4-1 Procenten en factor

4-1 Procenten en factor
Doel: 
- Je kan aan de hand van de factor aangeven of het totale aantal stijgt of daalt. 
- De grootte van de stijging of daling berekenen.

- Uitleg
- Zelfstandig werken


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4-1 Procenten en factor
Doel: 
- Je kan aan de hand van de factor aangeven of het totale aantal stijgt of daalt. 
- De grootte van de stijging of daling berekenen.

- Uitleg
- Zelfstandig werken


Slide 1 - Tekstslide

De factor

Slide 2 - Tekstslide

Als je op een paar schoenen 35% korting krijgt, hoeveel % betaal je dan?
A
135 %
B
85 %
C
75 %
D
65 %

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de factor als je dus 65% betaalt voor het paar schoenen?

Slide 4 - Open vraag

Bereken de prijs als je 35% korting krijgt op een paar schoenen van 110 euro.

Slide 5 - Open vraag

Opdracht 2a.
Christel koopt een nieuwe scooter van 1150 euro exclusief 21% BTW. Leg uit dat de prijs inclusief BTW 121% is.

Slide 6 - Open vraag

2b. Kun je de prijs inclusief btw berekenen met factor 1,21 of met factor 0,79?
A
1,21
B
0,79

Slide 7 - Quizvraag

2c. Bereken de prijs die Christel moet betalen. De scooter kost dus 1150 euro.

Slide 8 - Open vraag

Met welke factor moet je vermenigvuldigen als er 15% bij komt?

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel procent komt erbij als je met de factor 1,35 vermenigvuldigt?
A
65%
B
0,35 %
C
35 %
D
0, 65 %

Slide 10 - Quizvraag

Over een nieuwe broek komt 21% BTW. De broek kost exclusief BTW 85 euro. Bereken de nieuwe prijs.
A
103,85
B
101,85
C
104,85
D
102,85

Slide 11 - Quizvraag

Een nieuwe boekenkast kost 350 euro exclusief BTW. De BTW is 15%. Bereken de nieuwe prijs.

Slide 12 - Open vraag

Huiswerk
Maak paragraaf 4-1: Procenten en factor

Opdracht 2 hoeft niet meer. 

Kijk na als je klaar bent!

Slide 13 - Tekstslide