Aardijkskunde Wijzer H1 Test jezelf

De koe
De akker
Het erf
De schuur
Het woonhuis
De boerin
Het weiland
De stal
De boerin

Het woonhuis

De stal

De schuur

Het erf

Het weiland

De koe
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De koe
De akker
Het erf
De schuur
Het woonhuis
De boerin
Het weiland
De stal
De boerin

Het woonhuis

De stal

De schuur

Het erf

Het weiland

De koe

Slide 1 - Tekstslide

In deze kijkplaat wordt de woordenschat die nodig is in dit hoofdstuk verfrist en/of aangeleerd. Het is hierbij belangrijk om nadruk te leggen op de lidwoorden.
Na het benoemen van de individuele onderdelen op een boerderij kunnen ook nog de begrippen 'vee' en 'gewassen' besproken worden.
Waar is het vee te zien op de boerderij?
Waar vinden we de gewassen?

De vraag wordt nu gesteld: We weten welke gewassen en producten we van een boerderij halen. Daarvoor moeten we wel de dieren eten geven. Kan je op de plaat al zien wat het vee eet? Kijk maar goed en bedenk het voor jezelf.
Wat voor dieren horen bij 'het vee?'

Slide 2 - Woordweb

Leg nadruk op de lidwoorden, dit is iets typisch nederlands dus moeilijk om te begrijpen voor veel leerlingen.

HET vee
De akker

Slide 3 - Sleepvraag

Even kijken wat jullie nog weten van de vorige keer... Welk product hoort bij welk vee? (Wijs de afbeeldingen aan die bij de begrippen horen.) Benoem eventueel ook nog welke producten de kinderen zien.

Vervolgvraag: Dus varkens gebruiken we voor het vlees, kippen voor de eieren en koeien voor de melk. Waarom drinken we eigenlijk geen melk van het varken? Dat is toch ook een zoogdier? Laat de kinderen even nadenken en zet dan het filmpje op.

Pakkende start
Nog krachtiger is een glas met melk op tafel zetten. Neem een slok en zeg dit is varkensmelk.
Welke gewassen groeien op de akker?
A
De wortel
B
De appel
C
De tomaat
D
De aardappel

Slide 4 - Quizvraag

Quiz ter infoefening van begrip. Antwoorden zijn anoniem.
Welke gewassen groeien in de boomgaard?
A
De druif
B
De peer
C
De appel
D
De komkommer

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke gewassen groeien in de kas?
A
De tomaat
B
De paprika
C
De aardappel
D
De spruit

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op een plattegrond is alles even groot als in het echt.
Niet waar
Waar

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Alles op een plattegrond heeft een eigen kleur.
Waar
Niet waar

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Op een plattegrond zie je huizen, wegen en water.
Waar
Niet waar

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Het hooi
Het kuilgras
het krachtvoer

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruikt een boer bestrijdingsmiddelen?
A
Daar gaan de gewassen beter van groeien.
B
Het houd insecten weg bij de gewassen.
C
De gewassen blijven dan gezond.
D
Insecten komen dan naar de gewassen toe.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken
1. Test jezelf blz. 21
2. Samenvatting blz. 20 lezen.
Klaar? 
Teken een plattegrond van je eigen kamer.

timer
20:00

Slide 12 - Tekstslide

Taak 1 is heel talig en behoeft extra uitleg. 
Alleen aan de leerlingen uitleggen die al klaar zijn om verwarring te voorkomen.