Brückenschlag

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Lessonup.app

wat is het geslacht van Hotel?

Wat is het geslacht van Opa?
Vul in: der, die of das

Wat is het geslacht van " Kuh"?
Vul in: der, die of das

Wat is het geslacht van ...?
.... Straßenhund

Wat is het geslacht van ...?
.... Besuch

Welk geslacht hebben "der" woorden?

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. onzijdig
4. meervoud

Welk geslacht hebben "die" woorden?

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. onzijdig
4. meervoud

Bezittelijk voornaamwoord
Kies het juiste antwoord.
mijn ... Vater

1. mein
2. meine

Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een extra -e- ?

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. onzijdig
4. meervoud

vertaal het bezittelijk voornaamwoord

Das sind (onze) Eltern (mv)

1. ihr
2. unser
3. ihre
4. unsere

Du _______ nicht gut zugehört. (Präsens)

1. habst
2. hat
3. haben
4. hast

Ihr ..... aus Köln. (Präsens)

1. sind
2. seid
3. ist
4. sein

Präsens: antworten

Wer ...... auf diese schwierige Frage?

1. antworten
2. antwortet
3. antwortete
4. antwort

Wo habt ihr heute ....... (spielen)?

Er ........ (hören) gerne Musik.

Wir haben im Hotel ....... (übernachten).

Vervoeg de modale werkwoorden.
(mögen) Er ........... seine Lehrerin nicht.

Vervoeg de modale werkwoorden.
(dürfen) Ihr ........... heute nicht ins Kino gehen.

Vervoeg de modale werkwoorden.
(können) Ihr ........... heute nicht ins Kino gehen.

Vervoeg de modale werkwoorden.
(wissen) Du ........... noch nicht alles über mich.

Wat is de ik-vorm van het modale werkwoord können?

1. kann
2. kannt
3. könn
4. könnt

Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(willen) ...... ihr auch ein Eis?

1. willt
2. wollt
3. willen
4. wollen

Hoe ging dit op een schaal van 1 (dramatisch) tot 10 (uitmuntend)

Met deze stof

1. Heb ik moeite en wil ik klassikaal behandelen
2. Heb ik geen moeite en komt goed
3. Gaat het nu nog niet goed, maar moet ik meer eraan doen
4. Ga ik het liefst zelfstandig aan de slag