4. De Late Oudheid

4. De Late Oudheid
Het einde van het Romeinse Rijk
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4. De Late Oudheid
Het einde van het Romeinse Rijk

Slide 1 - Tekstslide

Hoe noemen we de mensen die oorspronkelijk in het gebied van Duitsland en Nederland leefden?
A
De Romeinen
B
De Franken
C
De Germanen
D
De Friezen

Slide 2 - Quizvraag

Welk volk kwam in 69 n. Chr in opstand tegen de Romeinen?
A
Tubanten
B
Friezen
C
Cananefaten
D
Bataven

Slide 3 - Quizvraag

Tijdens de Pax Romana waren er in het Romeinse Rijk veel burgeroorlogen.
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoel
  • Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe het Romeinse rijk in verval raakte en ten onder ging.
  • Je herkent interne oorzaken (van binnen het rijk) en externe oorzaken (van buiten het rijk).

Slide 5 - Tekstslide

Problemen in het Romeinse rijk
1. Problemen binnen het Romeinse Rijk zelf ( = interne factoren)

Slide 6 - Tekstslide

De derde eeuw 
  • 200-300  n.chr.:  veel doden door epidemieën (ziekten) => met minder mensen daalt de productie en handel.
  • Daardoor minder belasting inkomsten => minder soldaten aan de grenzen.
  • De Romeinse schatkist raakte leeg.
  • Tussen 235 en 284 waren er meer dan vijftig keizers! Dit zorgt voor veel onrust...


Slide 7 - Tekstslide


Machtsstrijd


  • Elke troonopvolging gaat gepaard met ruzies, moord en verraad.
  • Legeraanvoerders willen keizer worden en laten soldaten terugkomen naar Rome, waardoor de grenzen onbewaakt achter blijven.






Niet alleen een machtsstrijd maakte een einde aan het West-Romeinse Rijk, er was ook aantal slechte keizers die er een potje van maakte. Zoals Honorius (384 - 423). Hij werd algemeen beschouwd als een van de slechtste keizers die het Romeinse Rijk heeft gekend. Toen hij keizer werd was er nog niet veel gevaar. Toen hij stierf was het West-Romeinse rijk al niet meer te redden.

Slide 8 - Tekstslide

Diocletianus (1)
Keizer Diocletianus (284 - 305) neemt strenge maatregelen: 
  1. Boeren mogen niet zonder toestemming verhuizen.
  2. Romeinse jeugd moet hetzelfde beroep als hun vader gaan doen.
  3. Ambtenaren worden aangesteld om meer te controleren (poging om weer orde aan te brengen in het rijk)

Deze maatregelen waren bedoeld om de belastingen weer op orde te brengen.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe noemden de Romeinen de inwoners van het gebied Germania Inferior?
A
Galliërs
B
Germanen
C
Franken
D
Bataven

Slide 10 - Quizvraag

Diocletianus (2)
Om besturen makkelijker te maken wordt het Romeinse Rijk in tweeën gesplitst (395):
  • Eén keizer in het westen + hulpkeizer. West-Romeins Rijk met als hoofdstad > Rome.
  • Eén keizer in het oosten + hulpkeizer. Oost-Romeins Rijk met als hoofdstad > Constantinopel.

Slide 11 - Tekstslide

In het West-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Rome (later: Milaan en Ravenna), spraken de meeste mensen Latijn.
In het Oost-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Constantinopel, spraken de meeste mensen Grieks.

Slide 12 - Tekstslide

Welke keizer probeerde met strenge maatregelen weer orde in het Romeinse Rijk te stellen na de chaos?
A
Augustus
B
Diocletianus
C
Hadrianus
D
Nero

Slide 13 - Quizvraag

Problemen buiten het Romeinse rijk

2. Externe problemen (extern = buiten)

Slide 14 - Tekstslide

Limes 

  • Na de dood van Ceasar veroveren de Romeinen de laatste gebieden van hun enorme rijk. 
  • Ze maken vaak gebruik van natuurlijke grenzen zoals: zeeën, rivieren, bergen en woestijnen.
  • Maar als het nodig is bouwen ze een versterkte grens met wachttorens en forten. Zo'n grens heet limes

Slide 15 - Tekstslide

Legerhervormingen
  1. Meer met ruiterij werken (snel ingrijpen)
  2. Forten op strategisch belangrijke punten
  3. Belangrijke plaatsen kregen een ommuring en forten
Keizer Diocletianus

Slide 16 - Tekstslide

Op het smalste stuk van Groot-Brittannië liet keizer Hadrianus een muur van 117km lang bouwen als noordelijke grens van het Romeinse Rijk. Stukken van de Muur van Hadrianus zijn nog steeds in het landschap te vinden.

