2.1 Onderdeel :De Verlichting

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

H2.1 Onderdeel De verlichting

Wie vocht er voor je veiligheid vóór de Franse revolutie?

1. Geestelijkheid
2. Adel
3. Boeren en bourgeoisie

Welke stand kon je herkennen aan zijn pij en kruis?

1. Geestelijkheid
2. Adel
3. Boeren en bourgeoisie

Welke stand had voornamelijk plichten en geen rechten?

1. Geestelijkheid
2. Adel
3. Boeren en bourgeoisie

Waardoor was de Franse schatkist leeg?

1. Door de oorlog in de VS
2. Door de oorlog tegen Oostenrijk
3. Door de uitgaven van de bourgeoisie
4. Doordat de boeren geen belasting betaalden.

Noem 3 voorbeelden van oneerlijke rechtspraak in Frankrijk.

De verlichting

• Eeuw van de rede(verstand)
• 18de eeuw
• Filosofie


• Anders denken over godsdienst (atheïsme)
• Mensenrechten

Verlichte denkers

• Adam Smith
• Descartes
• Montesquieu
• Diderot
• Rousseau
• Spinoza
• Voltaire
• Locke

Montesquieu 1689-1755

• Trias politica
• Verdeel de macht over 3 groepen
• Uitvoerende macht
• Wetgevende macht
• Rechterlijke macht

Rousseau 1712-1778

• De koning krijgt zijn macht niet van God maar van het volk.
• De koning is verplicht om goed voor zijn volk te zorgen.
• Het volk bezit samen de macht. Doet de koning het slecht dan mag het volk in opstand komen.

Wie heeft de trias politica bedacht?

1. Descartes
2. Montesquieu
3. Locke
4. Rousseau

Wie vond dat de koning zijn macht niet van God had gekregen maar van het volk.

1. Diderot
2. Montesquieu
3. Rousseau
4. Voltaire