2.1 - Welvaart en crisis in de VS

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

2.1 Welvaart en crisis in de VS

Leerdoelen

1. Je weet hoe de welvaart ontstond in de VS (vandaag)

2. Je weet hoe de economische wereldcrisis ontstond

3. Je weet je hoe de crisis werd bestreden.

Onderwerp: de economische wereldcrisis

Maak vragen 1 tot en met 3 van 2.1 in het werkboek

Planning

1. 5 minuten lezen en controle huiswerk

2. Nakijken huiswerk

3. Uitleg 2e en 3e leerdoel H2.1

4. Aan de slag in het werkboek

Interbellum

Een interbellum (van het Latijn inter, tussen en bellum, oorlog) is een periode tussen twee oorlogen.

Het interbellum is de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog (1918-1939)

Beurskrach, 1929

Ook bekend als 'zwarte donderdag'. De twijfel op de Amerikaanse markt zorgde voor een grote economische crisis.

Hoe is deze Grote Depressie ineens ontstaan?

0

Oorzaken economische crisis

• Aanleiding: beurskrach 1929
• overproductie in landbouw en industrie
• dalende koersen aandelen
• 'live now, pay later' - door een blind vertrouwen in de economie werd er veel geld geleend en de rente kon niet meer betaald worden

gevolgen economische crisis

the Great Depression (de grote depressie)

• Hoge werkloosheid
• Grote armoede
• wereldwijde crisis door internationale handelscontacten (alleen in kapitalistische landen!)

Resultaat: grote armoede (hoovervilles) 

enorme armoede

Planning

1. 5 minuten lezen

2. Uitleg 3e leerdoel 2.1

3. Aan de slag: maak vragen 4 tot en met 7 van 2.1

Klaar? Maak voor jezelf een korte samenvatting van de 3 leerdoelen van 2.1

Crisisbestrijding I

President Hoover (1929-1933)  geloofde dat de economie zichzelf zou herstellen (liberalisme) -> overheid moet niet ingrijpen

Dit gebeurde gebeurde niet.

Crisisbestrijding II

President Roosevelt (1933-1945) greep wil in in de economie. 

Zijn politiek kreeg de naam New Deal. Hij bestreed de werkloosheid met o.a.: 

• verhoging overheidsuitgaven
  
• werkverschaffingsprojecten
  
• controle op banken
  
• sociale wetgeving
  

Maak vragen 4 tot en met 7 van 2.1 in het werkboek