Les 4: Schijf van vijf 1.7 en 1.8

Les 4 Schijf van vijf 1.7. en 1.8.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Les 4 Schijf van vijf 1.7. en 1.8.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check in:
Wat is je gevoel van vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht van de les.
  • Herhaling; wat weet je nog van de schijf van vijf?
  • Uitleg over het oranje vak 'brood granen aardappelen'
  • Verwerking opdracht 1.7
  • Praktische opdracht blz.27 
  • Invulopdracht 1.8
  • Afsluiten; volgende week herhaling/samenvatting en toets!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwachtingen.
  • Telefoons zijn in de bak
  • Jassen hangen aan de kapstok
  • We luisteren naar elkaar
  • We zijn respectvol naar elkaar

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
  • Ik kan benoemen wat de schijf van vijf is
  • Ik weet welke producten in het oranje vak horen
  • Ik weet wat vezels zijn
  • Ik weet wat koolhydraten zijn
  • Ik kan de schijf van vijf zelf maken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis activeren
Wat weten jullie nog?
Vorige week hebben jullie het gehad over twee kleuren van de schijf van vijf. 
Welke kleuren waren dit?
Welke producten horen daarbij?



Slide 6 - Tekstslide

Vraag de leerlingen of zij nog weten welke producten in het blauwe vak horen en welke in het groene vak. Ook kun je vragen of zij nog het verschil weten tussen gezond drinken en ongezond drinken en tussen groenten en fruit. 
Daarna kun je vragen wat ze nog weten over het gele vak en het paarse vak. 
Hierbij is het ook belangrijk of ze nog wat begrippen kennen zoals: vitaminen, eiwitten, weerstand, vetten, zuivel, peulvruchten, dierlijke vetten en plantaardige vetten, brandstoffen


'Het oranje vak'
  • Wat hoort er allemaal in het oranje vak denken jullie?
  • Wat zijn vezels?
  • Wat zijn koolhydraten?
  • Waarom hebben we dit nodig?

Slide 7 - Tekstslide

Leerlingen vragen of ze weten wat vezels zijn. Als ze dit niet weten, dan kun je vragen wie er wel eens poept op een dag. En dat sommige mensen veel last kunnen hebben van dingen als obstipatie of juist diarree en daarna kun je een koppeling maken naar dat vezels in voeding zorgen voor een goede darmflora en belangrijk zijn voor je darmen en waar je vezels in kunt vinden.
Het verschil tussen volkoren en niet volkoren, tussen bruin en wit brood, tussen witte pasta of bruine (volkoren) pasta etc. En misschien weten leerlingen zelf nog een verschil bij bijvoorbeeld rijst. 
Dan uitleg geven over koolhydraten en dat dit ook veel in deze producten zit en ons lijf energie geven. 
Verwerking opdracht
Lezen van bladzijde 26 en invullen van opdracht 12 

Slide 8 - Tekstslide

Je kunt dit klassikaal doen. Kan ook zelfstandig. 
Na afloop nabespreken wat iedereen heeft ingevuld.
Praktische opdracht
Wat zijn tussendoortjes?
Gezonde en ongezonde tussendoortjes.
Tussendoortjes in de schijf van vijf opdracht op bladzijde 27.

Slide 9 - Tekstslide

Benodigheden:
folders, scharen, lijm, vel papier

De leerlingen maken eerst een schijf van vijf op papier en daarna gaan ze de tussendoortjes van opdracht op blz. 27 opschrijven bij de juiste schijf. 
Vervolgens gaan ze uit de folder nog meer eten knippen en plakken in de juiste vakken. 

Dus opdracht 27 schrijven ze gewoon met pen op papier waar deze horen te staan in plaats van daadwerkelijk de producten daar te plaatsen. Daarna kunnen ze de schijf van vijf zo vol mogelijk vullen met extra producten uit folders.

Uiteraard ben je vrij om deze opdracht anders in te vullen.


Invul opdracht 
  • Klassikaal maken van de invulopdracht op bladzijde 28


Slide 10 - Tekstslide

Belangrijk om leerlingen deze invulopdracht zelf in te laten vullen. En benoemen dat wanneer zij iets niet weten, ze het antwoord kunnen vinden op een van de vorige bladzijden. 
Door het zelf op te zoeken, zullen de leerlingen meer onthouden. 
Daarna klassikaal bespreken en herhalen. 
Het zijn lastige begrippen en volgende week volgt er een toets.
kleine les afsluiting
Herhaling:
  • Ik kan benoemen wat de schijf van vijf is
  • Ik weet welke producten in het oranje vak horen
  • Ik kan benoemen wat vezels zijn en waar ze voor nodig zijn
  • Ik kan benoemen wat koolhydraten zijn en waar deze in zitten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz
Log in en doe mee met de quiz

Slide 12 - Tekstslide

Dit kan op telefoon of op chromebook
Wat hoort in het oranje vak
A
Aardappel
B
Ei
C
Sinaasappel
D
Wortel

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vezels zijn belangrijk voor
A
Je energie
B
Je darmen
C
Je longen
D
Je hersenen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten zijn belangrijk voor
A
Je botten
B
Je haren
C
Je energie
D
Je ogen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zitten meer vezels in
A
Wit brood
B
Bruin brood

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

eiwitten hebben we nodig voor
A
botten
B
darmen
C
spieren
D
bloed

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke 5 kleuren bestaat de schijf van vijf en wat hoort er in dat vak?

Slide 18 - Open vraag

oranje, roze, geel, groen, blauw
Tijd over: Schoonmaak opdracht

Slide 19 - Tekstslide

Leerlingen leggen hun telefoon weer terug in de bak.
Als er nog tijd is, kunnen de leerlingen nog een schoonmaak opdracht doen. 
Ze gaan in groepjes uiteen. De helft gaan swifferen in de gang en de andere helft gaan alle trapleuningen klamvochtig afnemen. 
grote les afsluiting
  • Ik kan benoemen wat de schijf van vijf is
  • Ik kan benoemen welke producten in het oranje vak horen
  • Ik kan benoemen wat vezels zijn
  • Ik kan benoemen wat koolhydraten zijn
  • Vooruitblik: wat weten we nu allemaal van de schijf van vijf, volgende week toets

Slide 20 - Tekstslide

Bereid de leerlingen vast voor op de toets.
De toets is te vinden in digiplein onder 'testen' 'schijf van vijf'. Volgende week zorg ik dat de toetsen uitgeprint klaar liggen bij de werkboeken.