Slide 17 - Tekstslide

De Limes in Nederland 


  • In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn
  • Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

  • Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.

Slide 18 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Reconstructie van het mini-castellum bij Den Haag 

Slide 19 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Bij Nijmegen (Noviamagus) en Xanten (Castra Vetera) lagen castra. Een castra is een groot fort, meestal voor een legioen. Dit was een leger van ongeveer 6000 soldaten.
Bij Utrecht (Trajectum) lag een castellum. Een castellum is een klein fort, meestal voor een cohort. Dit was een leger van ongeveer 600 soldaten.
Forum Hadriani
In het huidige Voorburg zijn de resten gevonden van een Romeinse stad. Forum Hadriani was een bloeiend bestuurs- en handelscentrum. Het was de enige stad van enige omvang in Noordwest Nederland en de meest westelijke stad van het Romeinse rijk.

De stad bezat een badhuis, een tempelcomplex en een bestrate hoofdweg. Er werden markten gehouden, er was een haven die toegang gaf tot het kanaal van Corbulo en er was een wal die de importantie van de stad weerspiegelde. De Romeinse keizer Hadrianus bezocht de stad in 120, tijdens een rondreis door de noordelijke gebieden van zijn rijk. Tijdens dat bezoek gaf hij de stad haar naam.

De Tubanten (Tubanti) waren Germanen die in het oosten van het huidige Nederland woonden. De naam kom je tegenwoordig in dit gebied nog regelmatig tegen: de naam Twente is er van afgeleid, net als de naam van de regionale krant Tubantia.
De Bataven woonden in het gebied rond de grote rivieren. Dit gebied heet tegenwoordig de Betuwe, en vermoedelijk komt de naam van de Bataven

Slide 20 - Tekstslide

De limes was een natuurlijke grens
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Hoe werden de Romeinse militaire forten langs de grenzen van het rijk ook wel genoemd?
A
Castella
B
Limes
C
monotheïsten
D
senaat

Slide 22 - Quizvraag

Welke twee belangrijke dingen kon je langs de limes vinden?
A
Wachttorens
B
Mac Donalds
C
Senaatsgebouwen
D
Mijlpalen

Slide 23 - Quizvraag


Bekijk de bron en kies het juiste antwoord.

De limes vormde een tijd lang de grens van het Romeinse Rijk.

➤Is op de afbeelding de limes aangegeven?


Gebruik de bron
A
Ja, de limes is de grens tussen het gele en het groene gebied.
B
Ja, de limes is de grens tussen het groene en rode gebied.
C
Nee, de limes is niet op de afbeelding aangegeven.

Slide 24 - Quizvraag

Voorbeelden van natuurlijke grenzen zijn:
A
Bergen, rivieren en forten
B
Forten, woestijnen en zeeën
C
Rivieren, woestijnen en zeeën
D
Forten, woestijnen en bergen

Slide 25 - Quizvraag

Probleem: Barbaren!


  • Aan het eind van de 3e eeuw vallen vreemde volken het Romeinse Rijk vanuit het oosten aan. 
  • De Romeinen noemen ze barbaren. Dit komt van het Griekse woord barbaros

  • Zo klinkt de taal van de barbaren namelijk volgens hen: 'bar, bar, bar, bar'.

Slide 26 - Tekstslide

De Hunnen


  • De Hunnen zijn een stam uit Azië. 
  • Ze zijn gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. 
  • Over hun leider Atilla wordt gezegd dat hij geen genade voor lafheid kent...

Slide 27 - Tekstslide

Grote Volksverhuizing: 3e eeuw - 5e eeuw


  • ...Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken. 
  • En door deze volken, gaan andere volken ook weer op de vlucht. In heel Europa trekken volken rond.

