen te vorderen (naam, adres, woonplaats e.d.)

Geeft hij die niet dan overtreedt hij art. 34 WAHV en is hij strafbaar

Procedure : 

• Stopteken en vragen naar naam, adres en woonplaats ( muv camerabeelden)
• Aankondiging van beschikking
• Beschikking per post

Rechtsmiddelen

Ben je het niet eens met de opgelegde boete ?

1. Binnen 6 weken vanaf de datum van de beschikking kun je administratief beroep instellen bij de OvJ in het arrondissement waarde gedraging heeft plaatsgevonden.
2. Het administratief beroep heeft een schorsende werking
3. Volgt er een afwijzing van de OvJ dan kan je beroep instellen bij de kantonrechter. Dit heeft geen schorsende werking!
4. Als laatste rechtsmiddel is er het Hoger Beroep bij het hof van Leeuwarden.

Er is geen cassatie mogelijk!!

Dwangmiddelen

Het innen van boetes is in handen van het Centraal Justitieel Incassobureau

Aanmaning en verhoging boetebedrag

Wie de boete niet betaalt binnen de termijn die op de beschikking staat aangegeven, moet bovenop het boetebedrag 25% extra betalen. De betrokkene wordt door middel van een aanmaning op deze verhoging gewezen.

Dwangmiddelen

Tweede aanmaning en nieuwe verhoging

Blijft ook na de eerste aanmaning boetebetaling uit, dan volgt een tweede aanmaning, waarbij het boetebedrag, inclusief de verhoging, met 50% wordt verhoogd.

 

Dwangmiddelen

 Beslag

De officier van justitie is bevoegd om (door de gerechtsdeurwaarder) beslag te laten leggen op geld of goederen van de betrokkene. De goederen worden dan verkocht en uit de opbrengst wordt de boete met de verhogingen betaald.

Levert het beslag op geld en goederen onvoldoende op, dan kan de officier van justitie besluiten het rijbewijs van de betrokkene in te nemen voor een periode van maximaal vier weken. Ook kan het voertuig van de betrokkene buiten gebruik worden gesteld, eveneens voor maximaal vier weken.