6-4 4k

Wednesday


April sixth
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wednesday


April sixth

Slide 1 - Tekstslide

Today

  • False friends
  • Dictionary
  •  Reading

Slide 2 - Tekstslide

False Friends

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn False Friends
Sommige Engelse woorden lijken en klinken soms op een Nederlands woord, maar betekenen toch iets heel anders. Je noemt deze woorden false friends.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden
Nederlands
Juiste vertaling
Engels
Juiste vertaling
braaf
well-behaved
brave
dapper
eekhoorn
squirrel
acorn
eikel
mening
opinion
meaning
betekenis
brutaal
cheeky
brutal
wreed
slimme
smart
slim
slank

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden
Nederlands
Juiste vertaling
Engels
Juiste vertaling
rare vogel
strange fellow
rare bird
zeldzame vogel
fabriek
factory
fabric
stof
mug
mosquito
mug
beker
recept
prescription
receipt
bonnetje
bureau
desk
bureau
kantoor, afdeling

Slide 6 - Tekstslide

The words 'friend' and 'vriend' are false friends
A
True
B
False

Slide 7 - Quizvraag

Can you bid to god?
A
Yes
B
No

Slide 8 - Quizvraag

You are so dapper that you jumped off that building
A
right
B
wrong

Slide 9 - Quizvraag

The heroic Dutch knight killed the drake.
A
right
B
wrong

Slide 10 - Quizvraag

My dad earns a lot of money with his loan!
A
right
B
wrong

Slide 11 - Quizvraag

The deer got stuck in a trap.
A
right
B
wrong

Slide 12 - Quizvraag

There is a lot of smoke. There must be brand.
A
right
B
wrong

Slide 13 - Quizvraag

My grandfather worked in the fabric his entire life.
A
right
B
wrong

Slide 14 - Quizvraag

He's just as slim as his brother - he knows everything!
A
right
B
wrong

Slide 15 - Quizvraag

Fill the gap.
This street is quite _______ . You can't drive through it with a big car.
A
small
B
vast
C
narrow
D
solid

Slide 16 - Quizvraag

Dictionary


How to use it and tips

Slide 17 - Tekstslide

I know how to look up words in a dictionary.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Tekstslide

a) Normale
b) Rare
c) Rommelig

Slide 20 - Tekstslide

Wat is juist?
A
normale
B
rare
C
rommelig

Slide 21 - Quizvraag

a) troebel
b) bodemloos
c) helder

Slide 22 - Tekstslide

Welke is juist?
A
troebel
B
bodemloos
C
helder

Slide 23 - Quizvraag

a) producten
b) papier
c) afval

Slide 24 - Tekstslide

Welke is juist?
A
producten
B
papier
C
afval

Slide 25 - Quizvraag

a) zuinig
b) verspillend
c) geinteresseerd

Slide 26 - Tekstslide

Welk antwoord is goed?
A
zuinig
B
verspillend
C
geinteresseerd

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Who uses an easel?
A
painter
B
farmer
C
mountain climber
D
trader

Slide 29 - Quizvraag

Gebruik alleen je woordenboek.
Schrijf de definitie van "disingenuous" op.
timer
1:00

Slide 30 - Open vraag

Zoek de betekenis op van het woord
"pavement".
timer
1:00

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Hoe gebruik je een woordenboek? 
Tips:
  • De woorden staan op alfabetische volgorde.
  • Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord. 
  • Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
  • Zoek naar de stam van het woord.

Slide 34 - Tekstslide

Put into alphabetical order:
1. gorgeous 2. gorilla 3. grand 4. great 5. group
A
2 - 1 - 3 - 5 - 4
B
3 - 2 - 1 - 4 - 5
C
1 - 2 - 3 - 4 - 5
D
1 - 3 - 2 - 5 - 4

Slide 35 - Quizvraag

Hoe 'lees' je een woordenboek?
  1. Het woord dat je moet opzoeken.
  2. De uitspraak van het woord. 
  3. Het aantal woordsoorten wordt aangeven, in dit geval 2, zowel een zelfstandig naamwoord als een werkwoord.
  4. Woordsoort zoals bijvoorbeeld zelfstandig nw, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord
  5. Hier vul je het woord in dat je hebt opgezocht.
  6. Voorbeelden in het Engels worden schuingedrukt. 

Slide 36 - Tekstslide

Zoek de betekenis op van het woord
"massively"
timer
1:30

Slide 37 - Open vraag

Zoek de betekenis op van het woord
"punished".
timer
1:30

Slide 38 - Open vraag

Gebruik alleen je woordenboek.
Schrijf de definitie van "inconspicuous" op.
timer
1:00

Slide 39 - Open vraag

Gebruik alleen je woordenboek.
Schrijf de definitie van "unequivocal" op.
timer
1:00

Slide 40 - Open vraag