1. Ik wil dat je
niks op je tafel hebt liggen, behalve de toets.
2. De toets komt op het bord te staan.
3. Ik noem één voor één de goede antwoorden.
4. Check jouw eigen toets of ik goed heb nagekeken.
5. Vragen? Even je hand omhoog en wachten op je beurt.
6. Tel de punten nog een keer na.
7. Geen vragen meer? Dan lever je de toets weer in.