Hoofdstuk 3 - woorden

Nederlands

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij Nederlands!

Benodigdheden:
  • Leesboek
  • Werkboek en schrift

Zet alvast klaar:
  • Lessonup
    www.lessonup.com
    Log in met je eigen naam en wachtwoord.
  • Online methode
    Ga naar Magister
    Kies voor leermiddelen
    Kies Ne Talent


timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen:
Kies voor het verhaal óf om in je boek te lezen
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Check in?
A
groene smiley
B
oranje smiley
C
rode smiley

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Programma:
  1. Proefwerk hoofdstuk 3 lezen en woorden plannen

  2. Check je kennis
  3. Uitleg + leerstrategieën 
  4. Woordenschat  (3.5)
Leervragen en leerdoelen:
  1. Ik ga op de volgende manier voor woordenschat leren
  2. Een tegenstelling is...
  3. Ik ken de betekenis van de woorden:

    de aanpak
    inspireren
    extreem
    zich voornemen om
    de inspanning
    de sfeer
    oorzaak
    de ervaring
    de uitdaging

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet goed maar....

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Niet eng maar...

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de betekenis van extreem?
A
heel erg ongewoon
B
zoiets maak je nooit mee
C
buitengewoon
D
tot in het uiterste

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'voornemen' in de onderstaande zin:

Ik heb het voornemen om dit hoofdstuk goed te leren voor Nederlands.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Theorie woordenschat
2 onderdelen
1. betekenis van woorden uit een tekst halen (T2)
Woordenschat uitbreiden
Samenstelling
Synoniem
Door 25 woorden te leren (R vragen)
Hoofdstuk 3:
Tegenstellingen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerstrategieën 
Plan per week minimaal 2 leermomenten (4 leermomenten in totaal)
Oefenen met de betekenis vinden in teksten (T2 vragen)
Woordenschat uitbreiden door woordjes te leren (R vragen)
De robot:
Zoek een tekst op die je nog niet kent (bijvoorbeeld een nieuwsbericht).

Ga vervolgens in een vaste volgorde te werk:
- Markeer een woord dat je niet kent
- Kijk goed naar het woord, is het een samenstelling of kan je de betekenis afleiden?
- Lees eerst de zin verder af, vind je dan de betekenis?
- lees anders de zin ervoor, vind je dan de betekenis?
De kapstok:
je verdeelt de begrippen in groepjes woorden die bij elkaar horen. Dat geeft overzicht! Daardoor onthoud je weer beter en sneller


Woordweb:
Kies een woord waarvan je de betekenis nog niet kent. Zet dit woord midden op een vel en bedenk andere woorden die erbij horen
Flitskaartjes:
Maak flitskaartjes van de woorden, voeg ook plaatjes toe

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak woorden
Thema 3,  3.5 woorden (online methode)
Basisopdrachten
Maak flitskaartjes van de woorden
2, 4, 5, 6, 10, 13, 17, 18, 19
Extra opdrachten
8, 11, 12, 15, 17
Klaaropdrachten
Oefen met behulp van de leerdoelenkaart

Huiswerk
26-02 3.3. basisopdrachten af
Nauwkeurig lezen
ALs je precies wilt of moet weten wat in de tekst staat, dan ga je de tekst nauwkeurig lezen.

Lees zin voor zin. 
Probeer zo goed mogelijk te begrijpen wat er staat
Markeer eventueel belangrijke informatie
Woordhulp
Bij een moeilijk woord:
Vaak staat de betekenis voor of achter het woord;
Bekijk plaatjes 
Tekstdoelen
Bij elke tekst die je leest, kun je je afvragen: wat is het doel van de schrijver? Dit noem je het tekstdoel.

Je leert vier tekstdoelen: informeren, activeren, amuseren en overtuigen.

Een tekstdoel dat vaak voorkomt is informeren.
De schrijver wil dan informatie geven over een bepaald onderwerp, je vindt deze teksten bijvoorbeeld in schoolboeken en in kranten. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaar opdrachten (kies met welk onderdeel jij extra wilt oefenen)
Woordenschat:

  • Maak met papier flitskaartjes van woorden 1 en 2
  • Probeer ook een plaatje te tekenen bij het woord
  • Maak een Word bestand en verzin bij ieder woord een goede zin.
Grammatica (hoofdstuk 2)
  • Extra grammatica
    (online of in werkboek blz. 134)
  • juf Melis
  • Junior Einstein
  • Ga naar de app store en download 'story cubes'
    Maak zinnen met de symbolen/ plaatjes op de dobbelstenen.
    Verdeel deze zinnen vervolgens in zinsdelen. Stuur je werk naar de docent of stel vragen via de chat!

  • Oefen verder met versterk jezelf, via de online leeromgeving
    (vraag de docent naar welk onderdeel)
Lezen hoofdstuk 3

  • Maak de opdrachten lezen af óf maak opdrachten opnieuw in je boek - online methode
  • Oefen met test jezelf 
  • Pak een leesboek 
  • Lees online verhalen
  • Maak een beeldverhaal bij de online escape room

Slide 13 - Tekstslide

Extra oefen zinnen Grammatica
  • Wij leren goed voor de toets van Nederlands
  • Tijdens de lessen hebben we goed opgelet
  • Soms was ik wel met andere dingen bezig.
  • Ik hoop dat we weer snel naar school mogen.

Spelling:
  • Ik (hebben) goed geleerd
  • Hij (concentreren) zich niet goed tijdens de uitleg
  • Wij (halen) een voldoende voor de toets
  • Morgen (gaan) ik naar de stad

Hoe motiveer jij jezelf om te leren,
als je hier eigenlijk geen zin in hebt?
(Geef tips aan je klasgenoten)

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies