Thema 2 - Waarneming en gedrag

Thema 2
Waarneming en gedrag
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2
Waarneming en gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen deze week
- Je kunt de werking van zintuigen beschrijven en de relatie van het zintuigstelsel met het zenuwstelsel beschrijven
- Je kunt de delen van een oog beschrijven en hun functie toelichten
- Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven en de pupilreflex toelichten
- Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven en toelichten hoe je diepte kunt zien

- Basisstof 1 en 2 (Thema 2) lezen en maken
- Video op YouTube bekijken
- Doornemen LessonUp
- Practicumopdracht 1

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Basisstof 1
Interne en externe prikkels
Receptoren
Adequate prikkels

Slide 4 - Tekstslide

Receptoren
  • Proprioreceptoren
  • Mechanische receptoren
  • Chemische receptoren
  • Temperatuurreceptoren
  • Pijnreceptoren
  • Lichtreceptoren

Slide 5 - Tekstslide

Basisstof 2
Het oog
Accomoderen, bijziend en verziend
Pupilreflex
Diepte zien

Slide 6 - Tekstslide

Het oog
  • Straalvormig lichaam  en lens zorgen dat scherp beeld ontstaat op netvlies
  • Lichtreceptoren (staafjes en kegeltjes) in netvlies
  • Scherpste beeld op gele vlek
  • Beeld omgekeerd en verkleind
  • Oogzenuw verlaat oog bij blinde vlek

Slide 7 - Tekstslide

Accomoderen

Slide 8 - Tekstslide

Verziend en bijziend
  • Hoornvlies en ooglens breken licht
  • Bolle lenzen convergeren licht, holle lenzen divergeren licht

Slide 9 - Tekstslide

Pupilreflex

Slide 10 - Tekstslide

Staafjes en kegeltjes
Pigmenten

Slide 11 - Tekstslide

Diepte zien

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Leerdoelen deze week
- Je kunt de werking van zintuigen beschrijven en de relatie van het zintuigstelsel met het zenuwstelsel beschrijven
- Je kunt de delen van een oog beschrijven en hun functie toelichten
- Je kunt de beeldvorming door ooglenzen beschrijven en de pupilreflex toelichten
- Je kunt de bouw en werking van het netvlies beschrijven en toelichten hoe je diepte kunt zien

Slide 14 - Tekstslide

Kunnen niet-adequate prikkels in een zintuigcel impulsen opwekken?

Zo ja, in welke gevallen?
A
Nee
B
Ja, niet-adequate prikkels wekken alleen impulsen op als ze zeer zwak zijn
C
Ja, niet-adequate prikkels wekken alleen impulsen op als ze zeer sterk zijn
D
Ja, niet-adequate prikkels wekken alleen impulsen op als de prikkelsterkte gelijk is aan die van adequate prikkels

Slide 15 - Quizvraag

Bij een patiënte is als gevolg van een bloeding in het gezichtscentrum (de optische schors) een gedeelte van het gezichtsveld verloren gegaan. In onderstaande afbeelding is het gezichtsveld van haar linkeroog en van haar rechteroog weergegeven. Hoe donkerder het beeld, hoe slechter het zicht in dat
gedeelte. Waar heeft de bloeding plaatsgevonden die dit verlies in kwadrant IV van haar
gezichtsveld in het linkeroog en in het rechteroog veroorzaakt heeft?
A
in het gezichtscentrum van de linkerhelft van de grote hersenen
B
in het gezichtscentrum van de rechterhelft van de grote hersenen
C
voor het linkeroog in het gezichts centrum van de linkerhelft van de grote hersenen en voor het rechter oog in het gezichtscentrum van de rechterhelft
D
voor het linkeroog in het gezichtscentrum van de rechterhelft van de grote hersenen en voor het rechteroog in het gezichtscentrum van de linkerhelft

Slide 16 - Quizvraag

Bij het ouder worden van de mens begint het accommodatievermogen van de ogen te verminderen.
1) Kunnen de ooglenzen dan niet meer voldoende afgeplat of niet meer voldoende bol worden?
2) Is een bril met een positieve of negatieve glazen nodig om dit te corrigeren?
A
niet voldoende afgeplat, positieve glazen
B
niet voldoende afgeplat, negatieve glazen
C
niet voldoende bol worden, positieve glazen
D
niet voldoende bol worden, negatieve glazen

Slide 17 - Quizvraag

Bij oogonderzoek wordt wel eens gebruik gemaakt van stoffen waardoor pupilverwijdering optreedt. Door de stoffen worden bepaalde spieren tijdelijk verlamd.
Welke spieren zijn tijdelijk verlamd, waardoor deze pupilverwijdering optreedt.
A
de oogspieren
B
de kringspieren in de iris
C
de spieren in het straalvormig lichaam
D
de straalsgewijs verlopende spieren in de iris

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen deze week
- Je kunt toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld
- Je kunt omschrijven wat ethologie inhoudt, hoe je gedrag kunt bestuderen en de invloed van gedragsonderzoek op de maatschappij toelichten

- Basisstof 3 (Thema 2) lezen en maken
- Video op YouTube bekijken
- Doornemen LessonUp

Slide 20 - Tekstslide

Basisstof 3
Gedragssysteem en gedragsketen
Ethogram en protocol

Slide 21 - Tekstslide

Gedrag
  • Alle waarneembare activiteiten van een dier of mens
  • Prikkels zijn invloeden uit milieu, zorgen voor ontstaan impulsen in zintuigcellen
  • Spieren en klieren zijn effectoren van de respons

Slide 22 - Tekstslide

Ethologie
  • Objectief
  • Ethogram en protocol
  • Gedragssysteem: handelingen met gemeenschappelijk doel
  • Gedragsketen: effect van een handeling leidt tot volgende handeling

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen deze week
- Je kunt toelichten dat gedrag deels erfelijk is bepaald
- Je kunt de dynamische relatie beschrijven tussen een organisme en zijn omgeving
- Je kunt leerprocessen herkennen en beschrijven en de functie van leren uitleggen

- Basisstof 4 en 5 lezen en maken
- Video op YouTube bekijken
- Doornemen LessonUp

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Basisstof 4
Motivatie, periodieke invloeden
Sleutelprikkels, supranormale prikkels

Slide 26 - Tekstslide

Sleutelprikkel
Supranormale prikkel

Slide 27 - Tekstslide

Basisstof 5
Leerprocessen

Slide 28 - Tekstslide

Leerprocessen
  • Gewenning
  • Inprenting
  • Imitatie
  • Conditionering (trial and error, geconditioneerde reflex en beloning)
  • Inzicht

Slide 29 - Tekstslide

Leerdoelen deze week
- Je kunt toelichten dat gedrag deels erfelijk is bepaald
- Je kunt de dynamische relatie beschrijven tussen een organisme en zijn omgeving
- Je kunt leerprocessen herkennen en beschrijven en de functie van leren uitleggen

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Leerdoelen deze week
- Je kunt de functie van verschillende vormen van sociaal gedrag uitleggen en het verband aangeven met overlevingskansen
- Je kunt overeenkomsten en verschillen in het gedrag van dieren en mensen beschrijven

- Basisstof 6 en 7 lezen en maken
- Video op YouTube bekijken
- Doornemen LessonUp

Slide 33 - Tekstslide

Basisstof 6
Sociaal gedrag

Slide 34 - Tekstslide

Sociaal gedrag
  • Balts
  • Territoriumgedrag
  • Conflictgedrag
  • Rangorde
  • Staten (insecten)

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Basisstof 7
Menselijk gedrag
Aangeboren en aangeleerd
Leervermogen, communicatie
Normen, waarden en cultuur

Slide 38 - Tekstslide

  • Interne en externe prikkels, adequate prikkels, receptoren
  • Onderdelen oog, accomoderen, verziend en bijziend, pupilreflex, staafjes en kegeltjes, diepte zien
  • Gedragssyteem en gedragsketen, ethogram en protocol
  • Motivatie, periodieke invloeden, sleutelprikkels, supranormale prikkels
  • Leerprocessen (gewenning, inprenting, imitatie, conditionering, inzicht)
  • Sociaal gedrag (balts, territoriumgedrag, conflictgedrag, rangorde, staten)
  • Gedrag bij mens, aangeboren en aangeleerd gedrag

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Slide 41 - Link