Thema 4 Basisstof 1 Indeling van de levende natuur

Thema 4  
Indeling van de levende natuur            
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4  
Indeling van de levende natuur            

Slide 1 - Tekstslide

Het leven op aarde
  • 4,6 miljard jaar geleden: ontstaan van de aarde
  • 3,8 miljard jaar geleden: eerste eencellige vormen van leven in zee
  • 670 miljoen jaar geleden: eerste meercelligen 

Slide 2 - Tekstslide

Indeling van de levende natuur
  • Door de ontwikkeling is er een enorme biodiversiteit.
  • Om dit overzichtelijk in te delen is er een systeem ontwikkeld, wat onderverdeeld wordt in drie domeinen:
  • Bacteriën
  • Archaea
  • Eukaryoten
Prokaryoten

Slide 3 - Tekstslide

Indeling van de levende natuur
De levende natuur wordt ingedeeld aan de hand van verschillende kenmerken
  • Celwand
  • Celkern
  • Bladgroenkorrels
  • Voedingswijze
  • Moleculaire eigenschappen

Slide 4 - Tekstslide

Voedingswijze: Organismen kunnen organische en anorganische stoffen uit het milieu opnemen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Voedingswijze: Autotroof

  • Maken organische stoffen uit anorganische stoffen
  • Organismen met bladgroenkorrels=> fotosynthese
  • Maken hun eigen organische stoffen
  • Planten zijn autotroof, maar ook bijv. de cyanobacterie
Heterotroof  

  • een ander organisme nodig hebben als voedsel
  • maken organische stoffen uit andere organische stoffen van organismen
  • Schimmels en dieren zijn heterotroof, net als meeste bacteriën

Slide 7 - Tekstslide

Indeling van de levende natuur
Indeling groepen organismen op basis van moleculaire eigenschappen
  • bouw van membranen
  • eiwitten
  • erfelijk materiaal (DNA)

deze criteria zijn steeds vaker doorslaggevend

Slide 8 - Tekstslide

Welke cellen hebben een celwand?
A
plantaardige cellen
B
plantaardige en dierlijke cellen
C
plantaardige cellen, schimmels en bacteriën
D
alle cellen

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb het tot nu toe begrepen..
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Domeinen
Prokaryoten
  • Eencellige 
  • Geen celkern
  • DNA los in cytoplasma
  • Alleen ribosomen
Eukaryoten
  • Celkern 
  • verschillende organellen bv mitochondriën

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Organismen ordenen
  • Organismen hebben allerlei kenmerken
  • Sommige groepen organismen hebben gemeenschappelijke kenmerken
  • Die groepen horen dan bij elkaar

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke groepen kunnen
we maken?
Domeinen
Rijken
Stammen
Klassen
Orden
Families
Geslachten
Soorten
Ezelsbruggetje:
De Rijke Spanjaarden Krijgen Op Familiefeesten Grote Stukken Rosbief

Slide 15 - Tekstslide

Ik snap dit onderdeel..
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Het is duidelijk dat de hond (Canis lupus familiaris) afstamt van de wolf (Canis lupus) en niet van de coyote (Canis latrans), de Gewone jakhals (Canis aureus) of een andere hondachtige. Het is op grond van de genetische analyse niet duidelijk of de hond nog van een specifieke ondersoort van de wolf afstamt, zoals de Perzische wolf (Canis lupus pallipes). Inmiddels is bekend dat er ook vele wolvensoorten zijn uitgestorven, zoals de reuzenwolf (Canis dirus).

Hoeveel verschillende soorten worden in dit stukje tekst genoemd, geef het aantal en de namen?

Slide 20 - Open vraag

Het kruisbladblauwtje (Maculinea rebeli) is nauw verwant aan het in Nederland levende Genitaanblauwtje (Maculinea alcon). Het overeenkomstige deel Maculinea in beide namen laat dit zien. Hoe heet dit overeenkomstige deel?
A
familienaam
B
rasaanduiding
C
geslachtsnaam
D
soortaanduiding

Slide 21 - Quizvraag

Ik heb het begrepen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Ik kan uitleggen wat de begrippen biodiversiteit - organische stoffen - anorganische stoffen - autotroof - heterotroof - prokaryoot en eukaryoot betekenen.
ja, allemaal
meerdere: 5 of 6
een aantal: 3 of 4
1 of 2
Nog geen

Slide 23 - Poll

Ik kan uitleggen wat de kenmerken zijn om organismen te ordenen.
ja
nee

Slide 24 - Poll

Aan het werk:
Maak nu opdrachten: 8 en 9

Weet je het antwoord niet?
  •  Lees de tekst, overleg met buur 
  • stel een vraag als je er echt niet uit komt.

Klaar?: Lees blz. 241 en maak opdracht 10 + 11 + 13
Maak je samenvatting van §4.1 af



Slide 25 - Tekstslide