Bandopdracht les 3
1 / 20
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Waar gaat TB5 over?
Slide 5 - Open vraag
Wat is geen muzikale laag?
A
Melodie
B
Bas
C
Vorm
D
Akkoorden
Slide 6 - Quizvraag
Welke muzikale laag heeft geen toonhoogte?
A
melodie
B
akkoorden
C
bas
D
ritme
Slide 7 - Quizvraag
Welke muzikale laag heeft altijd meer noten tegelijk?
A
melodie
B
akkoorden
C
bas
D
ritme
Slide 8 - Quizvraag
Hoe heten de metalen 'streepjes' op de gitaar?
A
Frets
B
Lines
Slide 9 - Quizvraag
Kijk naar het akkoordsymbool voor de gitaar.
Wat betekenen de verticale lijnen
in het akkoordsymbool?
Wat betekenen de verticale lijnen
in het akkoordsymbool?
A
Snaar
B
Fret
Slide 10 - Quizvraag
De gitaar heeft 6 snaren. Van dik naar dun zijn de namen van de snaren:
A
E, D, A, G, B, E
B
E, A, D, G, C, E
C
E, A, D, G, B, E
D
E, B, G, D, A, E
Slide 11 - Quizvraag
Met welk ezelsbruggetje kan je de namen van deze snaren onthouden? (E, A, D, G, B, E)
Slide 12 - Open vraag
Wat speel je op een basgitaar?
A
De bovenste noot van een akkoord
B
De onderste noot van een akkoord
C
De middelste noot van een akkoord
D
Een akkoord
Slide 13 - Quizvraag
Hoe heet onderdeel 4 van het drumstel?
A
Floor tom
B
Snare drum
C
Bass drum
D
Hi-hat
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heet onderdeel 6 van het drumstel?
A
Toms
B
Hi-hat
C
Ride
D
Floor tom
