5. Weerstand deel 2

5. Weerstand deel 2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5. Weerstand deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling Wet van Ohm
1
2
3

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld 1

Slide 3 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 1

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld 2

Slide 5 - Tekstslide

Uitwerking Voorbeeld 2
1
2
3
4
5
6

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld 3

Slide 7 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 3
2
1
3
4

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld 4

Slide 9 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 4
1
4
2
3
5
6
Met deze waarde is het niet mogelijk de weerstand uit te rekenen. Het lampje heeft wel een weerstand, maar deze is dus niet te berekenen. Als je naar de andere weerstanden kijkt, is het logisch dat deze weerstand bij 0 V rond de 10Ω zal liggen.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld 5

Slide 11 - Tekstslide

Uitwerking voorbeeld 5
1
2
3
4
5
6
Met deze waarde is het niet mogelijk de weerstand uit te rekenen. Het lampje heeft wel een weerstand, maar deze is dus niet te berekenen. Omdat het om een constante weerstand gaat, zal de weerstand in dit geval ook 40 Ω zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 1 - U,I Diagram 
Open Virtual Lab. Bouw de schakeling als hiernaast. Maak een tabel in je schrift met 5 kolommen zoals hiernaast. Let op de lege kolommen!
Klik op de weerstand en geef hem een waarde van 23 Ω.
Maak de spanning van de batterij 0, 5, 10 t/m 30 V en lees steeds de bijbehorende stroom af, en vul ze in in de 2e kolom van de tabel in.

Vervang de weerstand nu voor een 'echte' lamp (via 'gevorderd', 'Voeg echte lampen toe') en herhaal je metingen en vul de waarden voor de stroom in de 4e kolom in.

Zet de metingen van beide proefjes in één diagram. Laat de x-as van 0 tot 30 V lopen en de y-as van 0 tot 1,6 A (in stapjes van 0,2 A). Zet de juiste symbolen (grootheid en eenheid) bij beide assen.
Trek een mooie lijn door elk van de metingen. Geef duidelijk aan welke meting om de 'weerstand' en welke om de 'echte lamp' gaat.

Lever een foto van je tabel en grafiek in op de volgende slide. 


Slide 13 - Tekstslide


Lever hier de foto van je tabel en grafiek in. Hiernaast een voorbeeld.
Let er bij jouw grafiek op dat je je assen goed benoemd!

Slide 14 - Open vraag

Opdracht 1 - U,I Diagram 
Reken nu voor elke gemeten waarde van U en I de bijbehorende weerstand R uit en zet deze in de kolommen 3 en 5. (Zie eventueel 2 voorbeelden hiernaast).

Je ziet uit je berekeningen dat de weerstand van de weerstand constant is en dat de weerstand van de  'echte' lamp toeneemt.

Probeer in eigen woorden aan te geven hoe je kunt zien aan de grafiek dat de weerstand constant is en wanneer niet.

Lastiger: probeer in eigen woorden aan te geven hoe je aan de grafiek kunt zien dat de weerstand toeneemt.

Lever je resultaat (foto van tabel  + je uitleg) op de volgende slide in.





Slide 15 - Tekstslide

Lever je resultaat (foto van tabel + je uitleg) hier in.

Slide 16 - Open vraag

Lever hier een foto van je aantekeningen / samenvatting van deze LessonUp in.

Slide 17 - Open vraag

Geef hieronder zo duidelijk mogelijk aan wat je nog niet goed snapt van deze les en / of waar je nog vragen over hebt.
Heb je nog tips of suggesties voor deze les?

Slide 18 - Open vraag

Verwerkingsopgaven 5. Weerstand deel 2

Slide 19 - Tekstslide

5.1
Bij drie weerstanden is bij verschillende spanningen de stroomsterkte gemeten. De resultaten zie je in de figuur. Bereken met behulp van de meting bij U = 2 V de weerstandswaarden van weerstand R1, R2 en R3.

5.2
Hoe kan je aan de vorm van de grafiek van weerstand R2 zien dat deze weerstand tijdens de gehele meting constant was?

5.3
a. Van welke weerstand nam de waarde tijdens de proef toe? Leg uit zonder berekening. Gebruik in je antwoord de woorden 'spanning' en 'stroom',
b. Van welke weerstand nam de waarde tijdens de proef af? Leg uit zonder berekening. Gebruik in je antwoord de woorden 'spanning' en 'stroom',
c. Ga met een berekening na of de weerstanden inderdaad toe- of afnamen. Maak gebruik van je antwoorden bij 5.1.

Slide 20 - Tekstslide

Je kunt hier je antwoorden van de verwerkingsopgaven inleveren.

Slide 21 - Open vraag

Hieronder kun je je vragen en/of opmerkingen over de opgaven van deze LU kwijt.

Slide 22 - Open vraag