Le 7 juin

 Coucou H3!
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 Coucou H3!

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
- Roland Garros, c' est quoi?
- Herhalen grammatica chapitre 5
-  Afmaken grammaticatrainers online leçon 5


Doelen: Ik herhaal de grammatica van chapitre 5 en kan toepassen
Ik maak kennis met de Franse cultuur

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video


Wat is Roland Garros?
A
Een voetbaltoernooi
B
Een rugbytoernooi
C
Een tennistoernooi
D
Een golftoernooi

Slide 4 - Quizvraag

Vrai ou faux:

Roland Garros is een gras toernooi
A
vrai
B
faux

Slide 5 - Quizvraag

Qui était Roland Garros?
A
un joueur de tennis
B
un nageur
C
un pilote
D
une figure politique

Slide 6 - Quizvraag

Sport:
Hoe heet de trofee van het vrouwentoernooi van Roland Garros?
A
Coupe des Mousquetaires
B
Coupe Philippe-Chatrier
C
Coupe Simone-Mathieu
D
Coupe Suzanne-Lenglen

Slide 7 - Quizvraag

Wie heeft Roland Garros 2022 gewonnen?
A
Djokovic
B
Nadal

Slide 8 - Quizvraag

Grammaire chapitre 5
- onpersoonlijk voornaamwoord En Y
-bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Tekstslide

herhaling y/en

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de vertaling van Y/EN
A
de hele of alle
B
een ER woord
C
mijn, jouw, haar etc..
D
lidwoorden het en de

Slide 11 - Quizvraag

Vervang door y of en
Il mange des bananes
A
y
B
en

Slide 12 - Quizvraag

Vervang door y of en
Je vais en Espagne
A
y
B
en

Slide 13 - Quizvraag

Vervang door y of en
Il habite dans un appartement
A
y
B
en

Slide 14 - Quizvraag

Vervang door y of en
Tu parles de tes copains?
A
y
B
en

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de plaats in de zin van Y/EN?

Slide 16 - Open vraag

Welke zin is juist?
Il va acheter des fleurs demain.
A
Il va en acheter demain.
B
Il va y acheter demain.
C
Il en va acheter demain,
D
Il y va acheter demain.

Slide 17 - Quizvraag

Welke zin is juist?
Je séjourne à Lyon.
A
J'en séjourne.
B
J' y séjourne à Lyon.
C
Je y séjourne.
D
J' y séjourne.

Slide 18 - Quizvraag

Vervang door Y/EN
Tu vas choisir des livres de maths.

Slide 19 - Open vraag

Vervang door Y/EN
Ils marchent sur le quai.

Slide 20 - Open vraag

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 21 - Tekstslide

tante
parents
père
mon
ma
mes

Slide 22 - Sleepvraag

C'est ... père.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 23 - Quizvraag

(hun) ... plage (v)
A
leurs
B
notre
C
votre
D
leur

Slide 24 - Quizvraag

mijn vriend
A
mon ami
B
mes ami
C
ma ami

Slide 25 - Quizvraag

mijn vriendin
A
mon amie
B
mes amie
C
ma amie

Slide 26 - Quizvraag

jouw tafel
A
ton table
B
tes tables
C
ta table

Slide 27 - Quizvraag

haar stoel
A
son chaise
B
ses chaises
C
sa chaise

Slide 28 - Quizvraag

zijn stoel
A
son chaise
B
ses chaises
C
sa chaise

Slide 29 - Quizvraag

haar kast ( v)
A
son armoire
B
ses armoires
C
sa armoire

Slide 30 - Quizvraag

uw bed

A
votre lit
B
vos lits
C
notre lit
D
nos lits

Slide 31 - Quizvraag

hun keukens
A
nos cuisines
B
leur cuisine
C
vos cuisines
D
leurs cuisines

Slide 32 - Quizvraag

haar tuin ( m)
A
son jardin
B
ses jardins
C
sa jardin

Slide 33 - Quizvraag

Ik begrijp de grammatica van chapitre 5 en kan het toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Et maintenant, au travail....
- Finir les grammaticatrainers en ligne chapitre 5
- Reviser la grammaire du chapitre 4!



Slide 35 - Tekstslide

Les devoirs
- Afmaken grammaticatrainers (chp 5)
- Herhalen alle grammatica (chp 4)



Slide 36 - Tekstslide