Les V&O LGBT+

LHBT+
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBO

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

LHBT+

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al van LHBT+?

Slide 2 - Woordweb

Seksualiteit
Seksualiteit = alle gedachten, gevoelens en handelingen die te maken hebben met lust en opwinding
  • Verschillende functies: lustbeleving, intimiteit en voortplanting
  1. Lustbeleving = seksueel opgewonden raken
  2. Intimiteit = onderhouden van liefdesrelatie
  3. Voortplanting = het maken van nageslacht

Slide 3 - Tekstslide

Wat is geen functie van seksualiteit?
A
Lustbeleving
B
Geaardheid
C
Intimiteit
D
Voortplanting

Slide 4 - Quizvraag

Seksuele oriëntatie
Op wie word je verliefd?
  • Heteroseksueel: voelen zich aangetrokken tot het andere geslacht
  • Homoseksueel: voelen zich aangetrokken tot hetzelfde geslacht (bij vrouwen wordt dit lesbisch genoemd)
  • Biseksueel: voelen zich aangetrokken tot zowel hetzelfde geslacht als het andere geslacht

Slide 5 - Tekstslide

Seksuele oriëntatie
  • Aseksueel: voelen zich niet seksueel aangetrokken tot anderen, dit zegt niet dat ze zich niet romantisch aangetrokken voelen!
  • Panseksueel: gender maakt niets uit, ze vallen op zowel man, vrouw, intersekse, transgender, etc.

Slide 6 - Tekstslide

LHBT+
L: lesbisch
H: homoseksueel (verwijzing naar mannen)
B: biseksueel
T: transgender
Q: queer of questioning
I: intersekse
A: aseksueel
P: panseksueel
S: straight allies 

Slide 7 - Tekstslide

Waar of niet waar:
Bij biseksualiteit val je evenveel op vrouwen als op mannen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Gender en geslacht
Geslacht = lichamelijke geslachtskenmerken, zoals een penis of een vulva 
  • Dus: man, vrouw of intersekse
Gender = eigenschappen en gedragingen die mensen mannelijk of vrouwelijk vinden, zoals het dragen van een rok of het spelen met auto's
  • Uitersten zijn man of vrouw, maar er zijn heel veel genders

Slide 9 - Tekstslide

Gender is een mix van verschillende elementen

  • Genderexpressie: wat je van jezelf laat zien aan anderen
  • Genderidentiteit: wie je echt bent
  • Seksuele oriëntatie: op wie je verliefd wordt
  • Sekse: geboortegeslacht

Slide 10 - Tekstslide

Gender-identiteit
Seksuele oriëntatie
Gender expressie
Sekse

Slide 11 - Sleepvraag

Genderdysforie
Genderdysforie = iemand voelt zich ongemakkelijk met het eigen geslacht 

Transgender = genderidentiteit (gevoel) komt niet of niet helemaal overeen met het geslacht (lichaam)

Transseksueel = een man in het lichaam van een vrouw of andersom, dus de uiterste vorm van transgender. Meestal ondergaat deze persoon een geslachtsverandering zodat het lichaam (geslacht) overeenkomt met de genderidentiteit

Slide 12 - Tekstslide

Wat valt er niet onder genderdysforie?
A
Iemand die biseksueel is
B
Iemand die transgender is
C
Iemand die transseksueel is
D
Iemand die non-binair is

Slide 13 - Quizvraag

Tijd voor een leuke opdracht
  • Pak een laptop uit de laptopkar
  • Neem 10 minuten om stellingen te vinden over de onderwerpen waar we het net over hebben gehad
  • Daarna gaan we discussiëren en stemmen over of deze stellingen meningen of feiten zijn

Slide 14 - Tekstslide