Spelling §6

Nederlands 
2TAB

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 
2TAB

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Cursus 7: Spelling (blz. 230)
-Uitleg paragraaf 2 en 3
-Aan de slag
-Tijd over? Blooket


Aan het eind van de les:
- Weet je in welke situaties je een komma schrijft.
- Kan je dubbele punten en aanhalingstekens gebruiken in citaten.
- Kan je meervouden op -s, en en -ën spellen.
- Weet je hoe je verkleinwoorden moet spellen.
- Kun je Engelse en Franse leenwoorden
op de juiste manier spellen.









Slide 2 - Tekstslide

Leenwoorden
Zijn woorden die uit een andere taal in het Nederlands terecht zijn gekomen. Deze leenwoorden komen op heel veel gebieden voor. 

Croissant, paraplu, überhaupt, smartphone, manager, bureau, cadeau, garage, parfum
timer
3:00
Cursus 7 Spelling, paragraaf 6

Slide 3 - Tekstslide

  • Een samenstelling van Engelse leenwoorden schrijf je in het Nederlands als één woord: eyecatcher, multiplechoicevraag, skatebaan.

  • Als het rechter deel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, plaats je een koppelteken: stand-by, back-up,  shout-out, time-out, all-in.

Engelse leenwoorden

Slide 4 - Tekstslide

  • Veel Franse woorden schrijf je in het Nederlands zonder accentteken: compact, hotel, ragout, controle, diner, croissant, baguette.
  • De accenten op de -e blijven behouden als dat nodig is voor de uitspraak:
    Accent aigu: café, logé
    Accent grave: crème,
    carrière, première 
    Accent circonflexe:
    enquête 
Franse leenwoorden

Slide 5 - Tekstslide


A
finish
B
finishe
C
finnish
D
finis

Slide 6 - Quizvraag


A
multiple choice vraag
B
multiplechoicevraag
C
multiplechoice vraag
D
multiple choicevraag

Slide 7 - Quizvraag


A
de première van een film
B
de premiêre van een film
C
de premiere van een film
D
de premieere van een film

Slide 8 - Quizvraag

Deze paragraaf vind ik nog lastig:
2: komma
3: aanhalingstekens en :
4:meervouden
5: verkleinwoorden
6: leenwoorden

Slide 9 - Poll

Wat?
Cursus 7 Spelling §6 Opdracht 1 t/m 7 
                 Spelling §7  Opdracht 2 t/m 6
Hoe?
Online. Werkt je tablet niet, dan maak je het in je lesboek. 
Hulp
De theorie in deze LessonUp en de theorie in je boek.
Tijd
Tien minuten.
Waarom?
Om te oefenen met de spelling van
verkleinwoorden en meervoudsvormen.
Klaar?
maak een oefentoets van §2 t/m 6 of ga bezig met de opdracht voor fictie.
Huiswerk voor de volgende les
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Neem de zin over met leestekens.
onze kantine heeft een groot aanbod chips broodjes gezond en broodjes kroket

Slide 12 - Open vraag

Neem de zin over met leestekens.
De wethouder zei dat plan voer ik niet meer uit dat zal mijn opvolger moeten doen.

Slide 13 - Open vraag

Neem de zin over met leestekens.
hij vroeg nog aan zichzelf waarom heb ik dat niet eerder gedaan

Slide 14 - Open vraag

Neem de zin over met leestekens.
zullen we volgend jaar op vakantie naar tsjechië gaan vroegen mijn ouders

Slide 15 - Open vraag

Neem de zin over met leestekens.
mevrouw boonstra gaat op wintersport in de zwitserse plaats bern

Slide 16 - Open vraag

Neem de zin over met leestekens.
ik ben jarig in september

Slide 17 - Open vraag

Neem de zin over met leestekens.
wat ga jij in de kerstvakantie doen

Slide 18 - Open vraag

Neem de zin over met leestekens.
tijdens het avondeten riep hij bah ik lust geen spruitjes

Slide 19 - Open vraag

Neem de zin over met leestekens.
na het eten zei harry ik laat nog even de hond uit.

Slide 20 - Open vraag

Welk onderdeel van Spelling vind je nog lastig?

Slide 21 - Open vraag

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencodes:
2ta: qjffs
2tb: sgmrx
2tc: dqymz

Slide 22 - Tekstslide