3.8 Middellandse Zeegebied: klimaat en landschap

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

3.8 Middellandse Zeegebied:

klimaat en landschap

H3 Klimaat en Landschap

Domein Aarde

Havo 4

Lesdoelen

• Ik kan de kenmerken van het klimaat in het Middellandse Zeegebied in zomer en winter noemen.
• Ik kan verklaren waardoor het Middellandse Zeegebied een Cs-klimaat heeft.
• Ik kan met behulp van het begrip waterbalans uitleggen waarom water een grote invloed heeft op het landschap in het Middellandse Zeegebied.

Klimaat

Invloed Atlantische Oceaan

Invloed Aziatisch continent

Zet de klimaatgrafieken in de juiste volgorde van west naar oost.

Klimaat

• Locatie: Subtropische landschapszone

• Middellandse zeeklimaat/Mediterrane klimaat (Cs).
• Warme en droge zomers, milde en vochtige winters.
• Maar... Grote verschillen!
• AR = Hoe verder oostelijk en zuidelijk, hoe warmer en droger de zomers.

April

Augustus

Water

Toerisme

Bevolkingsdichtheid

Water (1)

• Het gebied kent een negatieve waterbalans in de zomer (meer verdamping, dan neerslag).
• Daarnaast ook een negatieve waterbalans in sommige gebieden door een grotere vraag naar water dan de beschikbaarheid ervan.

Water (2)

• Als het regent.. Dan gaat het hard! Hoge intensiteit van de neerslag.
• Bij een hoge intensiteit kan de bodem beschadigd raken (bv. bodemerosie) en het water niet goed opnemen.

• Daarnaast ook veel jaarlijkse verschillen in zomerse neerslag (= hoge variabiliteit in neerslag).

Verschillen verklaren

Wat is de voornaamste reden voor de verschillen tussen het klimaat van het Middellandse zeegebied in de zomer en in de winter?

Verschillen verklaren

Zomer: 

• Door ITCZ schuift het subtropisch maximum (30° NB) naar het noorden

• Hogedrukgebied: dalende lucht -> minder waterdamp bevatten -> wolken lossen op.

Verschillen verklaren

Winter: 

• Subtropisch maximum (30° NB) schuift weer zuidelijk
  
• Subpolair minimum (60° NB) schuift zuidelijk en beweegt oostelijk over Middellandse Zeegebied.
  
• Lage drukgebieden zuigen lucht aan. Koud uit noorden, warm uit zuiden. 
  
• Deze botsen -> stijgende lucht -> depressies.
  

Verschillen verklaren

Inzoomen: Verschillen tussen landen/gebieden.

Altijd rekening houden met de klimaatfactoren!

• Hoogteligging
• Ligging t.o.v. zee
• oriëntatie van gebergten

Landschap

Vegetatie

• Aangepast aan extreme omstandigheden (droogte, brand, hoge temperaturen, reliëf, rotsachtige bodems).
  
• Kleine naald- en leerachtige bladeren; tegengaan verdamping.
  
• Lange wortels; water uit diepere lagen.

0

Extensieve veeteelt

Irrigatielandbouw

Aan de slag!

Verwerk deze paragraaf op jouw manier:

- Samenvatten

- Mindmap / Conceptmap

- Online vragen maken

- Etc.