Slide 28 - Tekstslide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De Grote Volksverhuizing tussen de 3e en 5e eeuw.
De Hunnen waren een stam uit Azië. Ze waren gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Ze plunderden de stad een paar keer en roofden zelfs het goud van de tempeldaken. Het begrip vandalisme komt inderdaad van de plunderende Vandalen.
De Angelen en Saksen steken de Noordzee over en komen terecht in Engeland.
Veel namen van stammen kom je tegenwoordig nog steeds tegen in namen van landen en streken: Franci (Frankrijk), Alemanni (Duitsland, in het Frans: Allemange), Bavarii (Beieren), enz.
3e - 5e eeuw
Volksverhuizingen

Slide 29 - Tekstslide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De belangrijkste volken rondom het Romeinse Rijk tussen de 2e-5e eeuw
Hunnen
Angelen
Saksen
Vandalen
Visigoten
Ostrogoten

Slide 30 - Tekstslide

Het West-Romeinse Rijk valt
476



  • Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen. 
  • Romeinse aanvoerders hebben steeds minder te zeggen, en in 476 wordt zelfs een niet-Romein, keizer.
  • Historici zien dit als het einde van het West-Romeinse Rijk.

Slide 31 - Tekstslide

Romulus Augustus



De 'kleine Augustus' is de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk. Hij is 10 jaar als hij keizer wordt, maar na een jaar wordt hij afgezet door de Germaan Odoaker in 476.


Slide 32 - Tekstslide

En het Oost-Romeinse Rijk?

  • Het Oost-Romeinse Rijk blijft nog bijna 1000 jaar langer bestaan: pas in 1453 wordt Constantinopel ingenomen door de Turken.
  • Dat komt vooral doordat het goed beschermd ligt tussen woestijnen en bergen. 
  • Bovendien geeft de Oost-Romeinse keizer vijanden geld om met rust gelaten te worden. 
Tegenwoordig is de Hagia Sophia (Aya Sophia) één van de grootste moskeeën ter wereld. In de tijd van het Oost-Romeinse Rijk was dit de grootste christelijke kerk ter wereld.

Slide 33 - Tekstslide

Wat is er gebleven?

  • In de duizend jaar dat het West-Romeinse Rijk heeft bestaan, heeft het veel achtergelaten
  • Bijvoorbeeld: de taal (Latijn), de godsdienst (christendom), techniek, de kalender en wetgeving.
  • Veel kennis van de grote Griekse en Romeinse geleerden blijft bewaard in boeken, vooral in de bibliotheken van het Oost-Romeinse Rijk.
De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit is het vijfde schilderij uit de serie en heet Desolation (verlatenheid, eenzaamheid), en toont een rijk nadat het is ingestort.
Ook hier lijkt het weer een beetje op Rome, na de val van het West-Romeinse Rijk: de ruïnes zijn overgebleven...

Slide 34 - Tekstslide

Wat hebben de jaartallen 395 en 476 te maken met het Romeinse Rijk?
Kies het juiste antwoord.
A
In 395 werd het christendom staatsgodsdienst. In 476 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
B
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 was het einde van het West-Romeinse Rijk
C
In 395 ging de laatste West-Romeinse keizer dood. In 476 was het einde van het Oost-Romeinse Rijk.
D
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 veroverden de Hunnen het West-Romeinse Rijk.

Slide 35 - Quizvraag


➤Welk begrip past bij deze omschrijving:
Grote verplaatsing van Germaanse stammen vanuit Noord- en Oost-Europa naar het Zuiden en het Westen.
A
Limes
B
Romanisering
C
Staatsgodsdienst
D
Volksverhuizing

Slide 36 - Quizvraag

Wat hadden de Hunnen en de Grote Volksverhuizing met elkaar te maken?
Kies het juiste antwoord.
A
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen. Overal waar ze kwamen, werden de volken die daar woonden bang en vluchtten. Omdat veel volken op de vlucht waren, wordt dit de Grote Volksverhuizing genoemd.
B
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen en moesten dus steeds verhuizen. De Hunnen waren een volk, en als een volk steeds verhuist, is er dus een volksverhuizing.
C
Niets. Veel volken verhuisden, maar de Hunnen niet.
D
Niets. De Hunnen waren al eeuwen dood toen de Grote Volksverhuizing begon.

Slide 37 - Quizvraag

Op dit schilderij zie je hoe Rome wordt geplunderd. Sommige mannen klimmen zelfs op de tempeldaken om er het goud af te schrapen!
De man op het zwarte paard is de leider van de plunderaars.

Past de volgende zin bij de man op het paard?
Hij is een Vandaal.

A
Wel
B
Niet

Slide 38 - Quizvraag