In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
De stelling is: "Studentenverenigingen als Vindicat moeten verboden worden."
Typ eerst "eens" of "oneens"
Geef daarna een reden waarom je dit vindt.
Slide 2 - Woordweb
"Vindicat moet verboden worden." Eens of oneens? Leg uit waarom.
Slide 3 - Open vraag
Soorten argumenten
Feitelijke argumenten; het is een feit, het is gewoon zo.
Waarderende argumenten; jij vindt dit persoonlijk, een ander kan iets anders vinden.
Slide 4 - Tekstslide
"Ik vind dat studentenverenigingen verboden moeten worden, want niemand zou zich bloot moeten stellen aan de beschamende activiteiten van een ontgroening."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument
Slide 5 - Quizvraag
"Ik vind Parijs een mooie stad, want er staan vijftig oude gebouwen."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument
Slide 6 - Quizvraag
"Ik vind Parijs een mooie stad, want de geschiedenis van de stad is erg interessant."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Video
Drogredenen
Foutieve argumenten
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
De aannemer zal je wel weer bedonderen, want alle aannemers bedonderen hun klanten.
A
goed argument
B
drogreden
Slide 11 - Quizvraag
De jeugd moet verboden worden te roken, want de risico's op longkanker blijken te groot.
A
goed argument
B
drogreden
Slide 12 - Quizvraag
We moeten drie keer per dag onze tanden poetsen. Dat zegt de tandarts tenminste.
A
goed argument
B
drogreden
Slide 13 - Quizvraag
Mijn vader eet het liefst appels, want appels hebben zijn voorkeur.
A
goed argument
B
drogreden
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel verstand heb jij nou van auto's met je jasje en dasje?